Amyotrofe laterale sclerose

Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Amyotrofe laterale sclerose
Synoniemen
Latijn sclerosis lateralis amyotrophica[1]

sclerosis amyotrophica lateralis[2]

Nederlands amyotrofische laterale sclerose[3]

myatrofische laterale sclerose[3]
ziekte van Lou Gehrig[4]
ziekte van Charcot[3]
syndroom van Charcot[5]
motorneuronziekte[4]

Coderingen
ICD-10 G12.2
ICD-9 335.20
OMIM 105400
DiseasesDB 29148
MedlinePlus 000688
eMedicine neuro/14emerg/24 pmr/10
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Amyotrofe laterale sclerose[4] (ALS)[4] is een tamelijk zeldzame neurologische ziekte waarbij het belangrijkste kenmerk is dat de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg, de hersenstam en de motorische schors van de hersenen afsterven. Daardoor ontstaat progressief krachtsverlies en verlamming, die uiteindelijk tot de dood leidt van de patiënt door verlamming van de ademhalingsspieren. De aandoening wordt soms nog wel de ziekte van Charcot genoemd naar de eerste beschrijver, en in de VS Lou Gehrig's disease, naar een beroemde honkballer die eraan leed.

Voorkomen

De ziekte begint meestal op volwassen leeftijd (gemiddeld 40 tot 60 jaar[6]). De jaarlijkse incidentie (het aantal nieuwe gevallen per jaar) is ongeveer tussen de 2,6 en 5 per 100.000 mensen, en de prevalentie (het aantal patiënten op een bepaald ogenblik) ligt tussen de 4 en 6 per 100.000 mensen. In Nederland zijn er ongeveer 1500 ALS-patiënten; het grootste deel daarvan is man. De man tot vrouw ratio bedraagt 1,5–2:1.[7] Vanaf 65-70 jaar is de incidentie bij vrouwen en mannen gelijk.

Symptomen

ALS begint vaak met krampen en kleine onwillekeurige spierbewegingen, die een soort golfvormige bewegingen op de huid veroorzaken (fasciculaties). Ze zijn soms pijnlijk, vooral als ze in de kuiten optreden.

Tegelijk met de krampen en fasciculaties of enige tijd later ontstaan ergens in het lichaam spierzwakte en verschrompeling (atrofie) van een of meer spieren. Dit kan bijvoorbeeld een hand of been zijn, maar soms ook in de keel of tong. Soms beginnen de spierzwakte en atrofie in een ademhalingsspier, maar dat is zeldzaam. De eerste verschijnselen zijn meestal belemmeringen van de fijne motoriek van de hand (vingers) of een klapvoet door parese van de voetheffers. De spierzwakte en atrofie breiden zich langzaam (meestal van distaal naar proximaal) uit tot andere spieren. Krampen en fasciculaties verdwijnen in spieren die krachteloos worden. Soms zijn spieren (bijvoorbeeld in de armen en benen) enige tijd stijf of spastisch voordat ze slap en krachteloos worden. Deze rigiditeit en spasticiteit treden echter zelden op en zijn daarom geen diagnostisch criterium.

Na verloop van tijd verzwakken ook de keelspieren: het spreken wordt onduidelijk (dysartrie), en spreken en slikken worden later vaak onmogelijk. Bovendien krijgen veel ALS-patiënten in het eindstadium klachten over dwanghuilen en/of dwanglachen (bij het minste of geringste in huilen of lachen uitbarsten). Door aantasting van de ademhalingsspieren kunnen kortademigheid en ademnood optreden. De meeste mensen overlijden uiteindelijk doordat de ademhalingsspieren zo verzwakt zijn dat deze ook uitvallen (al dan niet in combinatie met een longontsteking).

Mensen met ALS verliezen niet hun gezichtsvermogen, gehoor, tastzin, reukzin of smaak. De spieren van de urineblaas en oogspieren worden niet beïnvloed, en evenmin het libido en de seksuele functies. Ook de cognitieve functies blijven onaangetast.

