Virago

De schepping van de vrouw uit de rib van Adam - Simon Bening (ca. 1483 - 1561)

Virago is in sommige oude Bijbelvertalingen van de Hebreeuwse Bijbel de naam die Adam in eerste instantie gaf aan de eerste vrouw (Genesis 2:22-23). Na de zondeval werd ze Eva genoemd (Genesis 3:22).

Virago werd in betreffende vertalingen ongewijzigd uit het Latijn overgenomen. Een voorbeeld hiervan is de Rijmbijbel van Jacob van Maerlant (de vertaling van de Historia scholastica):

Hi sprac dit vleesch ende dit been/ Es van den minen een alleen/ Virago salmense nomen/ Dat luut vanden manne comen[1]

In het Middelnederlands had virago de betekenis van "vrouwelijke strijder" of "heldin".[2] In sommige oudere vertalingen werd virago daarom vertaald als "mannin" of "heldin".[3] In het moderne Nederlands wordt de betekenis pejoratief en wordt het gebruikt als synoniem van manwijf.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Rijmbijbel; Handschrift Museum Meermanno 10 B 21, vers 561-564
  2. VMNW: Vroegmiddelnederlands Woordenboek. Red. W.J.J. Pijnenburg, K.H. van Dalen-Oskam, K.A.C. Depuydt, T.H. Schoonheim. Leiden: Instituut voor Nederlandse Lexicologie, 2001.
  3. Meyer, Woordenschat 1720.