Kruipwilg

Kruipwilg
Kruipwilg
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Malpighiales
Familie:Salicaceae (Wilgenfamilie)
Geslacht:Salix (Wilg)
Soort
Salix repens
L. (1753)
Kruipwilg
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Kruipwilg op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De kruipwilg (Salix repens, synoniemen: Salix rosmarinifolia en Salix arenaria) is een struik, die behoort tot de wilgenfamilie (Salicaceae).

Kenmerken

De struik wordt 0,15–1 m hoog en is zeer variabel van vorm. De 0,5-4,5 cm lange bladeren zijn vlak of hebben een iets omgerolde rand. De bladtop is afgerond of stomp. De bladeren kunnen kaal tot dicht zilverig glanzend behaard zijn. De kruipwilg bloeit in april en mei met katjes. De mannelijke struiken met kleine, gele katjes, de vrouwelijke struiken met zilverachtige, daarna groene katjes; Het vruchtbeginsel is kaal tot behaard.

Verspreiding

De struik komt voor op natte tot droge zandgrond, in duinen en moerassen en schraallanden. Vanwege zijn uitgestrekte wortelstelsel wordt de struik ook aangeplant in zandverstuivingen.[1] De kruipwilg draagt veel bij tot het vastleggen van duinzand. Wanneer de stengels onder zand bedolven worden, vormen zij scheuten die weldra boven het zand tevoorschijn komen en vrij spoedig het nieuwe duin bedekken. Worden integendeel de wortels door de wind ontbloot, dan worden hier bijkomende knoppen gevormd die het vernielde struikgewas hernieuwen.

Externe link

  • Kruipwilg (Salix repens) op SoortenBank.nl (gearchiveerd) (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
Mediabestanden
Zie de categorie Salix repens van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Hüsstege, G. (1976). Zakflora voor Bos en Heide. Helmond: Uitgeverij Helmond. ISBN 9025265650
· · Sjabloon bewerken
Soorten, ondersoorten en variëteiten van het geslacht Salix (Wilg)

... · S. alba (Schietwilg) · S. aurita (Geoorde wilg) · S. babylonica (Treurwilg) · S. babylonica 'Tortuosa' (Kronkelwilg) · S. caprea (Boswilg) · S. cinerea (Grauwe wilg) · S. cinerea subsp. oleifolia (Rossige wilg) · S. daphnoides (Berijpte wilg) · S. dasyclados (Duitse dot) · S. exigua (Smalbladige wilg) · S. fragilis (Kraakwilg) · S. herbacea (Kruidwilg) · S. jejuna · S. myrsinifolia (Zwarte wilg) · S. pentandra (Laurierwilg) · S. purpurea (Bittere wilg) · S. repens (Kruipwilg) · S. sacchalinensis · S. sacchalinensis 'Sekka' (Bandwilg) · S. sepulcralis · S. sepulcralis 'Chrysocoma' (Gele treurwilg) · S. triandra (Amandelwilg) · S. viminalis (Katwilg) · ...