Door de grote overeenkomsten qua symptomen wordt ALS ook weleens verward met primaire laterale sclerose (PLS), SMA type III, of PSMA.

Typen ALS

Er zijn verschillende typen ALS (tussen haakjes het percentage patiënten met die vorm van ALS):

  • SALS: sporadische ALS, waarbij er geen erfelijk/familiaal verband gevonden kan worden. Dit wil zeggen dat er geen directe genetische oorzaak bekend is (ongeveer 90%).
  • FALS: familiaire ALS (ongeveer 10% van de totale incidentie): soms is ALS erfelijk. Binnen een familie zijn er dan meerdere mensen die aan ALS lijden/hebben geleden. Voor de erfelijke of familiaire vorm zijn een aantal genetische mutaties bekend die geassocieerd worden met het ontwikkelen van de ziekte, maar deze mutaties lijken weinig onderling verband te hebben. Een genetisch defect op chromosoom 21 in het gen dat codeert voor het koper/zink superoxide dismutase (SOD1) is autosomaal dominant overerfbaar en is verantwoordelijk voor circa 10% van de familiale ALS-gevallen.
  • Beentype: dit is het type dat in 30% van de gevallen voorkomt en, zoals de naam het zegt, aanvangt in het been. Men begint te struikelen, valt weleens, krijgt een klapvoet.
  • Armtype: dit is de vorm die in 40% van de gevallen optreedt. Patiënten krijgen het moeilijk met fijne motoriek, laten een glas uit hun handen vallen, kunnen hun veters niet meer strikken, kunnen moeilijker met de computer werken.
  • Bulbaire type: dit is de vorm van ALS die in 30% van de gevallen voorkomt en waarbij de slik-, spraak- en ademhalingsspieren eerst uitvallen. Vaak is het de omgeving die opmerkt dat de stem van de persoon in kwestie verandert. Men spreekt onduidelijker, de stem wordt zachter, men krijgt problemen met het slikken en kauwen, eten en drinken worden moeilijker, sommige patiënten krijgen last van speekselvloed. Dit laatste gebeurt niet door het aanmaken van meer speeksel, maar door het niet kunnen wegslikken ervan. Bulbaire ALS staat bekend als een iets agressievere vorm, aangezien de ademhalingsspieren hier onmiddellijk onder druk staan.
  • Daarnaast kan een ALS-patiënt frontotemporale dementie ontwikkelen. Frontotemporale dementie (FTD) is een drastische verandering van gedrag en taalvaardigheid door het verlies van zenuwcellen in frontale en temporale hersengebieden. Bij ongeveer 15% van de patiënten met ALS treedt FTD op. FTD grijpt in op aspecten die behoren tot de kern van het mens-zijn: taal, persoonlijkheid en de manier van omgaan met anderen.

Er wordt ook een onderscheid gemaakt naargelang de eerste symptomen. Zo verschilt het ziekteverloop bij de zogenaamde bulbaire vorm van ALS, in tegenstelling tot de primaire vorm, in die zin dat de symptomen ervan starten ter hoogte van de motorische innervatie van de bulbaire spieren. Deze omvatten onder andere de nek-, gelaats-, tong- en ademhalingsspieren. De problemen met slikken, praten en uiteindelijk de ademhaling beginnen vroeger en de symptomen in de extremiteiten kunnen zelfs geheel achterwege blijven. De bulbaire vorm kent een slechtere prognose dan de algemene vorm van ALS.

