Wonderen van Jezus

Ivan Aivazovsky: Jezus loopt op het water, 1888
Rafaël: Wonderbaarlijke visvangst, 1515

De wonderen van Jezus zijn de veronderstelde bovennatuurlijke verrichtingen van Jezus, die worden beschreven in de evangeliën, enkele apocriefen van het Nieuwe Testament en de Koran. Christelijke schrijvers hebben door de eeuwen heen de wonderen die in de vier evangeliën aan Jezus worden toegeschreven geanalyseerd. Vaak wordt aan elk wonder een bijzonder leerstuk verbonden dat overeenkomt met Jezus' boodschap.[1]

Soorten wonderen

Jezus' wonderen kunnen in vier groepen onderverdeeld worden: genezingen, exorcisme, opwekkingen uit de dood en beheersing van de natuur.[2] H. van der Loos onderscheidt enerzijds wonderen die mensen betreffen en anderzijds wonderen waarin de natuur beheerst wordt - bijvoorbeeld als Jezus over het water loopt.[3] In de eerste categorie zijn er genezingen van een ziekte - bijvoorbeeld de genezing van de blinde van Bethsaïda[4] - exorcismes en opwekkingen van de doden.[5] Een gemeenschappelijk kenmerk van de wonderen van Jezus in de evangeliën is dat hij deze belangeloos verrichtte.[6]

Er worden ook wonderen beschreven die aan Jezus zelf voltrokken werden, zoals de gedaanteverandering van Jezus en de dood en herrijzenis van Jezus.[7] Deze worden niet als wonder van Jezus beschouwd.

Motieven

Volgens de synoptische evangeliën (Marcus, Matteüs en Lucas) weigerde Jezus wonderbaarlijke tekenen te geven van zijn gezag.[8] Toch geloven christenen dat Jezus' wonderbaarlijke genezingen een vervulling waren van profetieën van Jesaja en beschouwen zij mede om die reden Jezus als de Messias die in het Oude Testament voorspeld wordt.[9][10]

Volgens de Catechismus van de Katholieke Kerk verrichtte Jezus wonderen om de volgende redenen:

Jezus laat zijn parabels vergezeld gaan van talrijke "machtige daden, wonderen en tekenen" (Hand. 2, 22), die tonen dat het koninkrijk in Hem aanwezig is. Zij getuigen van het feit dat Jezus de aangekondigde Messias is. De tekenen die Jezus heeft verricht getuigen ervan dat de Vader Hem gezonden heeft. Zij nodigen ertoe uit in Hem te geloven. Aan hen die zich in geloof tot Hem richten, geeft Hij wat zij vragen. Dan versterken de wonderen het geloof in Hem die de werken van zijn Vader doet: zij getuigen dat Hij de Zoon van God is.[11]

Interpretatie

Hedendaags christendom

De meeste theologen zien de wonderen van Jezus op grond van onderzoek als symbolische en mythologische verhalen, net als de vrijzinnige protestanten.[12][13][14][15] Maar volgens het Amerikaanse Jesus Seminar zijn ten minste enkele genezingen door Jezus aannemelijk.[16][17]

Recente wonderen

De Rooms-katholieke kerk heeft een lange traditie om wonderen te erkennen. De procedure van de heiligverklaring vereist een wonder dat is verricht op voorspraak van de overleden kandidaat-heilige tot wie gebeden wordt. Het wonder bestaat uit een onverklaarbare genezing en wordt voor de RK-kerk getoetst door een commissie van artsen.

Aan de Poolse rabbijn Yisroel ben Eliezer (de Besht, 1698-1760) werden honderden vreemdsoortige wonderen toegeschreven in het boek Shivḥei ha-Besht (1814-1815). Recent worden wonderen toegeschreven aan reeds overleden of nog levende personen, bijvoorbeeld aan Menachem Mendel Schneersohn, Moeder Teresa, Paus Johannes Paulus II, Thomas Lee Osborn, Jan Zijlstra en Jomanda.

