Beklierde heggenroos

Beklierde heggenroos
Beklierde heggenroos
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht:Rosa (Roos)
Soort
Rosa balsamica
Besser (1815)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De beklierde heggenroos (Rosa balsamica, synoniem: Rosa tomentella, Rosa obtusifolia) is een struik die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). Rosa balsamica zou een synoniem zijn van Rosa canina.[1] De soort komt van nature voor in Europa. De beklierde heggenroos staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeldzaam en stabiel of toegenomen. Het aantal chromosomen is 2n = 35.

De grote, losse, rechtopgaande struik wordt 1,5-3 m hoog. Op de lange, boogvormig overhangende, onbeklierde takken zitten gekromde stekels, die een brede basis hebben. De bladeren zijn meestal zeventallig geveerd met elliptische, 2,0-3,5 cm lange en 1,5–2,0 cm brede dubbel- tot meervoudig gezaagde deelblaadjes. De deelblaadjes hebben een spitse top. Ze zijn aan de onderkant donsachtig behaard en hebben roodachtige zittende klieren. Ze zijn aan de bovenkant onbehaard of zwak behaard en klierloos. De blaadjes zijn bij wrijving geurloos. De steunblaadjes zijn aan de bovenkant onbehaard en onbeklierd en aan de onderkant aanliggend behaard. Aan de rand van de steunblaadjes zitten klieren met wimpers. De bladsteel en bladspil zijn rondom behaard en hebben zittende, roodachtige klieren. Ze hebben geen kleine stekels.

De beklierde heggenroos bloeit van juni tot in augustus met ronde, bleekroze of witte, 3,5-4,5 cm grote bloemen. De behaarde kelkbladen hebben meestal geen klieren. De na de bloei teruggeslagen kelkbladen vallen voor de rijping van de rozenbottel af. De vrije stijl is zwak behaard.

De helderrode, kale, vlezige, bolvormige tot eivormige, 1-2 cm lange en 0,8 - 1 cm brede, onbeklierde rozenbottel is een bloembodem met daarin de nootjesachtige vruchten. De 1-2 cm lange steel van de rozenbottel is kaal en meestal niet beklierd. Het stijlkanaal is 0,5-0,9 mm groot.

De beklierde heggenroos komt voor op vrij droge, kalkhoudende grond op zeeduinen, zonnige bosranden, hellingen, in hagen, struwelen en grazige ruigten.

  • Struik
    Struik
  • Blad
    Blad
  • Bloem
    Bloem
  • Vruchten
    Vruchten

Externe links

  • Verspreiding in Nederland FLORON
  • Beklierde heggenroos op Wilde planten
  • (de) Beschrijving met foto's
Bronnen, noten en/of referenties
  1. De Riek, Jan; De Cock, Katrien; Smulders, Marinus J.M.; Nybom, Hilde (2013). "AFLP-based population structure analysis as a means to validate the complex taxonomy of dogroses (Rosa section Caninae)". Molecular Phylogenetics and Evolution. 67 (3): 547–59. doi:10.1016/j.ympev.2013.02.024. PMID 23499615.
· · Sjabloon bewerken
Soorten van het geslacht Rosa (Rozen)

R. agrestis (Kraagroos) · R. arvensis (Bosroos) · R. balsamica (Beklierde heggenroos) · R. banksiae · R. caesia (Behaarde struweelroos) · R. canina (Hondsroos) · R. corymbifera (Heggenroos) · R. dumalis (Kale struweelroos) · R. elliptica (Wigbladige roos) · R. gallica (Franse roos) · R. glauca (Bergroos) · R. hemisphaerica · R. henkeri-schulzei (Schijnegelantier) · R. hugonis · R. inodora (Schijnkraagroos) · R. majalis (Kaneelroos) · R. micrantha (Kleinbloemige roos) · R. moschata (Muskusroos) · R. moyesii (Mandarijnroos) · R. multiflora (Veelbloemige roos) · R. pimpinellifolia (Duinroos) · R. pseudoscabriuscula (Schijnviltroos) · R. roxburghii (Kastanjeroos) · R. rubiginosa (Egelantier) · R. rugosa (Rimpelroos) · R. sempervirens · R. soulieana · R. × stylosa (Stijlroos) · R. subcanina (Schijnhondsroos) · R. subcollina (Schijnheggenroos) · R. villosa (Viltroos)