Zeldzame subvormen:

  • juveniele ALS: erfelijke vorm waarbij de eerste symptomen tot uiting komen bij patiënten jonger dan 20 jaar
  • ALS-FTD: combinatie van ALS en frontotemporale dementie(FTD)
  • ALS-FTDP: combinatie van ALS, FTD en Parkinsonisme

Andere ziekten waarbij de motorische zenuwcellen afsterven

Behandeling

Protocollair

  • Een medicijn dat geregistreerd is voor de behandeling van ALS is riluzol, een middel dat natriumkanalen en de glutamaatreceptor (NMDA-receptor) blokkeert, met als doel de (destructieve) effecten van glutamaat op zenuwcellen tegen te gaan. In de praktijk blijkt dit middel het leven echter slechts enkele maanden te verlengen.
  • Verder bestaat de behandeling vooral uit verschillende therapievormen zoals fysiotherapie, ergotherapie, en logopedie. Spasticiteit kan behandeld worden met injecties met botulinetoxine of een spierverslapper. Ademhalingsproblemen kunnen verlicht worden door verschillende methoden van mechanische beademing.
  • Het medicijn tofersen (merknaam Qalsody) is bedoeld voor de behandeling van ALS-patiënten, geassocieerd met een mutatie in het superoxidedismutase 1 gen (SOD1-ALS). Het zorgt voor afname van schade aan de motorische zenuwcellen en stabilisatie van het ziekteverloop van de SOD1-ALS-patiënt. Het Amerikaanse agentschap FDA heeft tofersen in 2023 goedgekeurd en een goedkeuring bij het Europese EMA is anno 2023 lopende.[8]

Experimentele behandelmethoden

  • Stamceltherapie - In de toekomst kan stamceltherapie mogelijk een veelbelovende behandelingsoptie worden voor ALS. Verschillende studies bewezen de effectiviteit van het inbrengen van autologe neurale stamcellen bij muizen.[9] Bij mensen is de veiligheid van deze behandeling reeds aangetoond.[10] Hoewel enkele patiënten opmerkelijke verbetering toonden ten gevolge van de behandeling, zijn de resultaten wisselvallig en moeten grotere klinische onderzoeken uitsluitsel brengen.
  • Vitamine E - In een transgeen muismodel voor FALS blijkt vitamine E het ontstaan en de progressie van de ziekte te kunnen vertragen. In tegenstelling tot riluzol verlengde vitamine E de overlevingsduur niet.[11] Bij de mens kon slechts een preventieve werking aangetoond worden in epidemiologische studies. Onder mensen die langdurig vitamine E-voedingsupplementen gebruiken blijkt minder ALS voor te komen dan bij mensen die géén extra vitamine E nemen.[12][13] Wanneer vitamine E-inname gecombineerd wordt met de inname van omega 3-vetzuren wordt dit effect nog versterkt.[14] Bij patiënten die al riluzol gebruiken, blijkt het aanvullend gebruik van vitamine E geen significante voordelen te hebben.[15] Geen enkele studie heeft significante therapeutische effecten van vitamine E kunnen aantonen. Er is onvoldoende bewijs om de effectiviteit van antioxidanten in de behandeling van ALS te ondersteunen. De hoge tolerantie, veiligheid en lage kostprijs van vitamine E samen met het ontbreken van enige andere effectieve behandeling voor ALS verklaren het gebruik van deze middelen door artsen bij mensen met ALS. Hoewel er geen substantieel klinisch bewijs bestaat van enige effectiviteit, zijn er geen duidelijke contra-indicaties.[16]
  • Hyperbare zuurstoftherapie bleek in een klein onderzoek bij vier van de vijf onderzochte ALS-patiënten vermoeidheidsklachten te kunnen verminderen en tot een vermeerdering van spierkracht te leiden.[17] In een later onderzoek werd echter geen effectiviteit gevonden.[18] Vooralsnog wordt het gebruik van hyperbare zuurstoftherapie niet aanbevolen bij ALS.[19]
  • Een ketogeen dieet staat in de wetenschappelijke belangstelling als behandelmethode van ALS. In een muismodel voor ALS had een ketogeen dieet een beschermend effect op zenuwcellen wat er mogelijk op duidt dat het de progressie van ALS kan vertragen.[20] Mitochondriën spelen mogelijk een belangrijke rol bij de neuronale celdood die optreedt bij ALS en ketolichamen kunnen deze mitochondriale energieproductie bevorderen en membraanstabiliserend werken.[20]

