Co-extinctie

Co-extinctie verwijst naar het fenomeen waarbij het verdwijnen of de sterke achteruitgang van een soort, mogelijk een gastheer, prooidier of andere voedselbron, leidt tot het verlies (of het risico daarop) van een andere soort, die van de eerste afhankelijk is. Dit kan mogelijk leiden tot een kettingreactie over verschillende trofische niveaus. De term werd voor het eerst gebruikt in 1993 door Stork and Lyal,[1] voor de beschrijving van het uitsterven van parasitaire insecten na het afsterven van bepaalde gastheren. Een recenter wetenschappelijk voorbeeld is de achteruitgang van korstmossen bij het afsterven van de essenbossen (fraxinus excelsior) in Scandinavië.[2] In het algemeen gaat het om het verlies van elke interagerende soort, al dan niet in competitie. Nog een voorbeeld is het verdwijnen van gespecialiseerde herbivoren na het verlies van hun voedselbron. Co-extinctie komt vooral voor wanneer een sleutelsoort verdwijnt.

In recente klimaatrapporten wordt gewezen op co-existentie als een nog weinig onderzochte factor in het massale verlies van biodiversiteit, als consequentie van de opwarming van de Aarde.[3]

Zie ook

  • Lian Pin Koh, Singaporees ecoloog en onderzoeker over co-extinctie.
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Coextinction op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  1. (en) Host–Parasite Coextinction and the Plight of Tick Conservation. Oxford University Press (1 april 1996). Geraadpleegd op 30 november 2018.
  2. (en) Estimating Coextinction Risks from Epidemic Tree Death: Affiliate Lichen Communities among Diseased Host Tree Populations of Fraxinus excelsior. Geraadpleegd op 30 november 2018.
  3. (en) Giovanni Strona & Corey J. A. Bradshaw, Co-extinctions annihilate planetary life during extreme environmental change. Nature (13 november 2018). Gearchiveerd op 4 april 2019. Geraadpleegd op 30 november 2018.