Ley de Memoria Histórica

Ley de Memoria Histórica
Straatnaambord in Sevilla, met vervanging van de oude naam ingevolge de Ley de Memoria Histórica.
Citeertitel Ley de Memoria Histórica
Titel Wet 52/2007 van 26 december tot erkenning en uitbreiding van rechten en tot vaststelling van maatregelen voor degenen die tijdens de burgeroorlog en dictatuur zijn vervolgd of geweld hebben geleden
Afkorting BOE-A-2007-22296
Rechtsgebied Spanje
Status geldig
Goedkeuring en inwerkingtreding
Ingediend op 28 juli 2006 door regering-Zapatero
Lees online
Ley de Memoria Histórica
Portaal  Portaalicoon   Mens & maatschappij

De Ley de Memoria Histórica (“Wet op de historische herinnering”) is een Spaanse wet uit 2007 die genoegdoening wil bieden aan slachtoffers van de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) en de daarop volgende dictatuur van Francisco Franco (1939-1975). Wet 52/2007 van 26 december tot erkenning en uitbreiding van rechten en tot vaststelling van maatregelen voor degenen die tijdens de burgeroorlog en dictatuur zijn vervolgd of geweld hebben geleden (Spaans Ley 52/2007, de 26 de diciembre, por la que se reconocen y amplían derechos y se establecen medidas a favor de quienes padecieron persecución o violencia durante la guerra civil y la dictadura), algemeen bekend als de Ley de Memoria Histórica, werd door het Congres van Afgevaardigden aangenomen op 31 oktober 2007, op basis van een wetsontwerp van 28 juli 2006 van de regering-Zapatero (VIIIe en IXe legislatuur).

Bepalingen

De belangrijkste bepalingen van de wet zijn:

  • Erkenning van de slachtoffers van politiek, religieus en ideologisch geweld aan beide zijden van de Spaanse Burgeroorlog en de dictatuur van Franco.
  • Veroordeling van het Franco-regime.
  • Verbod op politieke evenementen in de Vallei van de Gevallenen – de begraafplaats van Franco.
  • Het verwijderen van Francoïstische symbolen uit openbare gebouwen en de openbare ruimte. Uitzonderingen kunnen worden gegeven om artistieke of architectonische redenen, of in het geval van religieuze gebouwen.
  • Staatshulp bij het opsporen, identificeren en eventueel opgraven van slachtoffers van de Francoïstische repressie, van wie de lijken nog ontbreken, vaak begraven in massagraven.
  • Het toekennen van Spaanse nationaliteit aan overlevende leden van de Internationale Brigades, zonder dat ze van hun eigen nationaliteit moeten afzien.
  • Afwijzing van de legitimiteit van wetten die zijn aangenomen en van processen die door de Francoïstische Staat werden gevoerd.
  • Tijdelijke wijziging van het Spaanse nationaliteitsrecht, waarbij het recht op terugkeer en het recht op burgerschap van oorsprong wordt toegekend aan degenen die Spanje om politieke of economische redenen onder Franco hebben verlaten, en hun nakomelingen.
  • Hulpverlening aan de slachtoffers en nakomelingen van slachtoffers van de Burgeroorlog en de Francoïstische Staat.

Uitvoering

De wet betekende een definitieve doorbraak voor de vrijwilligersorganisatie Asociación para la Recuperación de la Memoria Histórica (ARMH), die reeds in 2000 was opgericht met het doel de slachtoffers van de repressie te localiseren. De Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzón wilde op basis van de wet massagraven openen en voormalige leden van het Franco-regime in staat van beschuldiging stellen, maar moest daar uiteindelijk in 2008 van af zien.

Na de verkiezingsnederlaag van de PSOE in 2011, verlaagde de regering van Mariano Rajoy de door de wet geplande budgetten met 60%, schafte ze de dienst[1] af die de opgraving van slachtoffers coördineerde, en schrapte ze het hele budget voor de uitvoering van de wet uit de begrotingen 2013 en 2014.[2]

Kritiek

Vanuit conservatieve hoek, en met name door de Partido Popular werd de wet bekritiseerd, onder meer omdat hij “oude wonden zou openrijten”. Andersom echter bekritiseerde de Raad van Europa dan weer meermaals Spanje om zijn lakse houding ten aanzien van de slachtoffers.[3] Ook VN-rapporteur Pablo de Greiff vond in 2014 de geleverde inspanningen ondermaats[4]

Intussen bleef de wet voor controverse zorgen tussen voorstanders en tegenstanders uit conservatieve[5] en uit militaire[6] hoek.

Media

In de film Madres paralelas van Pedro Almodóvar gaat in een van de verhaallijnen hoofdpersonage Janis op zoek naar het massagraf van haar grootvader.

Ley de Memoria Democrática

De regering-Sanchez diende in september 2020 een wetsontwerp in tot herziening van de wet, nu herdoopt tot Ley de Memoria Democrática (“Wet op de Democratische herinnering”).[7]

Externe links

  • Officiële wettekst
  • Asociación para la Recuperación de la Memoria Histórica (ARMH)
Mediabestanden
Zie de categorie Ley de Memoria Histórica de 2007 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Ley de Memoria Histórica de España op de Spaanstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  1. Oficina de Víctimas de la Guerra Civil y la Dictadura
  2. (es) El Gobierno elimina en 2013 el presupuesto para memoria histórica (29 september 2012). Gearchiveerd op 12 april 2021. Geraadpleegd op 11 maart 2021.
  3. (en) Franco's Spain and the Council of Europe. Raad van Europa (7 augustus 2016). Gearchiveerd op 11 maart 2021.
  4. (es) Pablo de Greiff, Informe del Relator Especial sobre la promoción de la verdad, la justicia, la reparación y las garantías de no repetición, Pablo de Greiff - Misión a España (A/HRC/27/56/Add.1, in 6 talen). ohchr.org (22 juli 2014). Gearchiveerd op 20 oktober 2021. Geraadpleegd op 19 oktober 2021.
  5. (es) La Ley de Memoria Democrática o cómo adoptar un solo relato (11 januari 2021). Gearchiveerd op 27 januari 2021. Geraadpleegd op 11 maart 2021.
  6. (es) Gutmaro Gómez: "El Ejército interiorizó la Ley de Memoria Histórica como una amenaza corporativa" (17 januari 2021). Gearchiveerd op 30 januari 2021. Geraadpleegd op 11 maart 2021.
  7. (es) Anteproyecto de Ley de Memoria Democrática (15 september 2020). Geraadpleegd op 11 maart 2021.