Vooruitzichten

ALS is een fatale aandoening. De gemiddelde overlevingstijd vanaf het ontstaan van klinische tekenen van spierzwakte is 4 tot 5 jaar.[21] Langere overleving komt regelmatig voor, ongeveer 15% van de patiënten leeft langer dan 5 jaar na het stellen van de diagnose en 5% van de patiënten overleeft meer dan 10 jaar. Langere overleving komt voornamelijk voor bij mannelijke en jongere patiënten, met de niet bulbaire vorm van de ziekte. Een beperkt aantal gevallen van remissie is beschreven, met de Britse fysicus Stephen Hawking als bekendste voorbeeld.[22]

Bij de familiale vorm van ALS met een A4V-mutatie in het zink superoxide dismutase 1-gen bedraagt de gemiddelde overlevingsduur vanaf het begin van de symptomen amper 12 maanden.[23]

Andere vormen van motor-neuron-ziektes als PMA, PBP en PLS die niet evolueren in de klassieke vorm van ALS kennen een overlevingstijd van tientallen jaren.

De meest effectieve individuele voorspelling van de overlevingsduur is gebaseerd op de geobserveerde snelheid van de progressie van de ziekte.

Hypothesen oorzaak

De oorzaken en het exacte ontstaansmechanisme van zowel de erfelijke als de sporadische vorm van ALS zijn onbekend. Algemeen wordt aangenomen dat het een multifactoriële aandoening is. Dit houdt in dat verscheidene genetische en mogelijke milieufactoren een rol spelen in het ontstaan van de ziekte.

Er bestaan verschillende hypothesen betreffende de pathogenese van deze ziekte:

  • Oxidatieve stress:[24] Oxidatieve stress speelt waarschijnlijk een sleutelrol in het ziekteproces. Circa 20% van de familiale ALS-gevallen gaat gepaard met een (autosomaal dominant overerfbaar) defect in het gen dat codeert voor het enzym koper/zink superoxide dismutase (SOD1). Dit defecte antioxidantenzym bij familiaire ALS-patiënten genereert dan juist vrije radicalen in plaats van ze te bestrijden. Door oxidatieve stress worden te sterk beschadigde neuronen door apoptotische processen vervolgens opgeruimd, na verloop van tijd zullen als gevolg hiervan spierfuncties verminderen en uiteindelijk uitvallen.[25]
  • Glutamaat-toxiciteit.[24] Als gevolg van een defect glutamaattransportsysteem zouden hoge glutamaatniveaus ontstaan in de synaps. Daardoor stijgt de intracellulaire calciumspiegel te veel, wat leidt tot allerlei destructieve processen, zoals verlies van functionaliteit van mitochondriën en daarmee samenhangende oxidatieve stress. Daardoor sterven neuronen uiteindelijk af. Motorische zenuwcellen (efferente zenuwen) zouden gevoeliger zijn voor glutamaat dan sensorische zenuwcellen (afferente zenuwen).
  • Disfunctioneren van de mitochondriën:[24] Er zijn duidelijke afwijkingen gevonden in de mitochondriën van ALS-patiënten. Het gaat met name om een afwijking in het enzymcomplex I in de ademhalingsketen, de stap waarin co-enzym Q10 geactiveerd wordt.[26] Mitochondriën zijn verantwoordelijk voor de energieproductie in de cel, disfunctie kan leiden tot onvoldoende ATP-productie en uiteindelijk celdood door apoptose. ALS lijkt biochemisch en morfologisch sterk op mitochondriële ziektebeelden, soms zelfs dusdanig dat het ermee verward wordt.[27]
  • Eiwitaggregatie:[24] Bij ALS is, net als bij een aantal andere neurodegeneratieve aandoeningen, sprake van verkeerd gevouwen eiwitten die samenklonteren. Bij ALS leidt dit tot abnormale ophoping van neurofilamenten, een belangrijke structurele component van motorische zenuwcellen.
  • Verschillende wetenschappelijke studies toonden een verband tussen bepaalde landbouwbestrijdingsmiddelen en ALS. Of dit verband oorzakelijk is, is niet duidelijk.[28][29][30][31]
  • Uit een groot onderzoek onder meer dan een miljoen mensen die jarenlang gevolgd werden blijkt dat regelmatige consumptie van vette vis of ander voedsel dat rijk is aan omega 3-vetzuren de kans op ALS met 35% blijkt te verlagen.[32] Omega 6-vetzuren, zoals linolzuur, hebben geen invloed op de kans op ALS.[32]
  • Er wordt aan de hand van onderzoek verondersteld dat roken het risico op ALS verhoogt. Voor het vaststellen van een zeker verband werd in 2011 gevraagd om meer onderzoek.[33]

