Oxytocine

Oxytocine
Chemische structuur
Oxytocine
Farmaceutische gegevens
Halveringstijd (t1/2) 1-6 minuten
Uitscheiding Biliair en renaal
Gebruik
Geneesmiddelengroep Middelen in verband met uterusmotiliteit
Subklasse Oxytocica
Merknamen Syntocinon (Novartis Pharma)
Indicaties Ontoereikende uteruscontractiliteit
Preventie en behandeling van post-partumbloedingen
Voorschrift/recept Vereist
Toediening IV, IM
Dosering 10 IE/1 ml
Risico met betrekking tot
Zwangerschapscat. A (AUS)
Databanken
CAS-nummer 50-56-6
ATC-code H01BB02
PubChem 439302
DrugBank BTD00016
Chemische gegevens
Molecuulformule C43H66N12O12S2
IUPAC-naam (2S)-1-[(4R,7S,10S,13S,16S,19R)-19-amino-13-

[(2S)-butan-2-yl]-10-(2-carbamoylethyl) -7-(carbamoylmethyl)-16-[(4-hydroxyfenyl)methyl] -6,9,12,15,18-pentaoxo-1,2-dithia- 5,8,11,14,17-pentazacycloicosan-4-carbonyl] -N-[(1S)-1-(carbamoylmethylcarbamoyl) -3-methyl-butyl]pyrrolidine-2-carboxamide

Molmassa 1007,19 g/mol
Aggregatietoestand Vloeibaar
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Oxytocine is een neuropeptide dat als hormoon en neurotransmitter fungeert. Het lijkt een belangrijke rol te spelen bij het verbinden van sociale contacten met gevoelens van plezier. Het speelt een centrale rol bij ouderbinding, vriendschappen en romantische interacties, evenals bij seksualiteit. Ook bij het verrichten van zorgtaken wordt er meer oxytocine aangemaakt. Omdat oxytocine ook een belangrijke rol speelt bij de hechting van opvoeder en kind, wordt het ook wel het knuffelhormoon genoemd. Waar oxytocine binnen de eigen groep (ingroup) altruïsme en binding versterkt, kan het richting andere groepen (outgroup) agressief gedrag in de hand werken, vooral als deze groepen als bedreigend worden ervaren.

Oxytocine is net als ADH een cyclisch nonapeptide geproduceerd in de hypothalamus. Het wordt vervolgens getransporteerd naar en opgeslagen in herringlichaampjes bij axon-uiteinden in de neurohypofyse en kan hier worden afgegeven. Oxytocine heeft een aantal functies, waaronder contractie van glad spierweefsel (bijvoorbeeld de baarmoeder), en het regelen van de toeschietreflex bij borstvoeding.

Geschiedenis

Oxytocine is ontdekt in 1909, toen de Britse farmacoloog Henry Dale ontdekte dat een uit menselijke hersenen afkomstige substantie contracties kon veroorzaken bij zwangere katten. Hij noemde deze stof naar het Griekse woord (ὠκυτοκία/ὀξυτοκία; ōkutokía/oxutokía) voor "snelle geboorte"[1] en decennialang was het enkel bekend als zwangerschapshormoon vanwege de rol in de bevalling en bij het op gang brengen van de borstvoeding.

In de zeventiger jaren van de twintigste eeuw werd het duidelijk dat oxytocine meer dan alleen een hormoon is, het is ook een neurotransmitter. Het wordt tijdens sociale interactie en seksuele activiteit vrijgemaakt uit de hypothalamus (in de magnocellulaire neurosecretoire cellen van de nuclei supraopticus en paraventricularis) en wordt opgevangen in het emotionele centrum van de hersenen, het limbische systeem. Deze ontdekking was het begin van een golf van onderzoek over de rol van oxytocine in het lichaam.

Voorkomen

Oxytocine wordt door iedereen aangemaakt bij positief onderling contact, zoals bij aankijken, aanraken, knuffelen en vrijen.

Seksuele opwinding verhoogt de oxytocinespiegel enigszins. Bij een vrouwelijk (clitoraal) orgasme komen grote hoeveelheden oxytocine vrij[2] en wel meer naarmate het orgasme als beter wordt ervaren.[3]

Functies

Een hoog oxytocinegehalte wordt geassocieerd met een gevoel van vertrouwen en verbondenheid. Het achterliggende werkingsmechanisme is waarschijnlijk dat oxytocine stress vermindert[4] door beïnvloeding van de prolactine en ACTH-niveaus.