Niet-religieuze interpretatie

De Schotse filosoof David Hume publiceerde een invloedrijk essay over wonderen in zijn An Enquiry Concerning Human Understanding (1748), waarin hij betoogde dat geen enkel bewijs voor wonderen de mogelijkheid weerlegde dat degene die het wonder beschreef zichzelf en anderen misleidde:

Omdat de waarheid vaker geweld wordt gedaan door getuigenissen over religieuze wonderen dan over andere gebeurtenissen, moet dit wel het gezag van die getuigenissen ondermijnen. Dat brengt ons ertoe ze niet serieus te nemen, ook al worden ze onder de mooiste voorwendselen naar voren gebracht.[18]

Bart Ehrman stelt dat juist de aanname van de universaliteit van de natuurwetten wetenschap mogelijk maakt, terwijl wonderen per definitie indruisen tegen de manier waarop de natuur gewoonlijk werkt. Hierdoor is het voor historici in beginsel onmogelijk de verhalen over Jezus' wonderen te bevestigen of weerspreken.[17]

Historische context

Geloof in wonderen was wijdverbreid in de klassieke oudheid. Goden en halfgoden als Heracles (Hercules), Asclepius (een Griekse arts die een god werd) en Isis uit Egypte genazen volgens het volksgeloof zieken en verrichtten opwekkingen uit de dood.[19] Tevens was de gedachte wijdverbreid dat sterfelijke mensen deze wonderen konden verrichten, als ze maar voldoende beroemd en deugdzaam waren. Over filosofen als Pythagoras en Empedocles deden mythen de ronde dat ze stormen op zee bedwongen en ziekten verdreven: ze werden gezien als goden.[20][21] De verrichtingen van Apollonius van Tyana (2 n.Chr - ca. 98 n.Chr.) waren zo beroemd en leken zo op die van Jezus, dat de platonicus Porphyrios, een tegenstander van de christenen uit de derde eeuw, ze aanhaalde om aan te tonen dat Christus niet origineel was en ook niet goddelijk. (Eusebius van Caesarea pleitte tegen dit argument.)[22]

Jodendom

Ook in het antieke Jodendom was geloof in wonderen normaal. Het kunnen verrichten van wonderen leidde echter niet tot een verhoogde status, zoals (de) Messias of Zoon van God.[23] Flavius Josephus beweerde dat de Joden de wijsheid van Salomo hadden geërfd en hen in staat stelde tot genezingen en exorcisme.[24] Het geloof dat deze twee zaken samenhingen, was algemeen: ziekte werd veroorzaakt door boze geesten (demonen), dus als die werden uitgeworpen, leidde dat tot genezing.[25]

In de Hebreeuwse Bijbel worden diverse wonderen genoemd die Mozes verrichtte en wordt verteld dat de profeten Elia en Elisa mensen van melaatsheid (in Nieuwe Bijbelvertaling: huidvraat) hadden genezen en doden hadden opgewekt.[26]

De rabbijnse literatuur vermeldt vier wonderdoeners uit de periode van de Tweede Tempel, van wie er twee uit Galilea kwamen. Beiden waren arm. Abba Hilkia bad om regen in een tijd van droogte. Rabbi Hanina ben Dosam leefde een generatie na Jezus (stierf circa 65). Men hoorde over hem een hemelse stem. Het vermogen wonderen te doen, werd toegeschreven aan de bijzondere relatie die deze mannen met God hadden.[27]

Vroege christendom

Justinus de Martelaar merkte op dat Jezus' genezingen leken op de wonderen die aan Asclepius werden toegeschreven.[28] Lucianus van Samosata beschreef de werkwijze van exorcisten die de boze geest bevroegen, bedreigden en met een bevel uitdreven.[29][30]

Vergelijking van de wonderen in de vier evangeliën

Aantal

Het aantal wonderen is afhankelijk van hoe ze geteld worden. Bij de opwekking van de dochter van Jaïrus wordt bijvoorbeeld zowel een vrouw genezen als een kind uit de dood opgewekt, maar de gebeurtenissen worden samen vermeld. De vermelding dat het kind 12 jaar oud was en de vrouw al 12 jaar ziek leidde tot verschillende interpretaties. Bovennatuurlijke gebeurtenissen als de annunciatie, voorafgaand aan Jezus' werkzame periode en gebeurtenissen na afloop van Jezus' opstanding, worden meestal niet tot de wonderen gerekend, evenmin als de toepassing van bovennatuurlijke kennis van de vrouw bij de bron.[31][32][33][34]

Niet altijd is het duidelijk of sommige wonderen dubbel vermeld worden, zoals de genezing van de dienaar van de centurio. Mattheüs 8:5-13 en Lucas 7:1-10 vermelden hoe Jezus op afstand de dienaar van een Romeinse centurio genas, terwijl Johannes 4:46-54 een soortgelijke gebeurtenis te Kafarnaüm noemt, waar het om de zoon van een hoveling gaat.

