Artikel 99 van de Belgische Grondwet |
|
Artikel |
Voor coördinatie | Art. 65 GW & Art. 86Bis |
Na coördinatie | Art. 99 GW |
Titel | III. De Machten |
Hoofdstuk | III De Koning en de Federale Regering |
Status | Geldend |
Invoering |
Datum | 5 mei 1991 & 24 december 1970 |
Portaal | Mens & maatschappij | |
Artikel 99 van de Belgische grondwet is het grondwetsartikel dat het maximaal aantal ministers in een Belgische federale regering op 15 stelt en een taalevenwicht tussen de Nederlandstalige en Franstalige ministers bepaalt.[1] Zij zullen de ministerraad vormen. De staatssecretarissen vallen niet onder deze regel.
Tekst
De Ministerraad telt ten hoogste vijftien leden. De Eerste Minister eventueel uitgezonderd, telt de Ministerraad evenveel Nederlandstalige als Franstalige ministers.
— Artikel 99 van de Belgische Grondwet.
Het maximaal aantal ministers vindt zijn oorsprong vindt zijn oorsprong in de herziening van artikel 65 van de grondwet, dat werd aangenomen op 5 mei 1993. Het gegarandeerde evenwicht tussen Nederlandstalige en Franstalige ministers vindt zijn oorsprong in artikel 86bis aangenomen op 24 december 1970.[2]
Na de coördinatie van de grondwet in 1994 kreeg deze bepaling nummer 99 toegewezen.[3]
Dit artikel houdt in dat de koning maximaal 15 ministers kan benoemen. De eerste minister eventueel uitgezonderd, is de federale regering samengesteld uit evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen. Bij een even aantal ministers zal de eerste minister opgenomen in het zogenaamde taalevenwicht en bij een taalgroep behoren.
Samen met artikel 97 en artikel 98 die de nationaliteitsvoorwaarde oplegt en de koninklijke familie uitsluit van lidmaatschap van de regering zijn dit de voorwaarden waaraan een federale regering dient te voldoen volgens de grondwet. In artikel 104 van de Belgische grondwet wordt aangegeven dat deze regel niet geldt voor staatssecretarissen.
Referenties
Bronnen, noten en/of referenties - J. Vandelanotte, S. Bracke & G. Goedertier, België voor Beginners, Brugge, Die Keure, 1998
- ↑ De federale regering belgium.be, geconsulteerd op 6 juni 2022
- ↑ De Belgische Grondwet - voor coördinatie van 17 februari 1970, staatsblad.be, geconsulteerd op 6 juni 2022
- ↑ De Belgische Grondwet - Gecoördineerd op 17 februari 1994, senate.be, geconsulteerd op 6 juni 2022
|
Belgische Grondwet
Decreten met grondwettelijke waarde: Decreet Belgische Onafhankelijkheidsverklaring · Decreet eeuwige uitsluiting Oranje-Nassau
Titel I: Het federale België, zijn samenstelling en zijn grondgebied: | 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 |
Titel Ibis: Algemene beleidsdoelstellingen van het federale België, de gemeenschappen en de gewesten: | 7bis |
Titel II: De Belgen en hun rechten: | 8 · 9 · 10 · 11 · 11bis · 12 · 13 · 14 · 14bis · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 22bis · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 |
Titel III: De Machten: | 33 · 34 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 · 41 Hoofdstuk I. De federale Kamers: 42 · 43 · 44 · 45 · 46 · 47 · 48 · 49 · 50 · 51 · 52 · 53 · 50 · 55 · 50 · 57 · 58 · 59 · 60 Afdeling I. De Kamer van Volksvertegenwoordigers: 61 · 62 · 63 · 64 · 65 · 66 Afdeling II. De Senaat: 66 · 67 · 68 · 69 · 70 · 71 · 72 (afgeschaft) · 73 Hoofdstuk II. De federale wetgevende macht:74 · 75 · 76 · 77 · 78 · 79 (afgeschaft) · 80 (afgeschaft) · 81 (afgeschaft) · 82 · 83 · 84 Hoofdstuk III. De Koning en de federale Regering: Afdeling I. De Koning: 85 · 86 · 87 · 88 · 89 · 90 · 91 · 92 · 93 · 94 · 95 Afdeling II. De federale Regering: 96 · 97 · 98 · 99 · 100 · 101 · 102 · 103 · 104 Afdeling III. De bevoegheden: 105 · 106 · 107 · 108 · 109 · 110 · 111 · 112 · 113 · 114 Hoofdstuk IV. De gemeenschappen en de gewesten: Afdeling I. De organen: Onderafdeling I. Gemeenschaps- en Gewestparlementen: 115 · 116 · 117 · 118 · 118bis · 119 · 120 Onderafdeling II. De Gemeenschaps- en Gewestregeringen: 121 · 122 · 123 · 124 · 125 · 126 Afdeling II. De bevoegdheden: Onderafdeling I. De Gemeenschapsbevoegdheden: 127 · 128 · 129 · 130 · 131 · 132 · 133 Onderafdeling II. De Gewestbevoegdheden: 134 Onderafdeling III. Bijzondere bepalingen: 135 · 135bis · 136 · 137 · 138 · 139 · 140 Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten: Afdeling I. De voorkoming van de bevoegdheidsconflicten: 141 Afdeling II. Het Grondwettelijk Hof: 142 Afdeling III. De voorkoming en de regeling van de belangenconflicten: 143 Hoofdstuk VI. De rechterlijke macht: 144 · 145 · 146 · 147 · 148 · 149 · 150 · 151 · 152 · 153 · 154 · 155 · 156 · 157 · 157bis · 158 · 159 Hoofdstuk VII. De Raad van State en de administratieve rechtscolleges: 160 · 161 Hoofdstuk VIII. De provinciale en gemeentelijke instellingen: 162 · 163 · 164 · 165 · 166 |
Titel IV: De buitenlandse betrekkingen: | 167 · 168 · 168bis · 169 |
Titel V: De financiën: | 170 · 171 · 172 · 173 · 174 · 175 · 176 · 177 · 178 · 179 · 180 · 181 |
Titel VI: De gewapende macht: | 182 · 183 · 184 · 185 · 186 |
Titel VII: Algemene bepalingen: | 187 · 188 · 189 · 190 · 191 · 192 · 193 · 194 |
Titel VIII: De herziening van de Grondwet: | 195 · 196 · 197 · 198 |
Titel IX: Inwerkingtreding en overgangsbepalingen: | I · II · III · IV · V · VI |
Grondwettelijke principes: constitutionele monarchie · parlementaire democratie · ministeriële verantwoordelijkheid · scheiding der machten
Grondwetsherzieningen en staatshervormingen: 1831: Afkondiging van de Grondwet · 1893: Algemeen meervoudig stemrecht voor mannen · 1921 : Algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen mannen · 1948 : Algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen en vrouwen · 1970: eerste staatshervorming · 1980: tweede staatshervorming · 1988-1989: derde staatshervorming · 1993: vierde staatshervorming · 1994: Coördinatie · 2001: vijfde staatshervorming · 2011-2012: zesde staatshervorming