Epidermis

De epidermis is de buitenste huidlaag of opperhuid. Het woord werd in de 17e eeuw afgeleid van het Griekse ἐπιδερμίς epidermís (opperhuid) van ἐπί epí (op) en δέρμα derma (huid).

Planten

Epidermis van zandraket

De epidermis bij planten (vaatplanten en mossen) is de slechts een cellaag dikke opperhuid van de wortel, van de stengel en van het blad. Ook de jongere gedeeltes van de plant zijn bedekt met epidermis. De bovengrondse delen van de plant hebben een epidermis die is voorzien van een cuticula, een vettig waslaagje.

Bij mossen is een epidermis met cuticula en huidmondjes alleen aanwezig bij de (diploïde) sporofyt: het sporenkapsel en de kapselsteel, maar niet bij de (haploïde) gametofyt: de mosplant.

Ook bij varens is de (haploïde) gametofyt of voorkiem niet voorzien van een epidermis en cuticula, waardoor varens zich bij voorkeur ontwikkelen onder vochtige omstandigheden.

De epidermis van de stengel en bladen beschermt planten tegen uitdroging en infecties. Het oppervlak van de epidermis bedekt met een cuticula, een voor water ondoordringbare waslaag. Bij vele soorten groeien epidermiscellen uit tot haren (trichomen) of klierharen, die de plant nog verder beschermen tegen uitdroging, straling of vraat. De epidermis heeft geen intercellulaire ruimten.

Bij de wortel worden in de rhizodermis (vergelijkbaar met de epidermis van de andere plantendelen) twee celtypes onderscheiden: atrichoblasten (niet-haarcellen) en trichoblasten (haarcellen) die door uitgroeien het contactoppervlak met de bodem drastisch vergroten (de zgn. wortelharen).

  • Epidermis
  • Microspopisch beeld van de epidermis van de ui
    Microspopisch beeld van de epidermis van de ui
  • elektronenmicroscopisch aanzicht van het bladoppervlak van siertabak, met haren en huidmondjes
    elektronenmicroscopisch aanzicht van het bladoppervlak van siertabak, met haren en huidmondjes
  • Epidermis van kweek
    Epidermis van kweek
  • Epidermis met huidmondjes van tulpenblad
    Epidermis met huidmondjes van tulpenblad

Dieren

Gewervelde dieren

Bij de gewervelde dieren zoals de mens, is de epidermis de buitenste laag van de huid; op celniveau bestaat dit lichaamsweefsel uit meerlagig verhoornd plaveiselcelepitheel.

De epidermis bestaat uit vier types epitheelcellen: keratinocyten, en in mindere mate melanocyten (pigmentcellen), Langerhanscellen en Merkelcellen. De huid-adnexen haar, talgklieren, zweetklieren en nagels zijn afgeleiden van de opperhuid (epidermisderivaten). De epidermis bestaat uit vijf lagen van onderscheiden huidcellen, van buiten naar binnen:

  • het stratum corneum of de hoornlaag
  • stratum lucidum of heldere laag
  • stratum granulosum of korrellaag (het cytoplasma van de cellen bevat korrels)
  • stratum spinosum of stekelcellige laag (de cellen lijken hoekig, stekelig)
  • stratum basale, stratum germinativum of basale cellaag

In de basale cellaag bevinden zich de pigmentcellen. De basale cellaag wordt ook wel de kiemlaag of moederlaag genoemd. Van hieruit worden door celdeling de afgestorven opperhuidcellen vervangen. Tussen de heldere laag en de korrellaag bevindt zich de Reinse barrière.

Ongewervelde dieren

Bij de ongewervelde dieren bestaat de epidermis uit één enkele cellaag van epitheelcellen.

