Epifyt

Interspecifieke interacties
Soort A
← Soort B →
Voordeel
Neutraal
Nadeel
Voordeel
mutualisme,
symbiose s.s.
commensalisme parasitisme
Neutraal
commensalisme epifytisme
(bij planten)
amensalisme
Nadeel
parasitisme amensalisme concurrentie
Boom met epifyten
Bloeiende Tillandsia fuchsii

Epifyten zijn organismen die op levende planten groeien zonder hieraan voedingsstoffen te onttrekken (in tegenstelling tot parasieten). De term komt uit het Grieks, van epi- (op) en phyton (plant). Ook planten die op boomschors (corticool) en die op bladeren (epifyl) groeien, worden tot de epifyten gerekend. De plant waarop de epifyten groeien wordt de "forofyt" (draag-plant) genoemd.

terminologie in verband met epifytisme
  • epifytisch, levend op of in planten
    • corticool of epicortisch, op schors van levende bomen
    • lignicool of epixyl, groeiend op dood hout (vermolmd of droog)
       (op schors: → corticool)
    • endofloisch of endofloeodisch, in de schors van bomen
       groeiend, meestal tussen de kurklagen groeiend[1]
    • endoxyl, in dood hout groeiend
    • foliicool, op bladeren groeiend
      • epifyl, op de bovenzijde van bladeren groeiend
      • hypofyl, aan de onderzijde van bladeren groeiend
    • fungicool of epimycotisch, op paddenstoelen, schimmels
    • epibry, op mossen groeiend
    • lichenicool of epilichenisch, op korstmossen

De bekendste epifyten zijn bepaalde soorten mossen, korstmossen, orchideeën, bromelia's (en dan met name Tillandsia's en Vriesea's) en ook algen, die als groene of roodachtige (Trentepohlia) aanslag op boomstammen zijn te zien.

De meeste soorten epifyten komen voor in het tropisch regenwoud, maar epifytische mossen en korstmossen zijn in vrijwel elke omgeving waar bomen groeien te vinden.

Voeding/nutriënten

Net zoals elke plant hebben epifytische planten nutriënten nodig naast water en CO2 om te kunnen groeien. In tegenstelling tot de meeste planten hebben ze echter geen wortels die in de grond reiken, ze kunnen daar dus geen voedingsstoffen vergaren. Verschillende epifyten lossen dit op verschillende manieren op. Mossen zijn vooral afhankelijk van stof en in het regenwater opgeloste nutriënten.

Vogelnestepifyten (epifyten met een bouw in de vorm van een nest) hebben een structuur die bladafval opvangt. Deze planten halen hun nutriënten uit verterende bladeren. Daarbij komt dat de verterende massa een aantrekkelijke plaats wordt voor insecten die op hun beurt mest en dode dieren achterlaten. Sommige van deze nesten bevatten hele kolonies mieren die voedsel naar de plant slepen. Andere planten zoals sommige bromelia's hebben een reservoir. Hierin kunnen verschillende dieren leven (zoals kikkers) die de plant bemesten. Ook zijn er planten met holle structuren waarin mieren leven die de plant van nutriënten voorzien. Zo'n plant heeft zowel gladde als ruwe kamers. De gladde kamers zijn geschikt voor de verzorging van de mierenlarven. De ruwe worden gebruikt als dumpplek voor afval, hier neemt de plant zijn voedingsstoffen op.

Andere epifyten zoals sommige bekerplantsoorten zijn carnivoor en krijgen hun voedingsstoffen via het vangen van insecten.

Marine epifyten

Marine organismen die als epifyt leven, zijn niet altijd plantaardig. Onder andere mosselen en sponzen kunnen epifyten zijn.

