Laurent-Benoît Dewez

Kasteel van Seneffe (L.B. Dewez, 1763-68)

Laurent-Benoît Dewez (Petit-Rechain, 1731 - Groot-Bijgaarden, 1 november 1812) was de meest vooraanstaande 18e-eeuwse architect in de Oostenrijkse Nederlanden.

Biografie

De abt van Saint-Hubert stuurde de jonge Dewez op studiereis naar Italië. Daar kreeg hij de kans om zich de nieuwe stijl, het neoclassicisme, eigen te maken. Hij was er de leerling van de Schot Robert Adam en kwam in contact met andere belangrijke architecten zoals Charles-Louis Clérisseau, Giovanni Battista Piranesi en Johann Winckelmann. Na een studiereis naar Split vervolmaakte hij zich in 1758 nog een jaar in het befaamde atelier van de gebroeders John, William en Robert Adam in Londen, tot hij in 1759 werd teruggeroepen voor de wederopbouw van de Abdij van Orval. Dat zou de eerste worden in een lange reeks opdrachten van abten en edelen. Dewez ontwierp ook een totaal nieuw plan voor de Abdij van Herkenrode in opdracht van abdis Anna de Croÿ waarvan slechts de Abdissenresidentie werd gebouwd. Dewez introduceerde met zijn nieuwe visie het neoclassicisme in de Zuidelijke Nederlanden.

In 1760 vestigde hij zich in Brussel. In 1767 werd Laurent Dewez hofarchitect van Karel van Lotharingen, gouverneur-generaal van de Nederlanden. Zijn meesterwerk is het kasteel van Seneffe waar nu het Museum van Edelsmeedkunst is ondergebracht. Een kleinere versie daarvan is het Kasteel La Motte in Sint-Ulriks-Kapelle. Jaloerse concurrenten betichtten hem van fouten en zelfs van fraude bij de bouw van de gevangenis te Vilvoorde. Hij viel in ongenade en verloor in 1780 zijn functie van hofarchitect.

In 1793 vluchtte hij voor de Fransen naar Praag waar hij ook verschillende herenhuizen ontwierp. In 1804 keerde hij terug naar België. Hij stierf in armoede in een woning in de buurt van de kerk te Groot-Bijgaarden in 1812. De grafsteen van hem en van zijn vrouw Maria Mertens staat op de buitenmuur van de kerk met een samenvatting van zijn leven in het Latijn.[1].

Selectie van werken

  • Abdij van Gembloers (1762-79)
    Abdij van Gembloers (1762-79)
  • Stadhuis van Doornik (1763)
    Stadhuis van Doornik (1763)
  • Abdij van Heylissem (1768-80)
    Abdij van Heylissem (1768-80)
  • Sint-Beggakerk, Andenne (1770-1775)
    Sint-Beggakerk, Andenne (1770-1775)
  • Poortgebouw kruidtun Leuven (1771)
    Poortgebouw kruidtun Leuven (1771)
  • Zuidgevel van Mariemont (1776-1777)
    Zuidgevel van Mariemont (1776-1777)
  • Abdij van Vlierbeek (1776-1783)
    Abdij van Vlierbeek (1776-1783)

Zie ook

Externe link

Mediabestanden
Commons heeft mediabestanden in de categorie Laurent-Benoît Dewez.
  • Laurent-Benoît Dewez in de Inventaris van het Onroerend Erfgoed
  • Laurent-Benoît Dewez
Bronnen, noten en/of referenties
  1. De Latijnse tekst op het grafmonument luidt: D. O. M. Hic jacent Dominus Laurentius Benedictus Dewez en Rechains Ducatus Limburg Celsi quondam ducis Caroli Lotharingi Belgii Austr. Gubernatoris Architectus. Obiit 1a Novembris 1812 aet. 81. Incomparabilis hic vir Romae ac Neapoli sub Van Vitelli ad summum artis sue pertigit apicem, quo non obstante per multum temporis in frequentandis urbis academiis, fuit assiduus ibique ac in terris vicinis antiquitatum perlustravit monumenta dein ardenti architecturae perfectionis aestuans zelo, per 20 annos Graeciam, Syriam, Aegyptum, Suesiam, Daniam, Angliam, variasque hujus orbis plagas peragravit. Hocce tempore à Portugaliae rege primus in regno suo nominatus est architectus tamdem è terra evocatus alienâ reversus est in patriam in qua post mortem adhuc vivit, nec vivere desinet in illustribus quibus illam ditavit ac decoravit architecturae monumentis. Et illius conjux Domina Maria Francisca Mertens obiit anno .... die... aet... nec non eorum filii et posteri. R. I. P.
    De vertaling luidt: Hier rust de heer Laurentius Benedictus Dewez uit Rechain in het hertogdom Limburg, destijds architect van hertog Karel van Lorreinen, gouverneur van Oostenrijks België. Hij overleed op 1 november 1812, oud 81 jaar. Deze merkwaardige man bekwaamde zich in Rome en Napels bij Van Vitelli tot de hoogste graad van de kunst. En alhoewel hij veel tijd besteedde aan het bezoeken van stedelijke academiën, was hij hier en op vele plaatsen ijverig bezig om zich te bekwamen in de kennis van de architectuur van oude monumenten. Gedurende 20 jaar doorreisde hij Griekenland, Syrië, Egypte, Zweden, Denemarken, Engeland en verschillende andere landen van de wereld. Tezelfdertijd werd hij als eerste architect benoemd door de koning van Portugal. Hij werd teruggeroepen uit het vreemde land en keerde terug naar zijn land, waar hij nu, na zijn dood, nog blijft leven in de beroemde architecturale monumenten die hij schiep en versierde. En [hier rust] zijn echtgenote vrouwe Maria Francisca Mertens, die overleed op ..., ... oud [datum en leeftijd ontbreken] alsmede hun kinderen en nakomelingen. Vertaling ontleend aan 'Laurent Benoit Dewez' op pajottenland.be.