Bloeiwijze

Aar van een bloeiende ruige weegbree.
Naamloze samengestelde bloeiwijze van duizendblad.

Bloeiwijze, bloemgestel, bloeigestel of inflorescentie is de (concrete) bijeenbehorende groep van bloemen met hun stengeldelen. Bij granen en grassen wordt de stengel wel de halm genoemd.

Er zijn verschillende typen van bloeiwijzen te onderscheiden. Deze (abstracte) rangschikking van de bloemen ten opzichte van elkaar heet ook bloeiwijze of anthotaxis.[1]

Theoretische indeling

Te onderscheiden typen van rangschikking van de bloemen zijn:

  • plant eenbloemig. Bij één bloem per bloemsteel is het mogelijk dat het toch gaat om een bloeiwijze, maar dat die gereduceerd is tot één bloem (1-bloemig), zoals bij het vrouwelijke hoofdje van alsemambrosia. Er zijn dan omwindselblaadjes aanwezig in plaats van kelkbladen.
  • plant met verspreide bloemen.
  • bloemen in een bloeigestel of inflorescentie, bestaande uit stengelachtige en bladachtige delen. Op grond van de aantallen van zijassen, hun relatieve lengte, en daarmee samengaand de volgorde van ontluiking kan (meer of minder duidelijk) worden onderscheiden in:
    • middelpuntzoekende, onbepaalde of racemeuse bloeiwijze: er zijn veel assen, meestal zonder bloem aan de hoofdas, waarbij de bloemen van onder naar boven (van buiten naar binnen) ontluiken.
    • middelpuntvliedende, bepaalde of cymeuse bloeiwijze: de hoofdas is kort en wordt meestal afgesloten met een bloem, die als eerste ontluikt; de zijassen vertakken net zo als de hoofdas.
      1. monochasium: meestal slechts een zijas, soms twee, maar dan is een van beide minder ontwikkeld.
      2. dichasium: steeds twee zijassen per as, vaak tegenoverstaand.
      3. pleiochasium: met meer dan twee zijassen in kransen per as.
    • gemengde of heterotactische bloeiwijze: de zijassen vormen geen herhaling van de vertakking van de hoofdas.
Monochasium en dichasium

Bloeiwijzen naar uiterlijk

Het is niet altijd eenvoudig om de juiste bloeiwijze te onderscheiden, soms is dit alleen te zien aan de inplanting van de schutbladen, bijvoorbeeld bij de tros en de waaier. Daarom worden in de praktijk de bloeiwijzen vooral onderscheiden naar het uiterlijk. De terminologie wordt niet alleen toegepast op bloeiwijzen met bloemen, maar soms ook op de samengestelde bloeiwijzen met bloemhoofdjes zoals bij composieten.

  • tros
    tros
  • waaier
    waaier

Bij meer dan één bloem per bloemsteel (soms maar één bloem) worden de volgende bloeiwijzen, waarop het samenstel van bloempjes gegroepeerd zijn, onderscheiden:

Ongesteelde of zittende bloemen

  • hoofdje (middelpuntzoekende, enkelvoudige bloeiwijze, bij composieten)
  • bloemkoek of bloembed (bijvoorbeeld bij vijgenboom en andere soorten uit de moerbeifamilie)
  • bloemkluwen (bloempjes zitten dicht op elkaar, bijvoorbeeld brandnetel en ganzenvoet)
  • aar (middelpuntzoekende, enkelvoudige bloeiwijze, bijvoorbeeld weegbree, bremraap)
  • aartje (bij grassen)
  • katje (gemengde bloeiwijze, walnoot, berk, wilg)
  • bloeikolf (middelpuntzoekende, enkelvoudige bloeiwijze, bijvoorbeeld aronskelk)

