Belgisch Staatsblad

Het Belgisch Staatsblad, jaargang 2010, dus met Nederlands links – zie hoofdtekst.

Het Belgisch Staatsblad is het officiële publicatieblad van de Belgische staat, waarin wetten, koninklijke besluiten, decreten, ordonnanties, de oprichting van allerlei verenigingen, etc. voor het hele land worden bekendgemaakt. De Franse naam is Moniteur belge, de Duitse naam is Belgisches Staatsblatt. De publicatie ervan wordt onder verantwoordelijkheid van de Federale Overheidsdienst Justitie verzorgd door het Bestuur van het Belgisch Staatsblad.[1]

De afkorting is BS, vaak cursief geschreven.

Geschiedenis

De Moniteur Belge werd opgericht bij regentsbesluit van 10 juni 1831 en verscheen regelmatig vanaf 16 juni 1831. Het was een privékrant onder regeringstoezicht waarin naast normatieve teksten, parlementaire verslagen en consulaire berichten ook politieke commentaren verschenen en aankondigingen van hofbals, epidemieën en pakketboten. Daarnaast bestond sinds 1830 het publicatieblad Bulletin officiel des lois et arrêtés royaux de la Belgique ("Staetsblad der wetten en koninklijke besluiten van België") voor wetteksten en de Union Belge voor parlementaire verslagen. Gestaag begon de accessoire rol van staatscourant zwaarder te wegen in de Moniteur Belge tot het blad bij wet van 28 februari 1845 de rol van officieel publicatieblad volledig overnam.[2] Er kwam een einde aan de opiniërende artikels ter ondersteuning van de regering en het unionisme. Het Bulletin Officiel werd omgevormd tot een periodieke wetsverzameling met een "Vlaemsche vertaling" ten behoeve van de Nederlandstalige gemeenten. De hoofdredactie van de Moniteur was van 1831 tot 1888 in handen van de Fransman Pierre-Philippe Bourson.

De democratisering van 1893 gaf een boost aan de Vlaamse taalstrijd en leidde in 1895 tot de eerste Nederlandse vertaling in het Staatsblad, afgedrukt in een kolom rechts van de Franse tekst. Door de Gelijkheidswet van 1898 kreeg de Nederlandse wettekst gelijke waarde. In de Wet van 31 mei 1961 was uitdrukkelijk bepaald dat de ene taal geen voorkeur genoot boven de andere in de wetsinterpretatie.[3] Om de gelijkwaardigheid van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap verder te benadrukken, wisselen de talen sinds 1976 jaarlijks van positie.[4]

Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de regering in ballingschap en het bezettingsbestuur elk een eigen Belgisch Staatsblad uitgebracht. Na de oorlog bleef enkel het eerste geldig.

Sinds 3 juni 1997 is het Belgisch Staatsblad online beschikbaar. Vanaf 1 januari 2003 werd het Staatsblad niet langer verspreid in gedrukte vorm en was het alleen nog raadpleegbaar via het internet. De wetswijziging die dit doorvoerde werd door het Arbitragehof in strijd geacht met de Grondwet, omdat niet alle burgers toegang hebben tot het internet. Om aan deze bezwaren tegemoet te komen werd in mei 2005 beslist om de inhoudsopgave van het Staatsblad opnieuw af te drukken en ter inzage neer te leggen in onder meer bibliotheken, postkantoren en gemeentehuizen, waarna de burger tegen een vergoeding in openbare gebouwen de website kan raadplegen. Er worden nog vijf exemplaren gedrukt: voor het Algemeen Rijksarchief, de Koninklijke Bibliotheek van België, en de archieven van het Belgisch Staatsblad, de FOD Justitie en de Kamer van volksvertegenwoordigers. Ook burgers kunnen een gedrukt exemplaar aanvragen, maar dat gebeurt zelden of nooit.[4]

Taal

De Nederlandse en de Franse tekst verschijnen in kolommen "tegenover elkander". In de even jaren staat het Nederlands links. Voor de Duitstalige Gemeenschap worden Duitse vertalingen gepubliceerd, maar die zijn niet rechtsgeldig.[4]

Kennisneming en rechtsgevolgen

De Belgische rechtspraak volgt het algemene rechtbeginsel "nemo censetur ignorare legem" (iedereen wordt verondersteld de wet te kennen, niemand kan zich beroepen op zijn onwetendheid van de wet).[5] Het is in principe niet mogelijk zich te beroepen op rechtsdwaling. Inwoners van België moeten dus eigenlijk op de hoogte zijn van de inhoud van het Belgisch Staatsblad. In 2005 werd vastgesteld dat in België zo'n 45.000 wetten en één miljoen wetsartikelen van toepassing zijn.[6] De burger dient daarvan echter alleen de wetten te kennen die op hem van toepassing zijn in de omstandigheden waarin hij zich bevindt.[7]

Wetten en besluiten worden verbindend tien dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad, tenzij ze iets anders bepalen.[8] Een wet die niet is bekendgemaakt is weliswaar rechtsgeldig, maar niet verbindend tegenover burgers (artikel 190 van de Grondwet).[9] Dit betekent dat de naleving van de wet juridisch niet kan worden afgedwongen.

Omvang

De omvang van het Belgisch Staatsblad neemt gestaag toe. Tussen 1845 en 2012 verschenen er 1.717.992 pagina’s, in de vijf jaar van 2013 tot 2017 nog eens 502.502, voor een totaal van 2.220.494. Tussen 2003 en 2017 varieerde het aantal bladzijden per jaargang tussen 57.756 (in 2005) en 117.002 pagina's (in 2017).