ALS Ice Bucket Challenge

Zie Ice Bucket Challenge voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 2014 brachten vele internationaal bekende artiesten, topsporters en andere mediabekende personen het behandelen van ALS in de publiciteit door filmpjes van henzelf op internet te plaatsen. In deze filmpjes gooien zijzelf, of een ander, een emmer ijswater over zich heen en doneren ze geld aan stichtingen voor de behandeling van ALS.

Bekende mensen bij wie de diagnose ALS werd gesteld

Nederland

België

Rest van de wereld

A–G
H–Z

Externe links

  • Stichting ALS Nederland
  • ALS Centrum Nederland
  • ALS Liga België
Mediabestanden
Zie de categorie Amyotrophic lateral sclerosis van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Arnaudov, G.D. (1964). Terminologia medica polyglotta. Latinum-Bulgarski-Russkij-English-Français-Deutsch. Sofia: Editio medicina et physcultura.
  2. Haan, H.R.M. de & Dekker, W.A.L. (1955-1957). Groot woordenboek der geneeskunde. Encyclopaedia medica. Leiden: L. Stafleu.
  3. a b c Jochems, A.A.F. & Joosten, F.W.M.G. (2003). Coëlho Zakwoordenboek der geneeskunde (27ste druk). Doetinchem: ElsevierGezondheidszorg.
  4. a b c d Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
  5. Beijer, T. & Apeldoorn, C.G.L. (1996). Woordenboek van medische eponiemen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum.
  6. Zarei, S., Carr, K., Reiley, L., Diaz, K., Guerra, O., Altamirano, P. F., ... & Chinea, A. (2015). A comprehensive review of amyotrophic lateral sclerosis. Surgical neurology international, 6.
  7. Armon C. Epidemiology of ALS/MND. In: Shaw P and Strong M, eds. Motor Neuron Disorders. Elsevier Sciences: 2003:167-206.
  8. (en) (januari 2022). SOD1 mutations associated with amyotrophic lateral sclerosis analysis of variant severity. Scientific Reports 12 (1): 103. PMID 34996976. PMC 8742055. DOI: 10.1038/s41598-021-03891-8.
  9. [1]
  10. (en) Autologous Mesenchymal Stem Cells: Clinical Applications in Amyotrophic Lateral Sclerosis
  11. (en) Gurney ME, Cutting FB, Zhai P, et al. Benefit of vitamin E, riluzole, and gabapentin in a transgenic model of familial amyotrophic lateral sclerosis. (1996) Ann Neurol 39:147-157. PMID 8967745.
  12. (en) Wang H, O'Reilly ÉJ, Weisskopf MG, et al. Vitamin E intake and risk of amyotrophic lateral sclerosis: a pooled analysis of data from 5 prospective cohort studies. (2011) Am J Epidemiol 173:595-602. PMID 21335424. In dit grote prospectieve onderzoek bleek dat in de groep die langdurig (meer dan 5 jaar) vitamine-E-supplementen gebruikte significant minder ALS voorkwam.
  13. (en) Ascherio A, Weisskopf MG, O'reilly EJ, et al. Vitamin E intake and risk of amyotrophic lateral sclerosis. (2005) Ann Neurol 57:104-110. PMID 15529299. In deze studie bleek regelmatig gebruik van vitamine E supplementen gedurende tien jaar of meer geassocieerd met een 40-50% lager risico op overlijden door ALS.