Zie ook

Referenties

  1. Poelt, J. 1974 Bestimmungsschlüssel Europäischer Flechten J Cramer, Vaduz
· · Sjabloon bewerken
Algemene begrippen:concurrentie · contactgemeenschap · dood hout · fytocoenon · fytosociologie · natuurlijke vegetatie · plantengemeenschap · plantensociologie · plantensociologische nomenclatuur · SynBioSys · vegetatie · vegetatiekunde
Biogeografie:adventief · archeofyt · areaal · autochtoon · beschermingsstatus · cultuurgewas · cultuurvolger · disjunct verspreidingsgebied · eilandbiogeografie · endemie · exoot · extinctie · florarijk · floristiek · inburgering · inheems · invasieve soort · kosmopoliet · massa-extinctie · Rode Lijst van de IUCN · status · synchorologie · uitsterven · verspreidingsgebied · vestiging
Levensvorm:bladrozet · bladverliezend · boom · chamefyt · dwergstruik · epifyt · fanerofyt · geofyt · grasachtige plant · groenblijvend · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · liaan · loofboom · naaldboom · slingerplant · struik · succulent · therofyt · winterhard
Standplaats:boomgrens · ecologische groep · Ellenberg-indicatorwaarde · extremofiel · freatofyt · halofiel · halofyt · hellingbos · helofyt · indicatorplant · indicatorwaarde van Ellenberg · oecologische groep · standplaatsfactor · stroomdalflora · tredplant · verlandingsvegetatie · xerofiel · xerofyt · zoutplant
Syndynamiek:climaxvegetatie · fenologisch optimum · pioniervegetatie · potentieel natuurlijke vegetatie (PNV) · successie · vegetatieaspect · verlanding· vervangingsgemeenschap
Fysiognomie:aspect · biodiversiteit · biomassa · boomlaag · bos · fenologisch optimum · formatie · grasland · inslaggemeenschap · kruidlaag · lintvormig · moeras · moslaag · mozaïek · ondergroei · puntvormig · schimmellaag · strooisellaag · struiklaag · struweel · symmorfologie · vegetatieaspect · vegetatielaag · vegetatiemozaïek · vegetatieperiode · vegetatiestructuur · vegetatietextuur · vegetatiezonering · vlakdekkend · zode
Syntaxonomie:associatie · associatiefragment · begeleidend taxon · constant taxon · derivaatgemeenschap · diagnostisch taxon · differentiërend taxon · exclusief taxon · kentaxon · klasse · klasse-eigen · klasse-vreemd · onderverbond · orde · preferent taxon · presentie · rompgemeenschap · subassociatie · syntaxon · syntaxoncode · syntaxonomie‎ · syntaxonomische rang · transgrediërend taxon · trouw · verbond
Vegetatieonderzoek:abundantie · bedekking · Braun-Blanquet-methode · Frans-Zwitserse School · International Association for Vegetation Science · minimumareaal · Plantensociologische Kring Nederland · relevé · shannon-index · vegetatieopname · vegetatieschaal van Tansley · Zürich-Montpellier School
Vegetatietypen:amfibische vegetatie · bos · dijkvegetatie · geriefbos · grazige vegetatie · houtwal · Landelijke Vegetatie Databank · mantelvegetatie · muurvegetatie · rotsvegetatie · ruigte · struweel · tredvegetatie · trilveen · watervegetatie · zoomvegetatie
Standaardwerken (NL):Atlas van plantengemeenschappen in Nederland · De vegetatie van Nederland (VvN) · Revisie Vegetatie van Nederland (rVvN)
Lijsten:lijst van bosgemeenschappen in Nederland · lijst van vegetatiekundigen · plantkunde van A tot Z · vegetatiekunde van A tot Z
· · Sjabloon bewerken
Algemeen, habitus