Oxytocine remt de activiteit in het rechter deel van de amygdala, een deel van de hersenen dat betrokken is bij emotionele reacties. Geconfronteerd met angstige en boze gezichten veroorzaakt oxytocine een zwakkere amygdala-reactie, wat een positieve sociale interactie ten goede komt.[5]

Bij hogere niveaus is er sprake van een hogere weerbaarheid tegen stress en verslaving en komt het lichaam sneller tot rust. Angst wordt makkelijker onderdrukt.

Tegelijkertijd zorgt oxytocine er ook voor dat mensen zich agressiever gedragen ten opzichte van mensen uit een concurrerende groep.[6]

Verdere functies van oxytocine:

  • De bij een vrouwelijk orgasme vrijkomende oxytocine speelt een belangrijke rol bij het faciliteren van het transport van spermacellen door de vagina, met het doel de conceptie te bevorderen.[7] Sperma bevat zelf ook oxytocine.[8]
  • Oxytocine speelt een rol bij de bevalling. Het veroorzaakt de contracties van het glad spierweefsel van de baarmoeder tijdens barensweeën ten gevolge van het oprekken van de cervix (= Ferguson-reflex).
  • Na de bevalling zorgt oxytocine voor het samentrekken van de spiertjes rondom de melkproducerende cellen waardoor er een toeschietreflex plaatsvindt en de melk beschikbaar is voor de baby. Het zorgt dus voor het lossen van de melk (het op gang brengen van de borstvoeding (lactatie)), niet voor het aanmaken van de melk. Bovendien bevordert oxytocine het gevoel van verzadiging bij het eten.
  • Oxytocine bepaalt sterk de mate van binding die een ouder met zijn of haar baby voelt. Immers, na de eerste bevalling verandert de hormoonhuishouding van de moeder structureel: vrouwen zijn sneller ongerust als er iets met kinderen gebeurt of gevoeliger voor babygehuil.
  • Bij baby's speelt oxytocine een belangrijke rol in de hersenontwikkeling, het helpt bij het associëren van sociale interactie met gevoelens van kalmte en plezier. Kinderen die in een vroege levensfase individuele aandacht ontberen, zoals in een weeshuis soms het geval is, kunnen symptomen ontwikkelen die sterk lijken op die van autisme.[9]

Bij mensen met autisme wordt een lagere hoeveelheid oxytocine aangetroffen,[10] wat suggereert dat dit hormoon het onderkennen en begrijpen van sociale codes bevordert. Behandeling met oxytocine blijkt autistische personen inderdaad socialer te maken ten opzichte van autistische personen die met een placebo werden behandeld.[11] Afwijkingen in het gen dat codeert voor de oxytocinereceptor zijn in verband gebracht met een verhoogd risico op autisme.[12]

Selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI's, antidepressiva die de beschikbaarheid van serotonine verhogen) remmen het vrijkomen van oxytocine. Gelijktijdige toediening van oxytocine en deze antidepressiva kan het libidoverlagende effect van serotonine-heropnameremmers mogelijk tegengaan.[13]

CYS =cysteïne
TYR = tyrosine
ILE = isoleucine
ASN = asparagine
GLN = glutamine
PRO = proline
LEU = leucine
GLY = glycine
Oxytocine, prepro- (neurofysine I)
Oxytocine
Identificatie
Symbolen OXT
OT
Externe identificaties
UniProt P01178
OMIM 167050
Entrez 5020
RefSeq NM_000915
Genoomgegevens
Locus Chr. 20 p13
Chromosoom
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Zie ook

