Tā moko

Tāmati Wāka Nene, ca. 1870

Tā moko is een permanente versiering van het lichaam en het gezicht van de Maori, de oorspronkelijke inwoners van Nieuw-Zeeland. Deze versiering onderscheidt zichzelf van gewone tatoeages, doordat de tekening niet door kleine vele puntjes en steken in de huid gezet wordt, maar door middel van schaven en krassen aangebracht wordt. De huid van de moko is daarom niet glad meer, maar kent groeven.

Deze traditie werd door de Maori vanuit Hawaiki meegebracht tijdens hun overtocht naar Nieuw-Zeeland en de methodes en vormen vertonen dan ook veel overeenkomsten met die in bepaalde delen van Polynesië.[1]

Betekenis

Voordat de Europeanen naar Nieuw-Zeeland kwamen, droegen vele, zo niet alle hoogaangeschreven Maori's moko's. Maori's die geen moko droegen, werden als mensen van een lage sociale status beschouwd. Het ontvangen van een moko staat voor een belangrijke grens, zoals de overgang van kind naar volwassene en werd begeleid door vele rituelen. In de moko zit een code verwerkt, waaraan men de afkomst en rang van de drager herkennen kan.

Een persoon die een moko droeg, werd destijds ook gezien als aantrekkelijk. Mannen droegen de moko meestal in het gezicht, op hun billen (raperape genoemd) en op hun dijen (puhoro genoemd). Vrouwen droegen de moko meestal op hun lippen (kauae genoemd) en kin.

Ook op andere gedeelten van het lichaam werd de moko gedragen, zoals op het voorhoofd, billen, dijen, de nek en rug bij vrouwen en de rug, buik en kuiten bij mannen.

Instrumenten

Oorspronkelijk gebruikten de Tohunga-ta-moko (de tatoeëerders, meestal mannen) verschillende soorten beitels, gemaakt van de botten van de albatros, voorzien van een handgreep. De pigmenten die voor het lichaam gebruikt werden, werden gewonnen uit de awheto (een soort parasitaire schimmel): de donkere kleuren voor het gezicht uit Ngaheru, verkoold hout. De kleurpigmenten werden bewaard in een versierde kist, oko genoemd en van generatie op generatie doorgegeven.

De Tā moko in het heden

Sinds 1990 is er een opleving in het gebruik van de moko, zowel bij mannen als bij vrouwen. Het wordt gezien als een teken van identiteit en gaat samen met de opleving in het gebruik en de interesse voor de originele taal (ook Maori genoemd) en cultuur van de Maori's. Wel wordt de oude techniek van het krassen (bijna) niet meer gebruikt, maar tatoeëert men de moko's tegenwoordig. Voor toeristische doeleinden worden sommige moko's soms slechts op de huid geschilderd.

Externe links

  • Tamoko.org.nz
  • Ta Moko - Maori Tattoos
  • Te Papa Museumwebsite
Bronnen, noten en/of referenties
  • Hiroa, Te Rangi (Sir Peter Buck)(1974). The Coming of the Maori. Tweede editie; eerste uitgave 1949, Wellington.
  • Jahnke, Robert en Huia Tomlins Jahnke, ‘The politics of Māori image and design’, Pukenga Korero (Raumati (Summer) 2003), vol. 7, nr. 1, blz. 5-31.
  • King, M. en M. Friedlander, Moko: Māori Tattooing in the 20th Century, (1992) tweede editie, Auckland: David Bateman.
  • Robley, Major-General, Moko, or Māori Tattooing, (1987) Papakura: Southern Reprints.
  • Nikora, Linda Waimarie, Mohi Rua en Ngahuia Te Awekotuku, 'Wearing Moko: Māori Facial Marking in Today's World', in Nicholas Thomas, Anna Cole en Bronwen Douglas (eds.), Tattoo. Bodies, Art and Exchange in the Pacific and the West, London: Reacktion Books, blz. 191-204.
  • Te Awekotuku, Ng., ‘More than Skin Deep’, in Elazar Barkan en Ronald Bush (eds.), Claiming the Stone: Naming the Bones: Cultural Property and the Negotiation of National and Ethnic Identity (2002) Los Angeles: Getty Press, blz. 243-254.
  • Te Awekotuku, Ng, ‘Tā Moko: Māori Tattoo’, Goldie, (1997) tentoonstellings catalogus, Auckland: ACAG en David Bateman, blz. 108-114.

  1. Buck 1974:296, in: Hiroa, Te Rangi (Sir Peter Buck)(1974), The Coming of the Maori, Second Edition, eerste druk 1949, Wellington