Epoecofyt

Epoecofyten (ep-oecofyten) zijn ingeburgerde planten die zich een plaats veroverd hebben in de huidige vegetatie, maar niet in de tegenwoordige potentieel natuurlijke vegetatie.[1]

Voorbeelden van epoecofyten zijn: brave hendrik (Chenopodium bonus-henricus), Canadese fijnstraal (Conyza canadensis), doornappel (Datura stramonium), tuinwolfsmelk (Euphorbia peplus), schijfkamille (Matricaria discoidea), middelste teunisbloem (Oenothera biennis), draadereprijs (Veronica filiformis) en grote ereprijs (V. persica).

  • Epoecofyten
  • Canadese fijnstraal
    Canadese fijnstraal
  • Doornappel
    Doornappel
  • Tuinwolfsmelk
    Tuinwolfsmelk
  • Schijfkamille
    Schijfkamille
  • Middelste teunisbloem
    Middelste teunisbloem
  • Grote ereprijs
    Grote ereprijs

Epoecofyten worden op grond van de mate van inburgering als groep onderscheiden van onder andere de efemerofyten (planten die in het wild voorkomen, maar weer verdwijnen doordat ze zich op eigen kracht zonder hulp van de mens niet kunnen handhaven, en geen vaste plaats in de vegetatie hebben) en de agriofyten (planten die zich in de tegenwoordige potentieel natuurlijke vegetatie een plaats hebben veroverd, die zij nog niet hadden in de oorspronkelijke vegetatie).

Zie ook

  • Status (biogeografie)
Bronnen, noten en/of referenties
  1. (de) Schroeder, F.-G. (1974) Zu den Statusangaben bei der floristischen Kartierung Mitteleuropas. Göttinger Floristische Rundbriefe 8. Jahrgang, 71-78
· · Sjabloon bewerken
Floristische statusaanduiding
Mate van inburgering
Ingeburgerd:idiochorofyten (oorspronkelijk inheems, autochtoon) · agriofyten (in natuurlijke vegetatie) · epoecofyten (cultuurafhankelijk; in antropogene vegetatie)
Niet ingeburgerd:efemerofyten (onbestendig in het wild) · ergasiofyten (slechts gecultiveerd voorkomend, cultuurgewas)
Vestiging
Tijdstip:archeofyten (voor 1492) · neofyten (synantroop, na 1492)
Wijze:akolutofyten (invasieve binnendringers) · xenofyten (onopzettelijk ingevoerd) · ergasiofygofyten (opzettelijk ingevoerd, verwilderd)
Inburgering en vestiging
Inheems:indigene planten (idiochorofyten & archeofyten)
Cultuurvolgers:ingeburgerde planten (agriofyten & epoecofyten - archeofyten) · efemerofyten (ook exoten)
Cultuurplant:ergasiofyten
Areaalgrootte:disjunct · endemisch · kosmopolitisch · verspreidingsgebied
Veranderingen:kolonisatie · pioniersoort · refugium · relict
· · Sjabloon bewerken
Bioom:tropisch bos · loofbos · naaldbos · grasland · woestijn · toendra
WWF-bioom:Tropisch of subtropisch regenwoud · Tropisch of subtropisch droog woud · Tropisch of subtropisch naaldwoud · Gematigd loofbos of gemengd bos · Gematigd naaldwoud · Taiga · Tropisch of subtropisch grasland, savanne of struweel · Gematigd grasland, savanne of struweel · Overstromende graslanden en savannes · Berggraslanden en -struwelen · Toendra · Mediterrane bossen, bosland en struwelen · Woestijnen en droge struwelen · Mangrove
Ecozone:Afrotropisch gebied · Australaziatisch gebied · Nearctisch gebied · Neotropisch gebied · Oriëntaals gebied · Palearctisch gebied · Oceanisch gebied · Antarctisch gebied
Florarijken:Holarctis · Neotropis · Paleotropis · Capensis · Australis · Antarctis
Biogeografie:adventief · archeofyt · autochtoon · areaal · beschermingsstatus · cultuurvolger · disjunct verspreidingsgebied · eilandbiogeografie · endemie · exoot · extinctie · florarijk · floristiek · inburgering · inheems · invasieve soort · kosmopolitische verspreiding · massa-extinctie · plantengeografie · Rode Lijst van de IUCN · status · uitsterven · verspreidingsgebied · vestiging