Dividendbelasting

Dividendbelasting (Europees Nederland), opbrengstbelasting (Caribisch Nederland) of roerende voorheffing (België) is een internationaal veel voorkomende vorm van directe belasting die door een staat wordt geheven op inkomen in de vorm van dividend.

De belasting wordt geïnd door inhouding op de dividenduitkering. Een dividenduitkering is een uitkering van een door een vennootschap in het verleden behaalde winst aan haar aandeelhouder(s).

Dividendbelasting is veelal, maar niet onder alle omstandigheden, een voorheffing: de vennootschap die het dividend uitkeert, houdt de belasting op de dividendbetaling in en draagt de belasting vervolgens aan de fiscus af. De aldus afgedragen dividendbelasting, mag vervolgens door de aandeelhouder op de door hem over het dividend verschuldigde inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting in mindering gebracht worden.

Een van de redenen om dividenden apart te belasten is het voorkomen van belastingontwijking: in een stelsel zonder dividendbelasting is het te makkelijk om inkomstenstromen via dividenden te laten verlopen en zo de inkomstenbelasting te omzeilen.[1]

België

Zie roerende voorheffing voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In België heet deze belasting roerende voorheffing. Het tarief op dividenden bedraagt 30%. Sinds 2018 kan een Belgische belastingplichtige deze roerende voorheffing op een eerste schijf van €640, later verhoogd tot €800, terugvorderen via de personenbelasting.[2]

Europees Nederland

Zie Wet op de dividendbelasting 1965 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In Nederland is de dividendbelasting geregeld in de Wet op de dividendbelasting 1965. Het tarief bedraagt 15% van het uitgekeerde dividend.

Voor belasting over inkomen (waaronder dividend) uit aanmerkelijk belang, zie box 2.

Caribisch Nederland

In Caribisch Nederland heet deze belasting opbrengstbelasting en wordt geregeld in hoofdstuk V van de Belastingwet BES. Het tarief bedraagt thans 5% van de opbrengst.

Internationale aspecten

Zie belastingverdrag voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Een staat kan als gevolg van belastingverdragen gedwongen zijn om het nationale belastingtarief te verlagen.

Zie ook

Externe link

  • Nederlandse Wet op de dividendbelasting 1965
Bronnen, noten en/of referenties
  1. (en) IMF Fiscal Monitor: Tackling Inequality. Internationaal Monetair Fonds (2017). Gearchiveerd op 5 december 2021. Geraadpleegd op 20 november 2021.
  2. Terugbetaling van de roerende voorheffing. Federale Overheidsdienst Financiën (2018). Gearchiveerd op 23 oktober 2020.