  14. (en) Veldink JH, Kalmijn S, Groeneveld GJ, et al. Intake of polyunsaturated fatty acids and vitamin E reduces the risk of developing amyotrophic lateral sclerosis. (2007) J Neurol Neurosurg Psychiatry 78:367-371. PMID 16648143 gratis volledige artikel. In deze studie bleek een hoge inname van zowel vitamine E als omega 3-vetzuren het risico op ALS met 50 tot 60% te kunnen verlagen.
  15. (en) Graf M, Ecker D, Horowski R, et al. High dose vitamin E therapy in amyotrophic lateral sclerosis as add-on therapy to riluzole: results of a placebo-controlled double-blind study. (2005) J Neural Transm 112:649-660. PMID 15517433. De in de studie gebruikte hoeveelheid vitamine E was 5.000 mg per dag gedurende 18 maanden. Het gebruik van deze hoge doses vitamine E bleek geen significante bijverschijnselen te hebben.
  16. (en) Orrell RW, Lane RJM, Ross M. A systematic review of antioxidant treatment for amyotrophic lateral sclerosis/motor neuron disease. Amyotroph Lateral Scler. 2008 Aug;9(4):195–211. DOI:10.1080/17482960801900032. PMID 18608090.
  17. (en) Steele J, Matos LA, Lopez EA et al. A Phase I safety study of hyperbaric oxygen therapy for amyotrophic lateral sclerosis. Amyotroph Lateral Scler Frontotemporal Degener. 2004;5(4):250–4. DOI:10.1080/14660820410021285. PMID 15799556.
  18. (en) Steele J, Zutshi D, Bradley WG Negative results of a phase II study of hyperbaric oxygen therapy for amyotrophic lateral sclerosis. Amyotroph Lateral Scler Frontotemporal Degener. 2007 Oct;8(5):274–5. DOI:10.1080/17482960701547875. PMID 17852024.
  19. (en) Zhang JH. Hyperbaric oxygen in neurological diseases. Neurol. Res. 2007 Mar;29(2):113–5. DOI:10.1179/016164107X174129. PMID 17439694. Dit is een 'free access' artikel.
  20. a b (en) Zhao Z, Lange DJ, Voustianiouk A, MacGrogan D, Ho L, Suh J, et al. A ketogenic diet as a potential novel therapeutic intervention in amyotrophic lateral sclerosis. BMC Neurosci. 2006;7:29. DOI:10.1186/1471-2202-7-29. PMID 16584562. Gratis volledige artikel: https://web.archive.org/web/20080105183939/http://www.biomedcentral.com/1471-2202/7/29. Dit bronartikel is onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding (CC BY; versie 2.0) vrijgegeven.
  21. (en) Venkova-Hristova K, Christov A, Kamaluddin Z, Kobalka P, Hensley K. Progress in therapy development for amyotrophic lateral sclerosis. Neurol Res Int. 2012;2012:187234. DOI:10.1155/2012/187234. PMID 22830014. Dit is een open access artikel, beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding (CC BY).
  22. Kimura F, Fujimura C, Ishida S, et al. Progression rate of ALSFRS-R at time of diagnosis predicts survival time in ALS. Neurology. Jan 24 2006;66(2):265-7. [Medline].
  23. Pasinelli P, Brown RH. Molecular biology of amyotrophic lateral sclerosis: insights from genetics. Nat Rev Neurosci. Sep 2006;7(9):710-23. [Medline]
