Willard Boyle

Nobelprijswinnaar  Willard S. Boyle
19 augustus 1924 – 7 mei 2011
Willard Boyle (2009)
Geboorteland Canada
Geboorteplaats Amherst
Nobelprijs Natuurkunde
Jaar 2009
Reden "Voor hun ontdekking van een beeldverwerkend halfgeleidercircuit, de CCD-sensor"
Samen met George E. Smith
Gedeeld met Charles Kao
Voorganger(s) Yoichiro Nambu
Makoto Kobayashi
Toshihide Maskawa
Opvolger(s) Andre Geim
Konstantin Novoselov
Portaal  Portaalicoon   Natuurkunde

Willard Sterling Boyle (Amherst, 19 augustus 1924 – Wallace, 7 mei 2011) was een Canadees natuurkundige[1][2] en mede-uitvinder van de charge-coupled device.[3] In oktober 2009 kreeg hij samen met George E. Smith de Nobelprijs voor Natuurkunde "Voor hun ontdekking van een beeldverwerkend halfgeleidercircuit, de CCD-sensor".[4] De twee moesten de prijs delen met Charles Kao, die de prijs voor een ander onderzoek kreeg.

Biografie

Boyle werd geboren als de zoon van de arts Ernest Boyle. Op driejarige leeftijd verhuisde hij met zijn ouders naar Quebec.[5] Hij kreeg tot zijn veertiende thuisonderwijs van zijn moeder Beatrice. Daarna ging hij naar Montreals Lower Canada College om zijn middelbareschoolopleiding af te maken.[5]

Na zijn studie aan dit college ging Boyle naar de McGill-universiteit. Zijn studie hier werd in 1943 onderbroken door de Tweede Wereldoorlog. In deze oorlog diende Boyle in de Canadese marine.[5] Hij werd overgeplaatst naar de Britse marine, alwaar hij leerde om Spitfires te landen op vliegdekschepen.[5] Na de oorlog zette Boyle zijn studie voort. Hij haalde achtereenvolgens zijn BSc (1947), MSc (1948) en Ph.D. (1950) aan de McGill-universiteit.[6]

In 1947 trouwde Boyle met Betty, een landschapsschilderes. Samen kregen ze vier kinderen, twee zonen: David en Robert en twee dochters: Cynthia en Pamela.

Na het halen van zijn doctoraat bracht Boyle een jaar door bij het Canaese stralingslab, en twee jaar als docent natuurkunde aan het Royal Military College of Canada.[5] In 1953 ging Boyle werken bij Bell Labs, alwaar hij in 1962 samen met Don Nelson de eerste continue werkende robijnlaser uitvond.[7] Tevens werd zijn naam vermeld op het eerste patent van de semigeleidende injectielaser[7] (later onder andere toegepast in cd-spelers en branders). In 1962 werd hij directeur van Ruimtewetenschappen en Exploratory Studies bij Bell Labs' subdivisie Bellcomm. Hier hielp hij onder andere mee met het opzetten van het Apolloprogramma.[7] In 1964 keerde hij terug naar Bell Labs.

Wat begon als een nieuwe vorm van computergeheugen maakten Boyle en George E. Smith in 1969 de eerste charge-coupled device, waarvoor ze in 2009 de Nobelprijs voor de natuurkunde ontvingen. Ook kregen ze voor deze uitvinding de Franklin Institute's Stuart Ballantine Medal (1973), de IEEE Morris N. Liebmann Memorial Award (1974) en de Charles Stark Draper Prize (2006).[6][7]

Boyle was van 1975 tot aan zijn pensioen in 1979 uitvoerend onderzoeksdirecteur voor Bell Labs. Na zijn pensioen trok hij zich terug in Wallace, alwaar hij met zijn vrouw Betty een kunstgalerij opzette. Boyle heeft inmiddels 10 kleinkinderen en een achterkleinkind.[3]