Al in de eerste maanden van 2017 werd duidelijk dat het aantal bladzijden voor het eerst over de 100.000 zou gaan. Het record van 2017 kwam er echter niet door een sterke toename in wetgeving. Europese verdragen genereerden zo'n 25.000 extra bladzijden. Als gevolg van de zesde staatshervorming verschijnen Europese verdragsteksten die voorheen alleen op federaal niveau geplaatst werden nu ook op gewestelijk niveau, dus in drievoud. Het lijvigste lemma van 2017 was de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne (6.827 bladzijden). Ook de voortschrijdende regionalisering van bevoegdheden binnen de Belgische federatie zorgde voor veel extra pagina's. De overheveling van het gezag over de binnenwateren van de FOD Mobiliteit naar de gewesten verdrievoudigde de hoeveelheid wetteksten over deze materie.[4][10][11]

  • Verticale as: Aantal bladzijden
  • Bron: Matthijs e.a. (2005)[12]; Belgisch Staatsblad, verwerking Voka–Kamer van Koophandel Limburg[13];
  • jaar 2018[14];
  • jaar 2019 en 2020[15];
  • jaar 2021[16];

Online vindplaatsen

Vóór 1997 is het Belgisch Staatsblad slechts beperkt en zonder zoekmotor online aanwezig. Voor de jaren 1934-1940 en 1962-1997 kan een bepaalde editie worden geraadpleegd door de datum van verschijning in te vullen in de volgende URL:

  • https://www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/JJJJ/MM/DD_1.pdf

Google Books heeft gebundelde staatsbladen voor de periode 1946-1967:

  • Bundels met volledige weergave

Zie ook

Literatuur

  • Els Witte, De Moniteur Belge, de regering en het parlement tijdens het unionisme (1831-1845), 1985, 143 p.

Externe links

  • Belgisch Staatsblad
  • Bestuur van het Belgisch Staatsblad
  • Federale Overheidsdienst Justitie (het vroegere Ministerie van Justitie van België)
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Moniteur Belge - Belgisch Staatsblad. www.ejustice.just.fgov.be. Gearchiveerd op 1 januari 2018. Geraadpleegd op 30 december 2017.
  2. Wet van 28 februari 1845 voortschryvende eene nieuwe wyze van bekrachtiging en afkondiging der wetten en van bekendmaking der wetten en besluiten. Gearchiveerd op 1 juni 2023.
  3. Artikel 7 van de Wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen
  4. a b c d Tommy Thijs, Waarom barst het Staatsblad al jaren uit zijn voegen?. Het laatste nieuws (hln.be). De Persgroep (28 november 2013). Gearchiveerd op 31 december 2017. Geraadpleegd op 12 februari 2018.
  5. Van Hoecke, M., "De algemene rechtsbeginselen als rechtsbron: een inleiding", in Algemene rechtsbeginselen, Antwerpen 1991, 3-28
  6. Herman Matthijs, Maarten Theo Jans, Hedwig de Koker (2005). Bestuurswetenschappen: de overheid : instellingen en beleid. Intersentia nv, pp. 19. ISBN 9789050954457. Gearchiveerd op 3 juni 2023.
  7. Hens, T., "Over het adagium 'Nemo censetur ignorare legem' en de zorgvuldigheidsnorm", R.W., 1994-95, 1062-1063
  8. Artikelen 4 en 6 van de Wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen
  9. LOI - WET. www.ejustice.just.fgov.be. Bestuur van het Belgisch Staatsblad (17 februari 1994). Geraadpleegd op 30 november 2019.
  10. Staatsblad sluit recordjaar af met iets meer dan 117.000 pagina's. hln.be (29 december 2017). Gearchiveerd op 29 december 2017. Geraadpleegd op 29 december 2017.
    Voor bron aantal bladzijden: plaats muiswijzer op de grafiek. Aantal bladzijden van de jaargangen 2003–2017: 173e jg (2003): 62.806 p.; 174e jg (2004): 87.430 p.; 175e jg (2005): 57.756 p.; 176e jg. (2006): 76.470 p.; 177e jg (2007): 66.290 p.; 178e jg (2008): 69.358 p.; 179e jg (2009): 82.993 p; 180e jg (2010): 83.678 p p; 181e jg (2011): 81.964 p; 182e jg (2012): 89.084 p; 183e jg (2013): 104.172 p; 184e jg (2014): 107.270 p; 185e jg (2015): 81.832 p; 186e jg (2016): 92.226 p; 187e jg (2017): 117.002 p;
  11. Staatsblad al bijna 50.000 pagina's dik | Metro. Mass Transit Media (7 april 2017). Gearchiveerd op 30 december 2017. Geraadpleegd op 30 december 2017.
  12. Herman Matthijs, Maarten Theo Jans en Hedwig de Koker, Bestuurswetenschappen. De overheid. Instellingen en beleid, 2005, p. 19
  13. Belgisch Staatsblad verbreekt triest record, 29 december 2017. Gearchiveerd op 17 april 2022.
  14. Rik Arnoudt, Belga, Belgisch Staatsblad is dit jaar dikker dan ooit | VRTNWS. VRT (27 december 2019). Gearchiveerd op 21 juni 2021. Geraadpleegd op 3 maart 2021.
  15. ADN, Belga, 'Mager' Staatsblad van 98.296 pagina's, maar met extra weekendedities door corona | hln.be. hln.be (31 december 2020). Gearchiveerd op 22 januari 2021. Geraadpleegd op 3 maart 2021.
  16. Ezra Cnaepkens, Belga, Staatsblad was nooit zo dik: 127.808 pagina's| hln.be. hln.be (31 december 2021). Gearchiveerd op 1 januari 2022. Geraadpleegd op 1 januari 2022.