Gesteelde bloemen aan een (schijnbaar) onvertakte as

  • tros (middelpuntzoekende, enkelvoudige bloeiwijze, bijvoorbeeld aalbes, herderstasje)
  • schermvormige tros (de bloemstelen hebben een zodanige lengte, dat de bloemen zich op ongeveer gelijke hoogte bevinden, bijvoorbeeld gewone vogelmelk)
  • bundel (meestal cymeuse bloeiwijze met een korte hoofdas en bloemsteeltjes van verschillende lengte, bijvoorbeeld heelbeen)
  • scherm (middelpuntzoekende, enkelvoudige bloeiwijze, bijvoorbeeld sleutelbloem, ui)
  • schijnkrans (bestaat uit twee ineengedrongen gevorkte bijschermen), bij lipbloemigen)
  • eentakkig bijscherm of monochasium: met aan de as steeds maar een zijas, die gewoonlijk weer vertakt is (zie schroef, schicht, sikkel en waaier).
  • Gesteelde bloemen aan onvertakte as
  • tros
    tros
  • enkelvoudig scherm
    enkelvoudig scherm
  • enkelvoudig gevorkt bijscherm
    enkelvoudig gevorkt bijscherm

Zich eenmaal vertakkende assen

  • schroef (middelpuntvliedend, gevorkt, eentakkig bijscherm, bijvoorbeeld Sint-janskruid)
  • sikkel (middelpuntvliedend, ongevorkt, eentakkig bijscherm, bij russen)
  • schicht (middelpuntvliedend, gevorkt, eentakkig bijscherm, veel bij ruwbladigen)
  • waaier (middelpuntvliedend, ongevorkt, eentakkig bijscherm, bij lissenfamilie)
  • Zich eenmaal vertakkende assen
  • schroef zij- en bovenaanzicht
    schroef
    zij- en bovenaanzicht
  • sikkel zij- en bovenaanzicht
    sikkel
    zij- en bovenaanzicht
  • schicht boven- en zijaanzicht
    schicht
    boven- en zijaanzicht
  • waaier zij- en bovenaanzicht
    waaier
    zij- en bovenaanzicht

Zich herhaaldelijk vertakkende assen, ten minste twee zijassen per as

  • samengesteld scherm (gemengde bloeiwijze, bij schermbloemen)
  • samengesteld gevorkt bijscherm (bij anjerfamilie)
  • samengestelde aar (als een aar, maar dan met aartjes in plaats van bloemen, bijvoorbeeld raaigras)
  • pluim (gemengde bloeiwijze, bijvoorbeeld sering)
  • dichasiale pluim (gemengde bloeiwijze, bijvoorbeeld liguster, vlinderstruik)
  • tuil (gemengde bloeiwijze, bijvoorbeeld Gelderse roos)
  • dichasiale tuil (gemengde bloeiwijze, bijvoorbeeld gewone vlier)
  • thyrsus (gemengde bloeiwijze, bijvoorbeeld paardenkastanje)
  • Zich herhaaldelijk vertakkende assen
  • samengesteld scherm
    samengesteld scherm
  • pluim
    pluim
  • tuil
    tuil
  • samengesteld gevorkt bijscherm
    samengesteld gevorkt bijscherm
  • meertakkig bijscherm

Samengestelde bloeiwijzen

Er zijn ook samengestelde bloeiwijzen zonder eenvoudige naam. Sommige van deze samengestelde bloeiwijzen bestaan zelf weer uit bloeiwijzen, en worden synflorescenties genoemd.

Voorbeelden samengestelde bloeiwijzen zijn:

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Lanjouw, J. e.a. 1968 Compendium van de Pteridophyta en Spermatophyta. (Voortzetting van Pulle's Compendium) Academische Paperback. Oosthoek's Uitgeversmaatschappij nv, Utrecht.
  2. Global Carex Group (2015), Making Carex monophyletic (Cyperaceae, tribe Cariceae): a new broader circumscription. Bot J Linn Soc, 179: 1–42. doi:10.1111/boj.12298
Literatuur
  • Stoffers A.L. red. (1982) Compendium van de Spermatophyta
· · Sjabloon bewerken
Bloeiwijzen
Theoretische indeling
Middelpuntzoekende, centripetale of racemeuze bloemgestellen:aar · kolf · pluim · samengesteld scherm · scherm · tuil · tros
Middelpuntvliedende, centrifugale of cymeuze bloemgestellen:enkelvoudig gevorkt bijscherm · gevorkt bijscherm · meertakkig bijscherm · samengesteld gevorkt bijscherm · Schicht · schroef · sikkel · waaier
Praktische indeling naar uiterlijk
Ongesteelde of zittende bloemen:aar · aartje · bloeikolf · bloemkoek · hoofdje · katje · kluwen
Gesteelde bloemen aan onvertakte as:bundel · eentakkig bijscherm · monochasium · tros · scherm · schermvormige tros · schijnkrans
Zich eenmaal vertakkende assen:schicht · schroef · sikkel · waaier
Zich herhaaldelijk vertakkende assen,
elk minstens 2 zijassen:
dichasiale pluim · dichasiale tuil · pluim · samengesteld gevorkt bijscherm · samengesteld scherm · samengestelde aar · synflorescentie · tuil · thyrsus
· · Sjabloon bewerken
Algemeen, habitus
Levensvorm, groeivorm:fytografie · boom · boomkruin · bladverliezend · chamefyt · dwergstruik · eenjarige plant · epifyt · fanerofyt · fenologie · geofyt · grasachtige plant · groeivorm · groenblijvend · halfstruik · hapaxant · heester · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · levensduur · levensvorm · liaan · loofboom · loofverliezend · meerjarige plant · monocarpisch · naaldboom · overblijvend kruid · overblijvende plant · pol · rozet · struik · succulent · teloomtheorie · thallus · therofyt · tweejarige plant · vaste plant · waterplant
Cellen en Weefsels
Anatomie & morfologie:apoplast · bladgroenkorrel · celwand · chloroplast · collenchym · cortex · cuticula · eicel · epidermis · felleem · fellogeen · felloderm · floëem · gameet · gametofyt · haar · houtvat · huidmondje · hypodermis · intercellulair · klierhaar · kurk · kurkcambium · kurkschors · merg · meristeem · middenlamel · palissadeparenchym · parenchym · periderm · plantaardige cel · plastide · schors · sclereïde · sclerenchym · spermatozoïde · sponsparenchym · steencel · stippel · symplast · topmeristeem · trachee · tracheïde · tylose · vaatbundel · vacuole · vrucht · xyleem · zaadcel · zeefvat · zygote
Organen, orgaanstelsels
Wortel:bijwortel · centrale cilinder · diktegroei · endodermis · exodermis · luchtwortel · medulla · merg · penwortel · pericambium · pericykel · rhizodermis · rizoïde ·secundaire diktegroei · centrale cilinder · topmeristeem · wortel · wortelhaar · wortelmutsje · zijwortel
Stengel, stam:bast · cambium · centrale cilinder · cladodium · cladofyl · concaulescentie · cortex · diktegroei · fyllocladium · knoop · lenticel · metatopie · stekel · stele · spil · stengel · tak · topmeristeem · schors · stam · uitloper · vertakking · wortelstok
Blad:ader · blad · bladgroen · bladgroenkorrel · bladkussen · bladmoes · bladnerf · bladschede · bladschijf · chloroplast · bladstand · bladsteel · bladvoet · catafyl · cladoprofyllum · chlorenchym · fyllodium · fyllotaxis · hoofdnerf · kokertje · ligula · nerf · nervatuur · prefoliatie · ptyxis · steunblaadje · tongetje · tuitje · vernatie · zaadlob · zijnerf
Levenscyclus, bloei, voortplanting
Bloem, gameetspore:actinomorf · androecium · androfoor · androgynofoor · anthofoor · anthere · anthotaxis · bijkelk · bloemstengel · bloeiwijze · bloemgestel · bloem · bloembodem · bloembekleedsel · bloemdek · bloemdekblad · bloemkroon · bloemstengel · bractee · calyx · carpel · carpofoor · caulis · connectivum · corolla · discus · epicalyx · estivatie · filament · funiculus · gametofyt · gynoecium · gynofoor · helmbindsel · helmdraad · helmhokje · helmhokje · hoogteblad · hypanthium · hypsofyl · inflorescentie · integument · kegel · kelk · kelkblad · knopligging · kroon · kroonblad · macrospore · meeldraad · meeldraaddrager · microspore · nucellus · omwindsel · ovarium · ovulum · periant · perigoon · petaal · pollenbuis · receptaculum · schijf · schutblad · sepaal · sporangium · spore · sporofyl · sporophyllum · sporofyt · stamper · stamperdrager · stempel · stengel · stigma · stijl · stylopodium · strobilus · tepaal · theca · vruchtbeginsel · vruchtblad · zaadknopkern · zygomorf