Het enige wonder dat alle vier de evangeliën vermelden is de spijziging van de vijfduizend.[35]

De drie synoptische evangeliën (Matteüs, Marcus en Lucas) hebben 14 wonderen gemeen, Marcus en Lucas 15, Matteüs en Marcus 19, en Matteüs en Lucas 15.

Johannes vermeldt zeven wonderen (met de opstanding en de wonderbare visvangst daarna negen), die tekenen genoemd en waarvan er vijf alleen bij hem staan. Ze lopen van het veranderen van water in wijn aan het begin van Jezus' werkzaamheid tot aan de opwekking van Lazarus uit de dood aan het einde.[36][37] Johannes zegt: "Jezus heeft nog veel meer gedaan: als al zijn daden, een voor een, opgeschreven zouden worden, zou de wereld, denk ik, te klein zijn voor de boeken die dan geschreven moesten worden."[38]

Tabel

De onderstaande tabel geeft de wonderen met hun benaming, type en plaats in het Nieuwe Testament en analogie/parallel buiten het Nieuwe Testament. Vele wonderen komen overeen of vertonen parallellen met wonderen van Elia en Elisa, die in het Oude Testament vermeld worden. De typen zijn als volgt afgekort:

  • G = genezing,
  • N = natuurbeheersing,
  • O = opwekking uit de dood en
  • U = uitdrijving van een boze geest.

De evangeliën staan in de kolommen van de tabel bij benadering in historische volgorde: Marcus het eerst, Johannes het laatst, Mattheüs en Lucas die veel aan Marcus ontlenen in het midden. Jezus was als wonderdoener vooral een genezer: ongeveer de helft van de wonderen betreft een genezing.

