Plantenrechten

Plantenrechten zijn rechten die aan planten kunnen toegekend worden. In de discussie hierrond wordt doorgaans verwezen naar mensenrechten, dierenrechten, ecocentrisme, biocentrisch altruïsme of sentiëntisme.

Filosofie en religie

Aristoteles (4e eeuw v.Chr.) beschouwde in De Anima planten nog als “onbezield”, dit in tegenstelling tot Democritus (460-370 v.Chr.). In de utopische satire Erewhon (1872) laat Samuel Butler een filosoof pleiten voor de "Rechten van Groenten".[1] In de jaren 1930 pleitte de Amerikaanse ecoloog Aldo Leopold voor een land ethic, waarin ook het bodemleven, water, planten en dieren worden opgenomen. In 1972 publiceerde Christopher D. Stone zijn theorie over de rechten van bomen.[2] Voor dierenrechtenfilosoof Tom Regan (1938-2017) hebben dieren rechten omdat ze een bewustzijn vertonen, wat niet het geval is bij planten. Maar Michael Marder, filosoof aan de Universiteit van Baskenland, besluit op grond van de moderne plantenfysiologie dat planten een bewustzijn hebben, en dus een subjectief recht bezitten.[3][4] Milieuethicus Paul W. Taylor (1923-2015) formuleerde het biocentrisme, een ethiek die inherente waarde toekent aan alle levende wezens.

In de oosterse religies, meer bepaald in het hindoeïsme en jaïnisme, behoort de bescherming van planten tot de spirituele tradities.[3]

Wetenschap

In de plantenfysiologie worden de levensverrichtingen van planten bestudeerd. Daaruit blijkt onder meer de veelzijdige respons van planten op gebeurtenissen in hun omgeving. Ook bestsellerauteurs als Stefano Mancuso ("Briljant groen") en Peter Wohlleben ("Het verborgen leven van bomen") vestigden de aandacht op de veelzijdigheid van planten in het algemeen. Mancuso pleit onomwonden voor "erkenning van de rechten van de plant".[5]

Wetgeving

In vele landen kunnen merkwaardige bomen of veteraanbomen weliswaar nu al een officiële bescherming krijgen als erfgoed(monument), maar dit houdt geen erkenning van rechten in.

De Zwitserse grondwet erkent weliswaar niet uitdrukkelijk de rechten, maar wel de "waardigheid" van alle organismen, planten en dieren, en de overheid werkt sedert 1998 aan ethische normen in de niet-menselijke biotechnologie.[6]

In december 2018 erkende de White Earth Indian gemeenschap, een onderdeel van het inheems Noord-Amerikaanse Ojibweg-volk de Rights of Manoomin of rechten van de wilde rijst, een primeur.[7]

In Frankrijk werd op 5 april 2019 symbolisch de "Verklaring van de rechten van de boom" (Déclaration des droits de l’arbre) afgekondigd, als een oproep om spoedig aangepaste wetgeving op te stellen.[8][9]

Politiek

In Nederland werd in 2010 een nieuwe "Partij voor de Planten" voorgesteld.[10]

Zie ook

  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Plant rights op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  1. (en) Chapter XXVII The Views of an Erewhonian Philosopher Concerning the Rights of Vegetables. Universiteit van Victoria. Geraadpleegd op 5 oktober 2019.
  2. (en) Stone, Christopher D. (1972-2010). Should Trees Have Standing?. Oxford University Press, pp. 264. ISBN 9780199736072.
  3. a b (en) The time is ripe for plant rights. Al Jazeera (21 januari 2013). Geraadpleegd op 5 oktober 2019.
  4. (en) Marder, Michael (2013). Plant-Thinking: A Philosophy of Vegetal Life. Columbia University Press, pp. 248. ISBN 9780231161251.
  5. Auteurs zoeken 'erkenning voor rechten van de plant'. de Volkskrant (27 juli 2017). Geraadpleegd op 21 oktober 2019.
  6. (en) Federal Ethics Committee on Non-Human Biotechnology (ECNH). Overheid van Zwitserland. Geraadpleegd op 5 oktober 2019.
  7. (en) The Rights of Wild Rice (8 februari 2019). Geraadpleegd op 5 oktober 2019.
  8. (fr) C’est quoi la déclaration des droits de l’arbre ? (18 april 2019). Geraadpleegd op 21 oktober 2019.
  9. (fr) Déclaration des droits de l’arbre. arbres.org (5 april 2019). Geraadpleegd op 21 oktober 2019.
  10. 'Partij voor de Planten opgericht' (28 maart 2010). Gearchiveerd op 10 januari 2014. Geraadpleegd op 21 oktober 2019.