  24. a b c d (en) Patel BP, Hamadeh MJ. Nutritional and exercise-based interventions in the treatment of amyotrophic lateral sclerosis. (2009) Clin Nutr 28:604-617. PMID 19782443 gratis volledige artikel. Dit onderzoek onderzocht de effectiviteit van natuurlijke componenten en beweging in humane en dierstudies.
  25. (en) Barber SC, Mead RJ, Shaw PJ. Oxidative stress in ALS: a mechanism of neurodegeneration and a therapeutic target. (2006) Biochim Biophys Acta 1762:1051-1067. PMID 16713195.
  26. (en) Xu Z, Jung C, Higgins C, Levine J, Kong J. Mitochondrial degeneration in amyotrophic lateral sclerosis. J Bioenerg Biomembr. 2004 Aug;36(4):395–9. DOI:10.1023/B:JOBB.0000041774.12654.e1. PMID 15377878.
  27. (en) Finsterer J. Mitochondriopathy mimicking amyotrophic lateral sclerosis. (2003) Neurologist 9:45-48. PMID 12801431.
  28. (en) Bonvicini F, Marcello N, Mandrioli J, Pietrini V, Vinceti M Exposure to pesticides and risk of amyotrophic lateral sclerosis: a population-based case-control study. Ann. Ist. Super. Sanita. 2010;46(3):284–7. DOI:10.4415/ANN_10_03_10. PMID 20847462. Gratis volledige artikel: https://web.archive.org/web/20131012125448/http://www.scielosp.org/scielo.php?pid=S0021-25712010000300010&script=sci_arttext.
  29. (en) Malek AM, Barchowsky A, Bowser R, Youk A, Talbott EO Pesticide exposure as a risk factor for amyotrophic lateral sclerosis: a meta-analysis of epidemiological studies: pesticide exposure as a risk factor for ALS. Environ. Res. 2012 Aug;117:112–9. DOI:10.1016/j.envres.2012.06.007. PMID 22819005.
  30. (en) Vinceti M, Bottecchi I, Fan A, Finkelstein Y, Mandrioli J Are environmental exposures to selenium, heavy metals, and pesticides risk factors for amyotrophic lateral sclerosis? Rev Environ Health. 2012;27(1):19–41. DOI:10.1515/reveh-2012-0002. PMID 22755265. Gratis volledige artikel: https://web.archive.org/web/20130929021102/http://www.neurotoxicology.org.il/AllSites/1183/Assets/als_marco-yoram_reveh-2012.pdf.
  31. (en) Kamel F, Umbach DM, Bedlack RS, Richards M, Watson M, Alavanja MCR, et al. Pesticide exposure and amyotrophic lateral sclerosis. Neurotoxicology. 2012 Jun;33(3):457–62. DOI:10.1016/j.neuro.2012.04.001. PMID 22521219.
  32. a b (en) Fitzgerald KC, O'Reilly ÉJ, Falcone GJ, McCullough ML, Park Y, Kolonel LN, et al. Dietary ω-3 Polyunsaturated Fatty Acid Intake and Risk for Amyotrophic Lateral Sclerosis. JAMA Neurol. 2014 Sep 1;71(9):1102–10. PMID 25023276. DOI:10.1001/jamaneurol.2014.1214. Besproken in Redactie Wetenschap - Eten van vette vis verlaagt kans ALS met 35 procent. NRC Handelsblad. 9 september 2014; pagina 19.
  33. Wang, Hao, O’Reilly, Éilis J., Weisskopf, Marc G., Logroscino, Giancarlo, McCullough, Marji L. (2011-2). Smoking and risk of amyotrophic lateral sclerosis: a pooled analysis of five prospective cohorts. Archives of Neurology 68 (2): 207–213. ISSN:0003-9942. PMID: 21320987. PMC: 3319086. DOI:10.1001/archneurol.2010.367.
  34. De Wereld Morgen 25 september 2012
  35. (en) "Roberta Flack is unable to sing after ALS diagnosis", BBC.com, 15-11-2022. Geraadpleegd op 15-11-2022.