Nummer Beschrijving Type Marcus Matteüs Lucas Johannes Analogie (Oude Testament of elders)
1 Uitdrijving in de synagoge te Kafarnaüm U 0121 1:21-28 - 0431 4:31-37 - Schriftgeleerden: Jeremia 8:8-9; uitroep, Elia: 1 Koningen 17:18.[39]
2 Genezing van Petrus' schoonmoeder G 0129 1:29-31 0814 8:14-17 0438 4:38-41 -
3 Genezing van zieken en uitdrijving van boze geesten bij zonsondergang U 0132 1:32-34 0816 8:16-17 alleen uitdrijvingen 0440 4:40-41 -
4 Wonderbare visvangst N - - 0501 5:1-11 - Vergelijk de andere wonderbare visvangst in Johannes 21:1-14.
5 Reiniging van een melaatse G 0140 1:40-45 0801 8:1-4 0512 5:12-16 - 2 Koningen 5: Elisa geneest een melaatse.
6 Genezing van een lamme te Kafarnaüm G 0201 2:1-12 0901 9:1-8 0517 5:17-26 - 2 Koningen 1:2-17: Ahazia viel door traliewerk. Contrast: Elia geneest hem niet.[40] Merk op dat genezen hier blijkbaar gelijk staat aan het vergeven van zonde.
7 Genezing van een man met een verschrompelde hand G 0301 3:1-6 1209 12:9-13 0606 6:6-11 - "Man Gods uit Juda te Bethel" en hand: 1 Koningen 13:4-6.[41]
8 Bruiloft te Kana N - - - 0201 2:1-11 Water in wijn veranderen: Dionysos. Moses veranderde water in bloed: Exodus 4:8-9. Elia zorgde voor meel en olie in de lege vaten van de weduwe van Sarefat: 1 Koningen 17:8-24).[14]
9 Genezing van de dienaar van de hoofdman G - 0805 8:5-13 0701 7:1-10 0446 4:46-54 Opmerking: In de versie van Lukas is er in het oorspronkelijke Grieks sprake van een "doulos" (δοῦλος), slaaf, van de centurio, terwijl in Matteüs en Johannes de term "pais" (παῖς) gebruikt wordt. "Pais" heeft als betekenis onder meer kind, zoon, slaaf en knecht,[42] maar ook kan het een aanduiding zijn voor de jongere partner van een homoseksueel stel,.[43] In Johannes 4:46-54 geen centurio, maar een hoveling in een soortgelijk verhaal.
10 Opwekking van een jongeman te Naïn O - - 0711 7:11-17 - Elia wekte de zoon van de weduwe van Sarefat uit de dood op (1 Koningen 17:17-24).[14]
11 Uitdrijving bij de blinde en stomme man U 0320 3:20-30 (niet expliciet) 1222 12:22-28 1114 11:14-23 - Jesaja 35:5, bij Lucas is de man alleen stom.
12 Jezus stilt de storm N 0435 4:35-41 0823 8:23-27 0822 8:22-25 - Verhaal van Jona en de vis (Jona 2:1-10), ook in Psalm 107: 25-30.
13 Uitdrijving van een boze geest bij de bezetene van Gerasa U 0501 5:1-20 0828 8:28-34 0826 8:26-39 - Verband met Romeinse legioen Legio X Fretensis (banier met onder meer zwijn) dat Jeruzalem bezette in het jaar 70. Parallel met Flavius Josephus, die beschreef hoe een Joods leger van opstandelingen onder een Jezus in een meer gedreven werd.[44] Bij Mattheüs gaat het om twee bezetenen in het land der Gadarenen.
14 Genezing van de bloedvloeiende vrouw G 0524 5:24-34 0920 9:20-22 0843 8:43-48 - Dit wonder en het hieropvolgende wonder worden als één verhaal verteld omdat ze door elkaar lopen. Jaïrus roept Jezus te hulp, op weg daarheen geneest Jezus de bloedende vrouw, en daarna redt hij het dochtertje van Jaïrus.
15 Opwekking van de dochter van Jaïrus O 0521 5:21-23, 35-43 0918 9:18-26 0840 8:40-56 - 2 Koningen 4:18-37: Elisa wekt zoon van vrouw op.[45]
16 Genezing van twee blinde mannen in Galilea G - 0927 9:27-31 - -
17 Uitdrijving bij een stomme U - 0932 9:32-34 - -
18 Genezing van een lamme te Bethesda (Jeruzalem) G - - - 0501 5:1-18
19 Genezing van een zieke vrouw G - - 1310 13:10-17 -
20 Vermenigvuldiging van de broden (vijf broden en twee vissen) N 0630 6:30-44 1413 14:13-21 0910 9:10-17 0605 6:5-15 Elisa: 2 Koningen 4:38-44; Psalm 78.[46] Locatie: volgens traditie Tabgha. Vergelijk de spijziging van de vierduizend (zeven broden en enkele visjes) in Marcus 8:1-9. In Johannes en 2 Koningen 4 wordt het voedsel voorafgaand aan het wonder door een buitenstaander gebracht.
21 Jezus loopt op het water N 0645 6:45-52 1422 14:22-33 - 0616 6:16-21 Jesaja 43:16; Job 9:8; 4:35-51[46]
22 Genezing te Gennesaret G 0653 6:53-56 1434 14:34-36 - -
23 Genezing van de dochter van de Kanaanitische (Marcus: Syro-Fenicische) vrouw G 0724 7:24-30 1521 15:21-28 - - 2 Koningen 4:18-37[46]
24 Genezing van de doofstomme van Dekapolis G 0731 7:31-37 - - - Jesaja 35:3-6 en 42:18-19[46]
25 Spijziging van de vierduizend (zeven broden en enkele visjes) N 0801 8:1-9 1532 15:32-39 - - Zie ook Marcus 6:30-44 Spijziging van de vijfduizend. Discipelen worden in Marcus 8 (maar niet in Mattheüs 15) berispt, dat ze de eerdere spijziging blijkbaar vergeten zijn, vergelijk de berisping door Moses in Deuteronomium 29:2-4.
26 Genezing van de blinde man te Betsaïda G 0822 8:22-26 - - - Genezing gaat in twee stappen. Parallel met Marcus 7:31-37, genezing van een doofstomme.
27 Uitdrijving van een boze geest bij een jongen U 0914 9:14-29 1714 17:14-21 0937 9:37-42 - Beschrijving wijst op epilepticus, maar Marcus laat Jezus een dove, stomme geest bestraffen en uitdrijven. Volgens Koester wordt hier een formule toegepast voor een doofstomme.[47][48]
28 Munt in de vissenbek N - 1724 17:24-27 - - Vergelijk het sprookje van het Vrouwtje van Stavoren en Herodotos: Ring van Polycrates.
29 Genezing van een man met waterzucht G - - 1401 14:1-6 -
30 Genezing van tien melaatsen G - - 1711 17:11-19 -
31 Genezing van een blindgeborene G - - - 0901 9:1-12
32 Genezing van een blinde Bartimeüs bij Jericho G 1046 10:46-52 2029 20:29-34 1835 18:35-43 - Bartimeus betekent "zoon van de armoede/onreinen" in het Aramees. Vergelijk Jesaja 29:18, 35:5-6, 61:1; 2 Korinthiërs 4:4; Marcus 5:24-34 vrouw met bloeding (zelfde Griekse zinsnede); verband met Plato's Timaeus.[49] Bij Mattheüs gaat het om twee blinden.
33 Opwekking van Lazarus O - - - 1101 11:1-44 Na vier dagen keerde iemands ziel niet terug, naar Joods geloof. Bij Johannes dienen wonderen om Jezus' goddelijkheid te bewijzen.[14]
34 Vervloeking van de vijgenboom N 1112 11:12-14 2118 21:18-22 - - Allegorie (want biologisch onjuist: tegelijk met de bladeren zijn er ook vijgen), Tacitus: Annalen 13:58 over verdorren van stichtingsvijgenboom in Rome.[50]
35 Genezing van het oor van Malchus G - - 2249 22:49-51 -
36 Vangst van 153 vissen bij verschijning van Jezus N - - - 2101 21:1-14 Vergelijk de andere wonderbare visvangst in Lucas 5:1-11.
Totalen Aantal wonderen