Zaad, vrucht, kieming:carpel · cotyl · cryptocotylair · embryo · endosperm · epigeïsch · fanerocotylair · hypogeïsch · integument · kieming · kiemopening · kiemwit · micropyle · micropylaire buis · mierenbroodje · navelstreng · perisperm · placenta · pluimpje · schijnvrucht · vaatmerk · vrucht · vruchtbeginsel · vruchtblad · zaad · zaadbeginsel · zaadknop · zaadhuid · zaadlijst · zaadlob · zygote
· · Sjabloon bewerken
Plantkunde en deelgebieden
Geobotanie (planten als onderdeel van de biosfeer)
Plantengeografie:adventief · areaal · beschermingsstatus · bioom · endemie · exoot · flora · floradistrict · floristiek · hoogtezonering · invasieve soort · Plantengeografie · status · stinsenplant · uitsterven · verspreidingsgebied
Paleobotanie:archeobotanie · dendrochronologie · fossiele planten · gyttja · palynologie · pollenzone · varens · veen
Vegetatiekunde & plantenoecologie:abundantie · associatie · bedekking · biodiversiteit · biotoop · boomlaag · bos · Braun-Blanquet-methode · broekbos · climaxvegetatie · clusteranalyse · coenocline · concurrentie · constant taxon · contactgemeenschap · differentiërend taxon · dwergstruweel · ecologische gradiënt · ecologische groep · Ellenberg-indicatorwaarde · gemeenschapsgradiënt · grasland · heide · kentaxon · kruidlaag · kwelder · minimumareaal · moeras · moslaag · ordinatie · pioniersoort · plantengemeenschap · potentieel natuurlijke vegetatie · presentie · regenwoud · relevé · ruigte · savanne · schor · steppe · struiklaag · struweel · successie · syntaxon · syntaxonomie · Tansley (methode) · toendra · tropisch regenwoud · trouw · veen · vegetatie · vegetatielaag · vegetatieopname · vegetatiestructuur · vegetatietype · vergrassing · verlanding
Idiobotanie (planten onder gecontroleerde omstandigheden)
Plantenmorfologie & -anatomie:beschrijvende plantkunde · adventief · apoplast · blad · bladgroenkorrel · bladstand · bloeiwijze · bloem · bloemkroon · boomkruin · celwand · chloroplast · collenchym · cortex · cuticula · eicel · epidermis · felleem · fellogeen · felloderm · fenologie · floëem · fytografie · gameet · gametofyt · groeivorm · haar · houtvat · huidmondje · hypodermis · intercellulair · intercellulaire ruimte · kelk · kroonblad · kurk · kurkcambium · kurkschors · levensduur · levensvorm · merg · meristeem · middenlamel · palissadeparenchym · parenchym · periderm · plantaardige cel · plastide · schors · sclereïde · sclerenchym · spermatozoïde · sponsparenchym · sporofyt · stam · steencel · stengel · stippel · symplast · tak · thallus · topmeristeem · trachee · tracheïde · tylose · vaatbundel · vacuole · vrucht · wortel · xyleem · zaad · zaadcel · zeefvat · zygote
Plantenfysiologie:ademhaling · bladzuigkracht · evapotranspiratie · fotoperiodiciteit · fotosynthese · fototropie · fytochemie · gaswisseling · geotropie · heliotropisme · nastie · plantenfysiologie · plantenhormoon · rubisco · stikstoffixatie · stratificatie · transpiratie · turgordruk · vernalisatie · winterhard · worteldruk
Plantensystematiek:taxonomie · botanische nomenclatuur · Angiosperm Phylogeny Group · APG I-systeem · APG II-systeem · APG III-systeem · APG IV-systeem · algen · botanische naam · cladistiek · Cormophyta · cryptogamen · classificatie · embryophyta · endosymbiontentheorie · endosymbiose · evolutie · fanerogamen · fylogenie · generatiewisseling · groenwieren · hauwmossen · kernfasewisseling · korstmossen · kranswieren · landplanten · levenscyclus · levermossen · mossen · PPG I-systeem · Pteridophyte Phylogeny Group · roodwieren · varens · zaadplanten · zeewier
Overig
Bijzondere plantkunde:algologie · bryologie · dendrologie · fycologie · lichenologie · mycologie · pteridologie
Mediabestanden
Zie de categorie Bloeiwijze van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.