Levend verlies

Levend verlies is een chronische vorm van rouw als reactie op een permanente levensveranderende verlieservaring. Het onderscheidt zich van andere vormen van rouw door de chroniciteit van het verdriet.[1] Levend verlies komt hoofdzakelijk voor bij personen, of naasten van personen, met een handicap, verslaving, een chronische ziekte of psychische aandoening.[2] De Nederlandse term werd in 2017 bedacht door de Belgische klinisch-psycholoog Manu Keirse.[3]

Definitie

Levend verlies staat in het Engels ook bekend als chronic sorrow of living loss. De term chronic sorrow werd in 1962 bedacht door Simon Olshansky die onderzoek deed naar de gevoelens van ouders van kinderen met een handicap.[4][5] In 1998 werd de Theory of chronic sorrow ontwikkeld door Georgene Gaskill Eakes, Mary Lermann Burke and Margaret A. Hainsworth.[6] Zij omschreven het als: "de aanwezigheid van doordringende gevoelens die verband houden met verdriet waarvan is vastgesteld dat ze periodiek voorkomen gedurende het leven van personen met chronische gezondheidsproblemen, hun mantelzorgers en de nabestaanden."[7] De theorie stelt dat levend verlies een normale reactie is op een verlieservaring en ondersteuning geboden kan worden door middel van het inzetten van positieve coping-strategieën.[6]

Volgens klinisch-psycholoog Manu Keirse is levend verlies een verlies dat nooit overgaat, dat voortdurend voortschrijdt en te vergelijken is met een rouwproces.[2][8] In tegenstelling tot bij rouw na een overlijden, waar de intensiteit van het verdriet in de loop van de tijd afneemt, kan bij levend verlies de intensiteit van het verdriet ook toenemen.[9] Bij levend verlies worden de persoon en diens naasten telkens opnieuw geconfronteerd met beperkingen en moeten zij voortdurend hun toekomstbeeld bijstellen.[4]

Levend verlies is geen diagnose en moet niet verward worden met een persisterende rouwstoornis (Prolonged grief disorder) die benoemd wordt in de DSM-5, aangezien deze verwijst naar een vorm van complexe rouw die voorkomt na een overlijden.[10][11]

Literatuur

  • Keirse, M. (2017). Helpen bij verlies en verdriet: een gids voor het gezin en de hulpverlener. Lannoo Meulenhoff - Belgium.
Bronnen, noten en/of referenties
  1. (en) A Grief That Never Ends: Chronic Sorrow | Psychology Today. www.psychologytoday.com. Gearchiveerd op 11 september 2023. Geraadpleegd op 13 april 2023.
  2. a b Levend verlies: in gesprek met Manu Keirse over chronisch verdriet. DeWereldMorgen.be (20 maart 2020). Gearchiveerd op 13 april 2023. Geraadpleegd op 13 april 2023.
  3. Onderzoek 'Levend Verlies'. Kennisplein Gehandicaptensector (6 augustus 2020). Gearchiveerd op 13 april 2023. Geraadpleegd op 13 april 2023.
  4. a b Corrina Pauw; Edith Raap, Samenwerken met ouders Levend verlies in het onderwijs. JSW. Gearchiveerd op 13 april 2023. Geraadpleegd op 13 april 2023.
  5. (en) Olshansky, Simon (1962-04). Chronic Sorrow: A Response to Having a Mentally Defective Child. Gearchiveerd op 18 april 2023. Social Casework 43 (4): 190–193. ISSN:0037-7678. DOI:10.1177/104438946204300404.
  6. a b (en) Theory of Chronic Sorrow. Nursing Path (24 april 2013). Gearchiveerd op 13 april 2023. Geraadpleegd op 13 april 2023.
  7. (en) Ann M. Schreier; Nellie S. Droes, Theory of Chronic Sorrow. Nurse Key (9 februari 2017). Gearchiveerd op 13 april 2023. Geraadpleegd op 13 april 2023.
  8. Rouwsdeskundige Manu Keirse over levend verlies. De EO. Gearchiveerd op 13 april 2023. Geraadpleegd op 13 april 2023.
  9. Rouw bij NAH, Levend verlies / Omgaan met verdriet / Ermee omgaan | Hersenletsel-uitleg.nl. www.hersenletsel-uitleg.nl. Gearchiveerd op 13 april 2023. Geraadpleegd op 13 april 2023.
  10. Langdurige rouwstoornis vanaf nu erkende aandoening – wat betekent dit voor nabestaanden en therapeuten?. Fonds Slachtofferhulp. Gearchiveerd op 13 april 2023. Geraadpleegd op 13 april 2023.
  11. (en) Kristensen, Pål, Dyregrov, Kari, Dyregrov, Atle (30 maart 2017). What distinguishes prolonged grief disorder from depression?. Gearchiveerd op 3 juni 2023. Tidsskrift for Den norske legeforening . ISSN:0029-2001. DOI:10.4045/tidsskr.16.0629.