G = genezing
N = natuurbeheersing
O = opwekking uit de dood
U = uitdrijving boze geest

36

18 G
9 N
3 O
6 U
Marcus
20
2 uniek
10 G
4 N
1 O
5 U
Mattheüs
22
3 uniek
10 G
6 N
1 O
5 U
Lucas
21
6 uniek
11 G
3 N
2 O
5 U
Johannes
8
5 uniek
3 G
4 N
1 O
geen U

Wonderen vermeld buiten het Nieuwe Testament

Apocriefen van het Nieuwe Testament

Ook andere geschriften dan die opgenomen werden in het Nieuwe Testament vermelden wonderen van Jezus. Latere teksten uit de tweede eeuw, de zogenaamde Jeugdevangeliën, verhalen over wonderen die Jezus in zijn jeugd verricht zou hebben. Anders dan in de vier evangeliën, waar Jezus als wonderdoener vooral genas, gaat het in de Apocriefen meestal om beheersing van de natuur (type N) en opwekking uit de dood (O), terwijl uitdrijving van boze geesten (U) niet voorkomt.

Nummer Wonder Type Bron
1 Opwekking uit de dood van een rijke jongeling O Geheime Marcusevangelie 1
2 Water gezuiverd N Kindheidsevangelie van Thomas (KE Thomas) 2.2
3 Vogels van klei gemaakt en tot leven gewekt N KE Thomas 2.3
4 Dode speelkameraad Zeno uit de dood opgewekt O KE Thomas 9
5 Genezing van de voet van een houthakker G KE Thomas 10
6 Vervoerde water in zijn jas N KE Thomas 11
7 Oogst van 100 schepel koren uit een enkel zaadje N KE Thomas 12
8 Verlengde een plank die te kort was N KE Thomas 13
9 Opwekking uit de dood van een leraar die hij eerder doodde O KE Thomas 14-15
10 Genezing van de adderbeet van Jacobus G KE Thomas 16
11 Opwekking van een dood kind O KE Thomas 17
12 Opwekking van een dode man O KE Thomas 18
13 Wonderbaarlijke maagdelijke geboorte met een vroedvrouw als getuige N Proto-Evangelie van Jacobus 19-20
Totalen G = genezing, N = natuurbeheersing, O = opwekking uit de dood en U = uitdrijving van een boze geest. 2 G, 6 N, 5 O, 0 U

Koran

Veel moslims geloven in wonderen.[51] Twee soera's van de Koran vermelden wonderen van Jezus, zij het zonder bijzonderheden of commentaar.[52] Het gaat om de soera 3:49 en 5:110, waar verteld wordt dat Isa, zoon van Marjam (Jezus, zoon van Maria) levende vogels van klei maakt, de blinde en melaatse geneest en de doden opwekt.[53] Vermoedelijk is dit verhaal ontleend aan het apocriefe kindheidsevangelie van Thomas.

