Ik heb recht op mijn mening

Ik heb recht op mijn (eigen) mening (in het Engels bekend als I'm entitled to my opinion of I have a right to my opinion) is een informele drogreden van het type red herring, waarbij men iedere kritiek op zijn standpunt in diskrediet probeert te brengen door te beweren dat men recht heeft op zijn eigen mening. Of iemand een bepaald recht heeft, is irrelevant als het gaat om de vraag of een stelling juist of onjuist is. Beweren dat men ergens recht op heeft is namelijk geen onderbouwing van de mening. Hiermee kan men echter ook de eigen vrijheid opeisen of weigeren deel te nemen aan de betreffende logica.[1][2][3]

Dikwijls wordt beweerd dat kritiek op de mening of de uiting ervan neerkomt op het censureren van mensen met controversiële opvattingen, zelfs als blijkt dat de bekritiseerde mening in feite vrijelijk gekoesterd en geuit mag worden, zij het niet zonder weerwoord.[4]

Australisch filosoof Patrick Stokes werkzaam bij Deakin University in Melbourne merkte in 2012 op: "Het probleem met ‘Ik heb recht op mijn mening’ is dat het al te vaak wordt gebruikt om overtuigingen te koesteren die achterhaald zijn. Het is een stoplap voor “Ik kan zeggen of denken wat ik wil.” – en dat doorgaan met debatteren op een of andere manier van weinig respect getuigt. Ik vind dat deze houding ten onrechte uitgaat van een valse gelijkwaardigheid tussen experts en niet-experts. Dat wordt langzamerhand een steeds nefaster kenmerk van ons publieke discours."[5]

Voorbeeld

Op 6 april 2008 vond tijdens het Britse praatprogramma The Big Questions een discussie plaats over homoseksualiteit, geleid door presentator Nicky Campbell. Betty, een christen, zei dat ze geloofde dat homorechtenactivist Peter Tatchell, die naast haar zat, er zelf voor had gekozen om homoseksueel te zijn en dat dat zondig was. Daarop zei wetenschapper Richard Dawkins, die een secularistische positie innam: "Ik denk niet dat het erg belangrijk is wat u of iemand anders persoonlijk gelooft." Campbell onderbrak: "Maar iedereen heeft toch recht op een mening?" Dawkins: "Wat telt is het bewijs. En er is geen bewijs dat, zoals u zegt, je de keuze hebt om homo te zijn of niet." Later probeerde Campbell het opnieuw: "Maar alle opvattingen zijn toch zeker geldig?" Dawkins reageerde: "Nee, niet per se. Het hangt af van het bewijs. [Betty] deed een feitelijke uitspraak over (...) of homo's vrij zijn zich te bedenken of niet. Dat is een feitelijke uitspraak, daarop rust bewijslast. Dat betekent dat persoonlijke meningen, die niet door bewijs zijn geïnformeerd, niet van belang zijn."[6]

Zie ook

  • Cirkelredenering
  • Valse analogie
  • Vrijheid van meningsuiting
Bronnen, noten en/of referenties
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel I'm entitled to my opinion op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  1. Whyte, Jamie (2004), Crimes Against Logic. McGraw-Hill, New York, "The Right to Your Opinion". ISBN 0-07-144643-5.
  2. Deleuze, Gilles (1994), Difference and Repetition, Paul Patton (trans.). Columbia University Press, New York, "The Image of Thought". ISBN 0-231-08159-6.
  3. Whyte, Jamie, Sorry, but you are not entitled to your opinion. The Times. News UK (9 augustus 2004). Gearchiveerd op 12 december 2013. Geraadpleegd op 18 april 2017.
  4. Maarten Boudry, Denkfout: Doen alsof je tegenstrever je monddood wil maken. Filosofie Magazine (1 juni 2017). Gearchiveerd op 10 juli 2017. Geraadpleegd op 1 juni 2017.
  5. Jozef Van Giel, Zeg vaarwel tegen MBTI. Kritisch Denken. Russells Theepot (23 maart 2014). Geraadpleegd op 18 april 2017.
    (en) Patrick Stokes, No, you’re not entitled to your opinion. The Conversation (4 oktober 2012). Geraadpleegd op 18 april 2017.
  6. Richard Dawkins Versus Homophobic Christians. Can immigrants make Britain more moral?. The Big Questions (6 april 2008). Gearchiveerd op 18 augustus 2017. Geraadpleegd op 18 april 2017.