Eerste Kamerverkiezingen 1871

Eerste Kamerverkiezingen 1871
Datum 12 juli 1871
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 39
(26 leden waren niet-aftredend)
Opvolging verkiezingen
← 1868     1874 →
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Eerste Kamerverkiezingen 1871 waren reguliere Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 12 juli 1871.

De verkiezingen werden gehouden voor een derde deel van de zittende leden van de Eerste Kamer van wie de zittingstermijn afliep. Bij deze verkiezingen kozen de leden van Provinciale Staten - die bij de Statenverkiezingen in mei 1871 gekozen waren - in negen[1] kiesgroepen naar provincie[2] dertien nieuwe leden.

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:

Groepering Zetels Zetelverdeling naar provincie[2]
1868 Af[3] Bij[4] 1871 +/- Gr F D O Ge U NH ZH Z NB L
liberalen 16[5][6]  6  7 17 +1   2 3 2 2 2 5 1
gematigde liberalen 13/10[5][6][7]  2  3 11 +1   1 1 1 2 2 1 2 1
conservatieven  10/8[5][7]  3  1  6 -2  1 2 1 2
katholieken  0/5[6]  2  2  5 0 3 2
totaal 39 13 13 39 0 2 3 1 3 5 2 6 7 2 5 3

Gekozenen

Bij deze verkiezingen waren dertien leden aftredend, van wie negen herkozen werden. De stemmingen voor de overige vacatures hadden de volgende resultaten:

  • Door Provinciale Staten van Zuid-Holland werd Gerrit Adrianus de Raadt (gematigde liberalen) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Johan Antoni Philipse (conservatieven) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn.
  • Door Provinciale Staten van Zeeland werd Willem Christiaan Borsius (liberalen) gekozen die de aftredende afgevaardigde Cornelis van der Lek de Clercq (conservatieven) versloeg.
  • Door Provinciale Staten van Noord-Brabant werd Antonius Franciscus Vos de Wael (katholieken) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Napoleon Franciscus Carolus Josephus Sassen die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn.
  • Door Provinciale Staten van Noord-Brabant werd Carolus Jacobus Antonius van Rijckevorsel (gematigde liberalen) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Eduardus Johannes Petrus van Meeuwen die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn.

De zittingsperiode van de Eerste Kamer ging in op 19 september 1871. De zittingstermijn van de gekozen Kamerleden bedroeg negen jaar.[8]

Bronnen

  • Algemeen Handelsblad, 12 juli 1871
  • Algemeen Handelsblad, 13 juli 1871
  • Het Vaderland, 13 juli 1871

Noten

  1. In Drenthe en Utrecht waren geen aftredende Kamerleden.
  2. a b Zie Eerste Kamerverkiezingen voor een nadere toelichting.
  3. Aftredend in 1871 vanwege het bereiken van het einde van de zittingstermijn.
  4. Gekozen c.q. herkozen bij de verkiezingen in 1871.
  5. a b c Het aantal zetels is gewijzigd door tussentijdse verkiezingen gedurende de zittingsperiode.
  6. a b c Drie gematigde liberalen en twee liberalen groepeerden zich vanaf 1870 als katholieke fractie.
  7. a b Eén conservatief sloot zich vanaf 1870 aan bij de gematigde liberalen.
  8. Om de drie jaar was een derde deel van de Kamerleden aftredend.
Vlag van Nederland
· · Sjabloon bewerken
Eerste Kamerverkiezingen

*1850 · 1853 · 1856 · 1859 · 1862 · 1865 · 1868 · 1871 · 1874 · 1877 · 1880 · 1883 · *1884 · 1887 (I) · *1887 (II) · *1888 · 1890 · 1893 · 1896 · 1899 · 1902 · *1904 · 1907 · 1910 · 1913 · 1916 · *1917 · 1919 · *1922 · *1923 · 1926 · 1929 · 1932 · 1935 · *1937 · *1946 · *1948 · 1951 · *1952 · 1955 · *1956 (I) · *1956 (II) · 1960 · *1963 · 1966 · 1969 · *1971 · 1974 · 1977 · 1980 · *1981 · *1983 · *1986 · 1987 · 1991 · 1995 · 1999 · 2003 · 2007 · 2011 · 2015 · 2019 · 2023
* algemene verkiezingen in verband met vervroegde ontbinding van de Eerste Kamer
vanaf 1987 bedraagt de vaste zittingstermijn van de Eerste Kamer vier jaar