Afbeeldingen van wonderen

Genezingen

  • Christus geneest de zieken, Rembrandt, 1640/50.
  • Genezing van de moeder van Petrus' vrouw, John Bridges (fl. 1818-1854)
    Genezing van de moeder van Petrus' vrouw, John Bridges (fl. 1818-1854)
  • Genezing van de doofstomme van Dekapolis, Bartholomeus Breenbergh (1598-1657) 1635
    Genezing van de doofstomme van Dekapolis, Bartholomeus Breenbergh (1598-1657) 1635
  • Genezing van de blindgeborene, Nicolas Colombel, 1682
    Genezing van de blindgeborene, Nicolas Colombel, 1682
  • Genezing van de verlamde te Bethesda, Palma il Giovane, 1592
    Genezing van de verlamde te Bethesda, Palma il Giovane, 1592
  • De blinde man te Bethsaïda, Gioachino Assereto, 1640
    De blinde man te Bethsaïda, Gioachino Assereto, 1640
  • De blinde man Bartimeüs te Jericho, Eustache Le Sueur, 1652-1655
    De blinde man Bartimeüs te Jericho, Eustache Le Sueur, 1652-1655
  • Genezing van de dienaar van de Centurion, Paolo Veronese
    Genezing van de dienaar van de Centurion, Paolo Veronese
  • Christus geneest een zieke vrouw op de sabbath, James Tissot, 1886-1896
    Christus geneest een zieke vrouw op de sabbath, James Tissot, 1886-1896
  • De man met de verschrompelde hand, Byzantijns mozaïek in de Kathedraal van Monreale
    De man met de verschrompelde hand, Byzantijns mozaïek in de Kathedraal van Monreale
  • Genezing van een melaatse, Jean-Marie Melchior Doze, 1864
    Genezing van een melaatse, Jean-Marie Melchior Doze, 1864
  • Genezing van tien melaatsen, gebrandschilderd glas
    Genezing van tien melaatsen, gebrandschilderd glas
  • Christus geneest de bloedende vrouw, Catacombe van Rome
    Christus geneest de bloedende vrouw, Catacombe van Rome
  • Genezing van een lamme te Kafarnaüm, gravure Bernhard Rode, 1780.
    Genezing van een lamme te Kafarnaüm, gravure Bernhard Rode, 1780.
  • Christus geneest twee blinde mannen, Julius Schnorr, 19de eeuw
    Christus geneest twee blinde mannen, Julius Schnorr, 19de eeuw

Uitdrijvingen

  • Een bezeten jongen, Les Très Riches Heures du Duc de Berry, Folio 166r - Musée Condé, Chantilly
    Een bezeten jongen, Les Très Riches Heures du Duc de Berry, Folio 166r - Musée Condé, Chantilly
  • De dochter van de Kanaänitische vrouw, Les Très Riches Heures du duc de Berry, Folio 164r, Musée Condé, Chantilly.
    De dochter van de Kanaänitische vrouw, Les Très Riches Heures du duc de Berry, Folio 164r, Musée Condé, Chantilly.
  • Uitdrijving in Gerasa, middeleeuwse boekillustratie
    Uitdrijving in Gerasa, middeleeuwse boekillustratie
  • Uitdrijving in de synagoge te Kafarnaüm, Romaans fresco, klooster Lambach, elfde eeuw
    Uitdrijving in de synagoge te Kafarnaüm, Romaans fresco, klooster Lambach, elfde eeuw
  • Christus drijft een boze geest uit bij zonsondergang, mozaïek, Sant' Apollinare Nuovo (Ravenna), eind vijfde eeuw
    Christus drijft een boze geest uit bij zonsondergang, mozaïek, Sant' Apollinare Nuovo (Ravenna), eind vijfde eeuw
  • Uitdrijving bij een blinde en stomme man, Schnorr von Carolsfeld, Bibel in Bildern, 1851-1860
    Uitdrijving bij een blinde en stomme man, Schnorr von Carolsfeld, Bibel in Bildern, 1851-1860
  • Uitdrijving bij een stomme, Gustave Doré, 1865
    Uitdrijving bij een stomme, Gustave Doré, 1865

