Zilvercyanaat

Zilvercyanaat
Algemeen
Molecuulformule AgOCN
IUPAC-naam zilvercyanaat
Molmassa 149,885 g/mol
InChI
1S/CHNO.Ag/c2-1-3;/h3H;/q;+1/p-1
CAS-nummer 3315-16-0
PubChem 76827
Wikidata Q1429870
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen
Schadelijk
Waarschuwing
H-zinnen H302 - H312 - H332
EUH-zinnen geen
P-zinnen P280
VN-nummer 3260
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Kleur beige-grijs
Dichtheid 4 g/cm³
Onoplosbaar in water
Geometrie en kristalstructuur
Kristalstructuur monoklien
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Zilvercyanaat is een zout van zilver en het cyanaat-anion, en heeft als brutoformule AgOCN. De stof komt voor als een beige tot grijs kristallijn poeder, dat zo goed als onoplosbaar is in water.

Synthese

Zilvercyanaat kan bereid worden door de metathesereactie tussen kaliumcyanaat en zilvernitraat:

AgNO 3 + KOCN AgOCN + KNO 3 {\displaystyle {\ce {AgNO3 + KOCN -> AgOCN + KNO3}}}

Een alternatieve bereidingsmethode is de reactie tussen zilvernitraat en ureum:

AgNO 3 + H 2 NC ( = O ) NH 2 AgOCN + NH 4 NO 3 {\displaystyle {\ce {AgNO3 + H2NC(=O)NH2 -> AgOCN + NH4NO3}}}

Eigenschappen

Zilvercyanaat kristalliseert uit in een monoklien kristalsysteem. Het behoort tot de ruimtegroep P21/m en de parameters van de eenheidscel bedragen:[1]

  • a = 547,3 pm
  • b = 637,2 pm
  • c = 341,6 pm
  • β = 91°

Zilvercyanaat kent een explosief isomeer, zilverfulminaat. Aan de hand van beide verbindingen ontdekten Justus von Liebig en Friedrich Wöhler aan het begin van de 19e eeuw het concept isomerie.

Reacties

Zilvercyanaat reageert in waterig midden met salpeterzuur tot zilvernitraat, koolstofdioxide en ammoniumnitraat:

AgOCN + 2 HNO 3 + H 2 O AgNO 3 + CO 2 + NH 4 NO 3 {\displaystyle {\ce {AgOCN + 2HNO3 + H2O -> AgNO3 + CO2 + NH4NO3}}}

Externe link

  • (en) MSDS van zilvercyanaat
Bronnen, noten en/of referenties
  1. (en) D. Britton & J.D. Dunitz (1965) – The crystal structure of silver cyanate, Acta Cryst., 18, pp. 424-428