Bronnen, noten en/of referenties
· · Sjabloon bewerken
Algemeen, habitus
Levensvorm, groeivorm:fytografie · boom · boomkruin · bladverliezend · chamefyt · dwergstruik · eenjarige plant · epifyt · fanerofyt · fenologie · geofyt · grasachtige plant · groeivorm · groenblijvend · halfstruik · hapaxant · heester · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · levensduur · levensvorm · liaan · loofboom · loofverliezend · meerjarige plant · monocarpisch · naaldboom · overblijvend kruid · overblijvende plant · pol · rozet · struik · succulent · teloomtheorie · thallus · therofyt · tweejarige plant · vaste plant · waterplant
Cellen en Weefsels
Anatomie & morfologie:apoplast · bladgroenkorrel · celwand · chloroplast · collenchym · cortex · cuticula · eicel · epidermis · felleem · fellogeen · felloderm · floëem · gameet · gametofyt · haar · houtvat · huidmondje · hypodermis · intercellulair · klierhaar · kurk · kurkcambium · kurkschors · merg · meristeem · middenlamel · palissadeparenchym · parenchym · periderm · plantaardige cel · plastide · schors · sclereïde · sclerenchym · spermatozoïde · sponsparenchym · steencel · stippel · symplast · topmeristeem · trachee · tracheïde · tylose · vaatbundel · vacuole · vrucht · xyleem · zaadcel · zeefvat · zygote
Organen, orgaanstelsels
Wortel:bijwortel · centrale cilinder · diktegroei · endodermis · exodermis · luchtwortel · medulla · merg · penwortel · pericambium · pericykel · rhizodermis · rizoïde ·secundaire diktegroei · centrale cilinder · topmeristeem · wortel · wortelhaar · wortelmutsje · zijwortel
Stengel, stam:bast · cambium · centrale cilinder · cladodium · cladofyl · concaulescentie · cortex · diktegroei · fyllocladium · knoop · lenticel · metatopie · stekel · stele · spil · stengel · tak · topmeristeem · schors · stam · uitloper · vertakking · wortelstok
Blad:ader · blad · bladgroen · bladgroenkorrel · bladkussen · bladmoes · bladnerf · bladschede · bladschijf · chloroplast · bladstand · bladsteel · bladvoet · catafyl · cladoprofyllum · chlorenchym · fyllodium · fyllotaxis · hoofdnerf · kokertje · ligula · nerf · nervatuur · prefoliatie · ptyxis · steunblaadje · tongetje · tuitje · vernatie · zaadlob · zijnerf
Levenscyclus, bloei, voortplanting
Bloem, gameetspore:actinomorf · androecium · androfoor · androgynofoor · anthofoor · anthere · anthotaxis · bijkelk · bloemstengel · bloeiwijze · bloemgestel · bloem · bloembodem · bloembekleedsel · bloemdek · bloemdekblad · bloemkroon · bloemstengel · bractee · calyx · carpel · carpofoor · caulis · connectivum · corolla · discus · epicalyx · estivatie · filament · funiculus · gametofyt · gynoecium · gynofoor · helmbindsel · helmdraad · helmhokje · helmhokje · hoogteblad · hypanthium · hypsofyl · inflorescentie · integument · kegel · kelk · kelkblad · knopligging · kroon · kroonblad · macrospore · meeldraad · meeldraaddrager · microspore · nucellus · omwindsel · ovarium · ovulum · periant · perigoon · petaal · pollenbuis · receptaculum · schijf · schutblad · sepaal · sporangium · spore · sporofyl · sporophyllum · sporofyt · stamper · stamperdrager · stempel · stengel · stigma · stijl · stylopodium · strobilus · tepaal · theca · vruchtbeginsel · vruchtblad · zaadknopkern · zygomorf
Zaad, vrucht, kieming:carpel · cotyl · cryptocotylair · embryo · endosperm · epigeïsch · fanerocotylair · hypogeïsch · integument · kieming · kiemopening · kiemwit · micropyle · micropylaire buis · mierenbroodje · navelstreng · perisperm · placenta · pluimpje · schijnvrucht · vaatmerk · vrucht · vruchtbeginsel · vruchtblad · zaad · zaadbeginsel · zaadknop · zaadhuid · zaadlijst · zaadlob · zygote
· · Sjabloon bewerken
Beschrijvende pteridologie: terminologie voor varens en varenachtigen
Levenscyclus:anisosporie · diploïdie · generatiewisseling · haploïdie · heterosporie · isosporie · kernfasewisseling · levenscyclus · zygote
Gametofytfase:antheridium · antherozoïde · archegonium · eicel · gameet · gametangium · gametofyt · prothallium · spermatozoïde · voorkiem
Sporofytfase:dekvliesje · heterosporangiaat · heterosporie · indusium · homosporie · isosporangiaat · isosporie · leptosporangiaat · macrofyl · macrospore · macrosporofyl · microfyl · microspore · microsporofyl · polyploïdie · sorus · sporangiënhoopje · sporangiofoor · sporangium · spore · sporendoosje · sporocarp · sorocarp · sporofyt · strobilus · trofofyl · wortelstok
Vegetatieve groei:bladspil · cuticula · dichotome vertakking · epidermis · huidmondje · ligula · overtopping · pinnae · rachis · rizoïde
Algemeen:actinostele · dictyostele · plectostele · sifonostele · stele · teloom · teloomtheorie
· · Sjabloon bewerken
Beschrijvende bryologie: terminologie voor levermossen, mossen en hauwmossen
Gametofytfase:androecium · antheridium · archegonium · archegoniumbuik · bijcellen · blad · bladnerf · bladoortje · broedlichaam · calyptra · dorsale vleugel · duces · eicel · fylloïde · gametangium · gametofoor · gameet · haploïdie · huikje · lamel · merg · mosknop · protonema · rizoïde · socii · spermatozoïde · stereïde · topvleugel · voorkiem
Sporofytfase:basaal membraan · cilia · columella · dekseltje · elatere · endostoom · epifragma · exospore · exostoom · grondvlies · gynoecium · halskanaal · diploïdie · hoofdcellen · kapselmond · kapselsteel · operculum · parafyse · peristoom · peristoomtand · processus · segmenten · seta · sporangium · sporekapsel · spore · sporofyt · sporogoon · theca · trommelvlies · venter · voorperistoom · wimpers · zuiltje · zygote
Morfologie & anatomie:acrocarp mos · centrale cilinder · cladocarp mos · cuticula · epidermis · folieus levermos · huidmondje · levensvorm · pleurocarp mos · slaapmos · sluitcel · thalleus levermos · topkapselmos