Opwekking van de doden

Beheersing van de natuur

  • Bruiloft te Kana, Giotto, 14e eeuw
    Bruiloft te Kana, Giotto, 14e eeuw
  • Bruiloft te Kana, Carl Bloch, 1870
    Bruiloft te Kana, Carl Bloch, 1870
  • Jezus loopt op het water, Ivan Aivazovsky, 1888
    Jezus loopt op het water, Ivan Aivazovsky, 1888
  • Christus in de storm op het meer van Galilea, Rembrandt van Rijn, 1633
    Christus in de storm op het meer van Galilea, Rembrandt van Rijn, 1633
  • Transfiguratie van Jezus, Pietro Perugino, 1497-1500
    Transfiguratie van Jezus, Pietro Perugino, 1497-1500
  • Wonderbare visvangst van 153 vissen, Duccio (1255 - 1318)
    Wonderbare visvangst van 153 vissen, Duccio (1255 - 1318)
  • Wonderbare visvangst, fresco plafond kathedraal van Spoleto
    Wonderbare visvangst, fresco plafond kathedraal van Spoleto
  • Wonderbare visvangst, Konrad Witz, 1443 of 1444
    Wonderbare visvangst, Konrad Witz, 1443 of 1444
  • Wonderbare visvangst, fresco door Rafael, 1515
    Wonderbare visvangst, fresco door Rafael, 1515
  • Wonderbare visvangst, Jacopo Bassano, 1545
    Wonderbare visvangst, Jacopo Bassano, 1545
  • Vervloeking van de vijgenboom, Byzantijns icoon naar Marcus 11:12–14
    Vervloeking van de vijgenboom, Byzantijns icoon naar Marcus 11:12–14
  • Voeden (spijziging) van de menigte met vijf broden en twee vissen, Bernardo Strozzi, vroege zeventiende eeuw
    Voeden (spijziging) van de menigte met vijf broden en twee vissen, Bernardo Strozzi, vroege zeventiende eeuw
  • Munt in de vissebek, Augustin Tünger, 1486
    Munt in de vissebek, Augustin Tünger, 1486