Levensvorm, groeivorm:fytografie · boom · boomkruin · bladverliezend · chamefyt · dwergstruik · eenjarige plant · epifyt · fanerofyt · fenologie · geofyt · grasachtige plant · groeivorm · groenblijvend · halfstruik · hapaxant · heester · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · levensduur · levensvorm · liaan · loofboom · loofverliezend · meerjarige plant · monocarpisch · naaldboom · overblijvend kruid · overblijvende plant · pol · rozet · struik · succulent · teloomtheorie · thallus · therofyt · tweejarige plant · vaste plant · waterplant
Cellen en Weefsels
Anatomie & morfologie:apoplast · bladgroenkorrel · celwand · chloroplast · collenchym · cortex · cuticula · eicel · epidermis · felleem · fellogeen · felloderm · floëem · gameet · gametofyt · haar · houtvat · huidmondje · hypodermis · intercellulair · klierhaar · kurk · kurkcambium · kurkschors · merg · meristeem · middenlamel · palissadeparenchym · parenchym · periderm · plantaardige cel · plastide · schors · sclereïde · sclerenchym · spermatozoïde · sponsparenchym · steencel · stippel · symplast · topmeristeem · trachee · tracheïde · tylose · vaatbundel · vacuole · vrucht · xyleem · zaadcel · zeefvat · zygote
Organen, orgaanstelsels
Wortel:bijwortel · centrale cilinder · diktegroei · endodermis · exodermis · luchtwortel · medulla · merg · penwortel · pericambium · pericykel · rhizodermis · rizoïde ·secundaire diktegroei · centrale cilinder · topmeristeem · wortel · wortelhaar · wortelmutsje · zijwortel
Stengel, stam:bast · cambium · centrale cilinder · cladodium · cladofyl · concaulescentie · cortex · diktegroei · fyllocladium · knoop · lenticel · metatopie · stekel · stele · spil · stengel · tak · topmeristeem · schors · stam · uitloper · vertakking · wortelstok
Blad:ader · blad · bladgroen · bladgroenkorrel · bladkussen · bladmoes · bladnerf · bladschede · bladschijf · chloroplast · bladstand · bladsteel · bladvoet · catafyl · cladoprofyllum · chlorenchym · fyllodium · fyllotaxis · hoofdnerf · kokertje · ligula · nerf · nervatuur · prefoliatie · ptyxis · steunblaadje · tongetje · tuitje · vernatie · zaadlob · zijnerf
Levenscyclus, bloei, voortplanting
Bloem, gameetspore:actinomorf · androecium · androfoor · androgynofoor · anthofoor · anthere · anthotaxis · bijkelk · bloemstengel · bloeiwijze · bloemgestel · bloem · bloembodem · bloembekleedsel · bloemdek · bloemdekblad · bloemkroon · bloemstengel · bractee · calyx · carpel · carpofoor · caulis · connectivum · corolla · discus · epicalyx · estivatie · filament · funiculus · gametofyt · gynoecium · gynofoor · helmbindsel · helmdraad · helmhokje · helmhokje · hoogteblad · hypanthium · hypsofyl · inflorescentie · integument · kegel · kelk · kelkblad · knopligging · kroon · kroonblad · macrospore · meeldraad · meeldraaddrager · microspore · nucellus · omwindsel · ovarium · ovulum · periant · perigoon · petaal · pollenbuis · receptaculum · schijf · schutblad · sepaal · sporangium · spore · sporofyl · sporophyllum · sporofyt · stamper · stamperdrager · stempel · stengel · stigma · stijl · stylopodium · strobilus · tepaal · theca · vruchtbeginsel · vruchtblad · zaadknopkern · zygomorf
Zaad, vrucht, kieming:carpel · cotyl · cryptocotylair · embryo · endosperm · epigeïsch · fanerocotylair · hypogeïsch · integument · kieming · kiemopening · kiemwit · micropyle · micropylaire buis · mierenbroodje · navelstreng · perisperm · placenta · pluimpje · schijnvrucht · vaatmerk · vrucht · vruchtbeginsel · vruchtblad · zaad · zaadbeginsel · zaadknop · zaadhuid · zaadlijst · zaadlob · zygote
Mediabestanden
Zie de categorie Epiphytes van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.