Johannes Kolf

Johannes Kolf
Johannes Kolf (1945, Collectie Verzetsmuseum Friesland)
Volledige naam Johannes Kolf
Geboren 6 november 1915, Westmaas
Overleden 29 januari 1945, Rotterdam
Land Nederland
Ook bekend als Jodocus
Jaren actief 1940-1945
Groep Landelijke Knokploegen
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Johannes Kolf, Jodocus, (Westmaas, 6 november 1915 - 29 januari 1945) was een Nederlandse verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog.

Tijdens de oorlog werkte hij bij de politie in de stad Utrecht, tot 1943 toen hij niet langer de Duitse bezetter kon verdragen en onderdook. Hij kwam na vele omzwervingen in Friesland terecht waar hij met een aantal andere verzetsstrijders een overval pleegde op het Huis van Bewaring in Leeuwarden.

Hij werd bij toeval ontdekt bij een controle van de Sicherheitsdienst na een melding over een illegaal radiotoestel in de woning waar hij ondergedoken zat. Hij probeerde nog te vluchten maar werd dodelijk getroffen door een kogel van de SD. Hij werd slechts 29 jaar oud.

Meer dan zestig jaar later, in 2006, schreven zijn neven Bert en Ruud in 't Veld uit Klaaswaal een boek over hun oom. Verder is er in Klaaswaal de stichting 'Johannes Kolf, De Verzetsstrijder Jodocus' opgericht.

Externe links

  • Pagina met onder andere informatie over het oorlogsmonument in de Hoeksche Waard
  • Een boek over ome Jo. Artikel in het Reformatorisch Dagblad van 30 juni 2006 over het boek De Verzetsstrijder "Jodocus"
  • Voorkaft van het boek De Verzetsstrijder "Jodocus"
Bronnen
  • Veld, in 't, Bert en Ruud (2006). Johannes Kolf De verzetsstrijder 'Jodocus'. Stichting Johannes Kolf, de verzetsstrijder 'Jodocus', Klaaswaal, pp. 248. ISBN 9789090207735.
  • Walle, de, Hessel (2019). De Mannen van de Overval. Wijdemeer, Dokkum, pp. 416. ISBN 9789492052599. Gearchiveerd op 5 juni 2023.
  • Wijbenga, Pieter (1978). Bezettingstijd in Friesland, deel I-III. De Tille, Leeuwarden, pp. 1263. ISBN 907001064X.
  • Ypma, IJsbrand Nicolaas (1953). Friesland Annis Domini. Vereniging Friesland 1940-1945, Dokkum, pp. 369.