Zie ook

Referenties
  1. Craig A. Evans (2001): Jesus and his contemporaries, ISBN 0-391-04118-5, pag. 6-7
  2. John Clowes, The Miracles of Jesus Christ, J. Gleave, Manchester, UK, 1817, ook Google books
  3. Marcus 6:45-52
  4. Marcus 8:22-26
  5. H. van der Loos (1965): The Miracles of Jesus, E. J. Brill Press, Leiden
  6. Craig Blomberg en David Wenham (1986): The Miracles of Jesus, ISBN 1-85075-009-2, pag. 197
  7. Karl Barth: Church dogmatics ISBN 0-567-05089-0, pag. 478
  8. Marcus 8:11-12, Matteüs 16:1-4, 12:38-40, Lucas 11:29-30. Genoemd in: Funk, Robert W., Roy W. Hoover, en het Jesus Seminar. The five gospels. Harper, San Francisco, 1993. p. 72-73.
  9. Zie Lucas 7:18-21
  10. Robert W. Funk, Roy W. Hoover, and the Jesus Seminar (1993): The five gospels, Harper, San Francisco, pag. 301
  11. Catechismus van de Katholieke Kerk 547,548
  12. Graham H. Twelftree, Jesus, the miracle worker: a historical & theological study ISBN 0-8308-1596-1 p. 19
  13. Gary R. Habermas, 1996 The historical Jesus: ancient evidence for the life of Christ ISBN 0-89900-732-5 page 60
  14. a b c d religioustolerance.org R.C. Symes: Jesus' miracles and religious myth. Geraadpleegd op 15 september 2019.
  15. Albert Schweitzer: The Quest of the Historical Jesus/Geschichte der Leben-Jesu-Forschung, 1906
  16. Robert W. Funk and the Jesus Seminar: The acts of Jesus: the search for the authentic deeds of Jesus. HarperSanFrancisco. 1998. p. 566.
  17. a b Ehrman, Bart D., Jesus, Interrupted, HarperCollins, 2009. ISBN 0061173932
  18. Hume, David: Of Miracles, Section X van An Enquiry concerning Human Understanding, 1748
  19. Wendy Cotter, Miracles in Greco-Roman antiquity: a sourcebook, Routledge, 1999, p. 11-12.
  20. Wendy Cotter, Miracles in Greco-Roman antiquity: a sourcebook, Routledge, 1999, p. 37-38
  21. Wendy Cotter, Miracles in Greco-Roman antiquity: a sourcebook, Routledge, 1999, p. 50-53
  22. Everett Ferguson, Michael P. McHugh, Frederick W. Norris, Encyclopedia of early Christianity, Volume 1, p. 804
  23. E.P. Sanders (1993): The historical figure of Jesus, hoofdstuk 10 Miracles, pag. 132-168
  24. Flavius Josephus: Oude geschiedenis van de Joden, 8.46-49
  25. Morton Smith (1978): Jezus the Magician, pag. 9
  26. 1 Koningen 17:17-24; 2 Koningen 4:32-37; 13:21
  27. David Flusser (1997, 2007): The Sage from Galilee, Eerdmans, pag. 97
  28. Justinus de Martelaar: Eerste Apologie, hoofdstuk 22, zie CCel.org: vertaling door Richardson
  29. Lucianus van Samosata: Φιλοψευδής Φιλοψευδής ἢ Ἀπιστῶν (Philopseudes sive Incredulus, Leugenminnaar), 16
  30. Commentaar bij Marcus 1:34 door Michael Turton
  31. Johannes 4:4-26
  32. Warren W. Wiersbe 1995 Classic Sermons on the Miracles of Jesus ISBN 0-8254-3999-X
  33. John Clowes, 1817, The Miracles of Jesus Christ J. Gleave, Manchester, UK
  34. H. Van der Loos, 1965 The Miracles of Jesus, E. J. Brill Press, Netherlands
  35. Matteüs 14:13-21, Marcus 6:31-34, Lucas 9:10-17 en Johannes 6:5-15
  36. Johannes 2:1-11 water wordt wijn; 4;46-54 de zoon van de overste; 5:1-18 lamme bij het bad van Bethesda; 6:1-14 spijziging van de 5000; 6:16-21 Jezus gaande over het meer; 9:1-41 de genezing van een blindgeborene; 11:1-44 opwekking van Lazarus; Tenney, Merrill C., John the Gospel of Belief; Eerdmans 1948, 1976. Naast de zeven tekenen worden in hoofdstuk 20 de opstanding en in hoofdstuk 21 de wonderbare visvangst beschreven.
  37. Harris, Stephen L., Understanding the Bible, Palo Alto: Mayfield. 1985. "John" p. 302-310
  38. Johannes 21:25
  39. Michael Turtons commentaar op Marcus
  40. Commentaar Michael Turton
  41. Michael Turtons commentaar op Marcus 3:1-6
  42. Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon, s.v. παῖς
  43. zie Engelse wikipedia Healing the centurion
  44. Turton over Marcus 5:1-20
  45. Commentaar Michael Turton
  46. a b c d Michael Turtons commentaar op Marcus
  47. Michael Turtons commentaar op Marcus 9:14-29
  48. Koester, Helmut: Ancient Christian Gospels, Harrisburg, PA: Trinity Press International, 1990. p 280 en Introduction to the New Testament: History and Literature of Early Christianity, Vol 2 (2nd edition). Berlin: Walter de Gruyter, 2000, p 173
  49. Michael Turtons commentaar
  50. Michael Turtons commentaar op Marcus 11:12-14
  51. "Binnen de Islam wordt geloof gehecht aan vele wonderen en opwekkingen uit de dood." Heribert Busse, 1998 Islam, Judaism, and Christianity, ISBN 1-55876-144-6 page 114
  52. George W. Braswell, What you need to know about Islam & Muslims, 2000. blz. 112. ISBN 0-8054-1829-6
  53. De Koran, vertaling door J.H. Kramers, Agon Elsevier, Amsterdam Brussel, 1965, tweede druk

Engelstalige literatuur

  • Clowes, John, 1817, The Miracles of Jesus Christ, J. Gleave, Manchester, UK
  • Funk, Robert W. and the Jesus Seminar, 1998 The Acts of Jesus: The Search for the Authentic Deeds of Jesus. Polebridge Press, San Francisco. ISBN 0-06-062978-9
  • Kilgallen, John J., 1989 A Brief Commentary on the Gospel of Mark, Paulist Press, ISBN 0-8091-3059-9
  • Lockyer, Herbert, 1988 All the Miracles of the Bible ISBN 0-310-28101-6
  • Maguire, Robert, 1863 The Miracles of Christ, Weeks and Co. London
  • Miller, Robert J. Editor, 1994 The Complete Gospels, Polebridge Press, ISBN 0-06-065587-9
  • Rageh Omaar 2003 The Miracles of Jesus Documentaire van de BBC
  • Chenevix Trench, Richard, 1846 Notes on the miracles of our Lord. John W. Parker. London
  • Van der Loos, H., 1965 The Miracles of Jesus, E.J. Brill Press, Netherlands
  • Bersee, Ton, 2021 On the Meaning of 'Miracle' in Christianity. An Evaluation of the Current Miracle Debate and a Proposal of a Balanced Hermeneutical Approach. Peeters Publishers, Leuven