Formatie (vegetatiekunde)

Met een formatie (Latijn: formatio) bedoelt men in de vegetatiekunde een eenheid die overwegend fysiognomisch dan wel symmorfologisch is gekarakteriseerd. Bij het onderscheid in formaties kijkt men naar de groeivormen van de dominante soorten, de vegetatiestructuur en het vegetatieaspect. Soms speelt ook het substraat een rol, bijvoorbeeld zoet water, moeras of land. Bij het onderscheiden van formaties speelt de floristische samenstelling van de vegetatie geen rol.

Bij de indeling van plantengemeenschappen worden syntaxa van de hoogste rang, de klassen, weer gegroepeerd in formaties. Bijvoorbeeld: bij de moerassen worden de klasse van bronbeekgemeenschappen (Montio-Cardaminetea), de riet-klasse (Phragmitetea) en de klasse van kleine zeggen (Parvocaricetea) ondergebracht.

Indeling

Verscheidene botanici hebben hoofdindelingen van formaties opgesteld, maar er bestaat geen internationaal gehanteerde, formele indeling. In veel indelingen wordt gebruikgemaakt van zogenaamde hoofdformaties[1] (bijvoorbeeld bos) en subformaties (bijvoorbeeld naaldbos).

In de onderstaande lijst staan enkele, bekende (hoofd)formaties waarin vegetatie op Aarde kan voorkomen.

Herkomst

De term 'formatie' werd voor het eerst gebruikt in 1838 door Duits botanicus August Grisebach.[2]

Plantensociologische nomenclatuurregels

Aan de wetenschappelijke naam van een syntaxon moet min of meer af te leiden zijn in welke formatie het zich manifesteert. Zo worden bijvoorbeeld dwergstruwelen in het tweede segment van hun wetenschappelijke naam vernoemd naar een belangrijke diagnostische dwergstruik voor het desbetreffende syntaxon. Een voorbeeld hiervan is het Polypodio-Empetretum. Aan -Empetretum (afgeleid van Empetrum nigrum) valt af te leiden dat deze dwergstruik leidend is bij het bepalen van de vegetatiestructuur en daarmee de formatie.

Zie ook

Mediabestanden
Zie de categorie Vegetational formations van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Doing, H. (1966). Enkele opmerkingen over het begrip "hoofdformatie". Gorteria Dutch Botanical Archives, 3(1), 5–11.
  2. Schaminée, J. H. J., Weeda, E. J. & Westhoff, V. (1998). De vegetatie van Nederland (deel 1). Opulus Press.
· · Sjabloon bewerken
Algemene begrippen:concurrentie · contactgemeenschap · dood hout · fytocoenon · fytosociologie · natuurlijke vegetatie · plantengemeenschap · plantensociologie · plantensociologische nomenclatuur · SynBioSys · vegetatie · vegetatiekunde
Biogeografie:adventief · archeofyt · areaal · autochtoon · beschermingsstatus · cultuurgewas · cultuurvolger · disjunct verspreidingsgebied · eilandbiogeografie · endemie · exoot · extinctie · florarijk · floristiek · inburgering · inheems · invasieve soort · kosmopoliet · massa-extinctie · Rode Lijst van de IUCN · status · synchorologie · uitsterven · verspreidingsgebied · vestiging
Levensvorm:bladrozet · bladverliezend · boom · chamefyt · dwergstruik · epifyt · fanerofyt · geofyt · grasachtige plant · groenblijvend · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · liaan · loofboom · naaldboom · slingerplant · struik · succulent · therofyt · winterhard
Standplaats:boomgrens · ecologische groep · Ellenberg-indicatorwaarde · extremofiel · freatofyt · halofiel · halofyt · hellingbos · helofyt · indicatorplant · indicatorwaarde van Ellenberg · oecologische groep · standplaatsfactor · stroomdalflora · tredplant · verlandingsvegetatie · xerofiel · xerofyt · zoutplant
Syndynamiek:climaxvegetatie · fenologisch optimum · pioniervegetatie · potentieel natuurlijke vegetatie (PNV) · successie · vegetatieaspect · verlanding· vervangingsgemeenschap
Fysiognomie:aspect · biodiversiteit · biomassa · boomlaag · bos · fenologisch optimum · formatie · grasland · inslaggemeenschap · kruidlaag · lintvormig · moeras · moslaag · mozaïek · ondergroei · puntvormig · schimmellaag · strooisellaag · struiklaag · struweel · symmorfologie · vegetatieaspect · vegetatielaag · vegetatiemozaïek · vegetatieperiode · vegetatiestructuur · vegetatietextuur · vegetatiezonering · vlakdekkend · zode
Syntaxonomie:associatie · associatiefragment · begeleidend taxon · constant taxon · derivaatgemeenschap · diagnostisch taxon · differentiërend taxon · exclusief taxon · kentaxon · klasse · klasse-eigen · klasse-vreemd · onderverbond · orde · preferent taxon · presentie · rompgemeenschap · subassociatie · syntaxon · syntaxoncode · syntaxonomie‎ · syntaxonomische rang · transgrediërend taxon · trouw · verbond
Vegetatieonderzoek:abundantie · bedekking · Braun-Blanquet-methode · Frans-Zwitserse School · International Association for Vegetation Science · minimumareaal · Plantensociologische Kring Nederland · relevé · shannon-index · vegetatieopname · vegetatieschaal van Tansley · Zürich-Montpellier School
Vegetatietypen:amfibische vegetatie · bos · dijkvegetatie · geriefbos · grazige vegetatie · houtwal · Landelijke Vegetatie Databank · mantelvegetatie · muurvegetatie · rotsvegetatie · ruigte · struweel · tredvegetatie · trilveen · watervegetatie · zoomvegetatie
Standaardwerken (NL):Atlas van plantengemeenschappen in Nederland · De vegetatie van Nederland (VvN) · Revisie Vegetatie van Nederland (rVvN)
Lijsten:lijst van bosgemeenschappen in Nederland · lijst van vegetatiekundigen · plantkunde van A tot Z · vegetatiekunde van A tot Z