  • Eigenwaarde (psychologie)
  • Libido
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Liddell, H.G. & Scott, R. (1940). A Greek-English Lexicon. revised and augmented throughout by Sir Henry Stuart Jones. with the assistance of. Roderick McKenzie. Oxford: Clarendon Press.
  2. (en) Blaicher W, Gruber D, Bieglmayer C, et al. The role of oxytocin in relation to female sexual arousal. (1999) Gynecol Obstet Invest 47:125-126. PMID 9949283.
  3. (en) Carmichael MS, Warburton VL, Dixen J, et al. Relationships among cardiovascular, muscular, and oxytocin responses during human sexual activity. (1994) Arch Sex Behav 23:59-79. PMID 8135652.
  4. (en) Neumann ID, Wigger A, Torner L, et al. Brain oxytocin inhibits basal and stress-induced activity of the hypothalamo-pituitary-adrenal axis in male and female rats: partial action within the paraventricular nucleus. (2000) J Neuroendocrinol 12:235-243. PMID 10718919.
  5. (en) Domes G, Heinrichs M, Gläscher J, et al. Oxytocin attenuates amygdala responses to emotional faces regardless of valence. (2007) Biol Psychiatry 62:1187-1190. PMID 17617382.
  6. ANP - Knuffelhormoon wekt ook agressie op op Nu.nl d.d. 14 juni 2010.
  7. (en) Wildt L, Kissler S, Licht P, et al. Sperm transport in the human female genital tract and its modulation by oxytocin as assessed by hysterosalpingoscintigraphy, hysterotonography, electrohysterography and Doppler sonography. (1998) Hum Reprod Update 4:655-666. PMID 10027619 gratis volledige artikel.
  8. (en) Goverde HJ, Bisseling JG, Wetzels AM, et al. A neuropeptide in human semen: oxytocin. (1998) Arch Androl 41:17-22. PMID 9642455.
  9. (en) Fries AB, Ziegler TE, Kurian JR, et al. Early experience in humans is associated with changes in neuropeptides critical for regulating social behavior. (2005) Proc Natl Acad Sci U S A 102:17237-17240. PMID 16303870 gratis volledige artikel.
  10. (en) Modahl C, Green L, Fein D, et al. Plasma oxytocin levels in autistic children. (1998) Biol Psychiatry 43:270-277. PMID 9513736.
  11. (en) Hollander E, Bartz J, Chaplin W, et al. Oxytocin increases retention of social cognition in autism. (2007) Biol Psychiatry 61:498-503. PMID 16904652. In dit onderzoek waren personen met autisme na behandeling met oxytocine beter in staat om emoties als vrolijkheid en kwaadheid te herkennen in de intonatie van de stem. Een eenmalig infuus met oxytocine veroorzaakte effecten die tot twee weken daarna voortduurden.
  12. (en) Liu X, Kawamura Y, Shimada T, et al. Association of the oxytocin receptor (OXTR) gene polymorphisms with autism spectrum disorder (ASD) in the Japanese population. (2010) J Hum Genet 55:137-141. PMID 20094064.
  13. (en) Cantor JM, Binik YM, Pfaus JG. Chronic fluoxetine inhibits sexual behavior in the male rat: reversal with oxytocin. (1999) Psychopharmacology (Berl) 144:355-362. PMID 10435408.
Mediabestanden
Zie de categorie Oxytocin van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
· · Sjabloon bewerken
Endocriene klieren en bijbehorende hormonen
Hypothalamus:GnRH · TRH · dopamine · CRH · GHRH · somatostatine · MCH
Hypofyse:Hypofyseachterkwab: oxytocine · vasopressine
Hypofysevoorkwab: FSH · LH · TSH · prolactine · POMC (CLIP · ACTH · MSH · endorfines · lipotropine) · GH
Pijnappelklier:melatonine · dimethyltryptamine
Schildklier:schildklierhormonen (T3 · T4) · calcitonine
Bijschildklier:parathormoon
Alvleesklier:glucagon · insuline · amyline · somatostatine · pancreatische polypeptide
Bijnier:Bijnierschors: aldosteron · cortisol · cortison · DHEA · DHEA-S · androsteendion
Bijniermerg: adrenaline · noradrenaline
Gonadale as:Teelballen: testosteron · Anti-Müller-hormoon (AMH) · inhibine
Eierstokken: oestradiol · progesteron · activine en inhibine · relaxine (zwangerschap)
Placenta: humaan choriongonadotrofine · HPL · oestrogeen · progesteron
Thymus:thymosines (thymosine α1 · bètathymosines) · thymopoëtine · thymuline
Overige hormoonproducerende organen
Spijsverteringskanaal:Maag: gastrine · ghreline
Twaalfvingerige darm: cholecystokinine · incretines (GIP · GLP-1) · secretine · motiline · VIP
Kronkeldarm: enteroglucagon · PYY 3-36
Lever/overig: insulin-like growth factor (IGF-1 · IGF-2)
Vetweefsel:leptine · adiponectine · resistine
Skelet:osteocalcine
Nieren:Juxtaglomerulair apparaat: renine
Peritubulaire cellen: Erytropoëtine-EPO · calcitriol · prostaglandine
Hart:natriuretisch peptide (atriaal natriuretisch peptide-ANP · Brain natriuretic peptide-BNP)