Externe link

  • Nobel Prize information
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Bellair, Amber, "From Lester Pearson to today", 6 oktober 2009. Gearchiveerd op 9 oktober 2009. Geraadpleegd op 9 oktober 2009.
  2. Chang, Kenneth, "Nobel Awarded for Harnessing Light", 7 oktober 2009, p. A20. Geraadpleegd op 9 oktober 2009.
  3. a b "Canadian scientist shares Nobel physics prize", 6 oktober 2009. Geraadpleegd op 9 oktober 2009.
  4. The Nobel Prize in Physics 2009. Nobel Foundation (October 6, 2009). Geraadpleegd op 6 oktober 2009.
  5. a b c d e Baxter, Joan (16 februari 2006). A modest man's big idea Digital chip changed the world. The Toronto Star. Gearchiveerd van origineel op 13 november 2012. Geraadpleegd op 6 oktober 2009.
  6. a b McGill congratulates its second Nobel-winning alumnus of 2009. Alumni News. McGill University (6 oktober 2009). Geraadpleegd op 15 oktober 2009.
  7. a b c d (en) "Canadian shares Nobel in physics", CTVglobemedia, 6 oktober 2009. Gearchiveerd op 10 oktober 2009. Geraadpleegd op 14 oktober 2009.
· · Sjabloon bewerken
1901–1925:1901: Röntgen · 1902: Lorentz / Zeeman · 1903: Becquerel / P. Curie / M. Curie · 1904: Rayleigh · 1905: Lenard · 1906: J.J. Thomson · 1907: Michelson · 1908: Lippmann · 1909: Marconi / Braun · 1910: van der Waals · 1911: Wien · 1912: Dalén · 1913 Kamerlingh Onnes · 1914: von Laue · 1915: W.L. Bragg / W.H. Bragg · 1916 · 1917: Barkla · 1918: Planck · 1919: Stark · 1920: Guillaume · 1921: Einstein · 1922: N. Bohr · 1923:Millikan · 1924 M. Siegbahn · 1925: Franck / Hertz
1926–1950:1926: Perrin · 1927: Compton / C.T.R. Wilson · 1928: O.W. Richardson · 1929: de Broglie · 1930: Raman · 1931 · 1932: Heisenberg · 1933: Schrödinger / Dirac · 1934 · 1935: Chadwick · 1936: Hess / C. Anderson · 1937: Davisson / G.P. Thomson · 1938: Fermi · 1939: Lawrence · 1940 · 1941 · 1942 · 1943: Stern · 1944: Rabi · 1945: Pauli · 1946: Bridgman · 1947: Appleton · 1948: Blackett · 1949: Yukawa · 1950: Powell ·
1951–1975:1951: Cockcroft / Walton · 1952: Bloch / Purcell · 1953: Zernike · 1954: Born / Bothe · 1955: Lamb / Kusch · 1956: Shockley / Bardeen / Brattain · 1957: Yang / T.D. Lee · 1958: Tsjerenkov / Frank / Tamm · 1959: Segrè / Chamberlain · 1960: Glaser · 1961: Hofstadter / Mössbauer · 1962: Landau · 1963: Wigner / Goeppert-Mayer / Jensen · 1964: Townes / Basov / Prokhorov · 1965: Tomonaga / Schwinger / Feynman · 1966: Kastler · 1967: Bethe · 1968: Alvarez · 1969: Gell-Mann · 1970: Alfvén / Néel · 1971: Gabor · 1972: Bardeen / Cooper / Schrieffer · 1973: Esaki / Giaever / Josephson · 1974: Ryle / Hewish · 1975: A. Bohr / Mottelson / Rainwater
1976–2000:1976: Richter / Ting · 1977: P. Anderson / Mott / van: Vleck · 1978: Kapitsa / Penzias / R.W. Wilson · 1979: Glashow / Salam / Weinberg · 1980: Cronin / Fitch · 1981: Bloembergen / Schawlow / K. Siegbahn · 1982: K.G. Wilson · 1983: Chandrasekhar / Fowler · 1984: Rubbia / van der Meer · 1985: von Klitzing · 1986: Ruska / Binnig / Rohrer · 1987: Bednorz / Müller · 1988: Lederman / Schwartz / Steinberger · 1989: Ramsey / Dehmelt / Paul · 1990: Friedman / Kendall / R. Taylor · 1991: de Gennes · 1992: Charpak · 1993: Hulse / J. Taylor · 1994: Brockhouse / Shull · 1995: Perl / Reines · 1996: D. Lee / Osheroff / R.C. Richardson · 1997: Chu / Cohen-Tannoudji / Phillips · 1998: Laughlin / Störmer / Tsui · 1999: 't Hooft / Veltman · 2000: Alferov / Kroemer / Kilby
2000–heden:2001: Cornell / Ketterle / Wieman · 2002: Davis / Koshiba / Giacconi · 2003: Abrikosov / Ginzburg / Leggett · 2004: Gross / Politzer / Wilczek · 2005: Glauber / Hall / Hänsch · 2006: Mather / Smoot · 2007: Fert / Grünberg · 2008: Nambu / Kobayashi / Maskawa · 2009: Kao / Boyle / Smith · 2010: Geim / Novoselov · 2011: Perlmutter / Schmidt / Riess · 2012: Haroche / Wineland · 2013: Englert / Higgs · 2014: Akasaki / Amano / Nakamura · 2015: Kajita / McDonald · 2016: Thouless / Haldane / Kosterlitz · 2017: Weiss / Barish / Thorne · 2018: Ashkin / Mourou / Strickland · 2019: Peebles / Mayor / Queloz · 2020: Penrose / Genzel / Ghez · 2021:  Manabe / Hasselmann / Parisi · 2022:  Aspect / Clauser / Zeilinger · 2023:  Agostini / Krausz / L'Huillier