Amoebozoa

Amoebozoa
Fossiel voorkomen:
Neoproterozoïcum[1] – heden
Amoebozoa
Taxonomische indeling
Domein:Eukaryota
Clade:Unikonta
Clade
Amoebozoa
Lühe, 1913
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Amoebozoa op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Amoebozoa is een groep van eencellige eukaryoten, binnen de supergroep van de Unikonta (Amorphea).[2] De Amoebozoa bestaat uit ongeveer 2.400 amoeboïde protisten waarvan de meeste soorten zich voortbewegen met behulp van vingervormige pseudopodia. De meeste soorten zijn grote, flexibele cellen die zich voeden met kleine organische deeltjes door middel van fagotrofie: de cel stulpt zich om de prooi, die vervolgens wordt verteerd.

Amoebozoa worden vaak geclassificeerd als een fylum binnen het rijk Protista,[3] of binnen het rijk Protozoa.[4] In het classificatiesysteem van de International Society of Protistologists wordt Amoebozoa binnen de Eukaryota geplaatst als een rangloze supergroep. Moleculaire analyses hebben uitgewezen dat Amoebozoa waarschijnlijk monofyletisch is. Meestal wordt het als zustergroep beschouwd van Opisthokonta, een andere belangrijke clade waartoe de schimmels en dieren behoren, evenals zo'n 300 soorten eencellige protisten.[5]

Diversiteit

De meest bekende vertegenwoordigers van Amoebozoa zijn amoeboïde organismen, zoals Chaos, Entamoeba, Pelomyxa en uiteraard het geslacht Amoeba. Sommige soorten bezitten een omhulsel, anderen zijn naakt en hebben flagella. Vrijlevende soorten komen veel voor in zout en zoet water, maar ook in de bodem, mos en bladafval. Sommige amoebozoën leven als parasiet of symbiont met andere organismen, en van enkele soorten is bekend dat ze ziektes veroorzaken bij mensen en andere dieren.

Veruit de meeste Amoebozoa zijn eencellig, maar de groep omvat ook verschillende groepen slijmzwammen, die een macroscopisch, meercellig levensstadium hebben. Slijmzwammen bestaan uit veel individuele amoeboïde cellen die na meervoudige celdeling een macroscopisch plasmodium vormen. Ook kunnen cellen simpelweg aggregeren tot een plasmodium.

Amoebozoa variëren sterk in grootte. Sommige hebben een diameter van slechts 10-20 μm, andere groeien door tot macroscopische afmetingen. De soort Amoeba proteus, die wel 800 μm lang kan worden, wordt vaak in het onderwijs bestudeerd als een exemplarisch eencellig organisme, mede vanwege zijn handige formaat. Meerkernige amoeben zoals Chaos en Pelomyxa zijn vaak maar enkele millimeters lang zijn, en sommige meercellige amoebozoën, zoals heksenboter (Fuligo septica), kunnen een oppervlakte van enkele vierkante meters beslaan.[6]

Kenmerken

Amoebozoa zijn meestal eencellige organismen, die kenmerkend een amoeboïde vorm hebben. Ze bewegen zich met behulp van zogenaamde pseudopodia of schijnvoetjes, bij Amoebozoa 'lobopolobopodia' genoemd, voort. Bij de meeste Amoebozoa ligt de cel naakt, behalve bij de Thecamoebida, waarbij de cel een omhulsel (theca) heeft. De cristae van de mitochondriën zijn meestal microtubuli, die in sommige taxa gereduceerd zijn. Sommige soorten kunnen meer dan één celkern hebben. Daarnaast zijn cysten, zoals celinsluitsels als parasomen of trichocysten niet zeldzaam. Amoebozoa kunnen in een bepaald ontwikkelingsstadium een enkel flagel hebben en worden daarom wel ingedeeld bij de Unikonta.

De Entamoeba histolytica kan de voor mensen gevaarlijke amoebedysenterie veroorzaken.

Binnen de slijmzwammen kunnen vele eencellige organismen zich ophopen, zodat de kolonie op een (meercellige) schimmel lijkt.

Indeling

Binnen de Amoebozoa worden acht groepen zonder taxonomische rang onderscheiden:[7]

Deze indeling wordt echter niet algemeen overgenomen. Een alternatieve, wat eenvoudigere indeling is als volgt[8]:

Zie ook

Referenties

  1. (en) Parfrey LW, Lahr DJ, Knoll AH, Katz LA (2011). Estimating the timing of early eukaryotic diversification with multigene molecular clocks. Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America 108 (33): 13624–9. PMID 21810989. PMC 3158185. DOI: 10.1073/pnas.1110633108.
  2. (en) Pawlowski J, Audic S, Adl S, Bass D, Belbahri L (2012). CBOL protist working group: barcoding eukaryotic richness beyond the animal, plant, and fungal kingdoms. PLOS Biology 10 (11): e1001419. PMID 23139639. PMC 3491025. DOI: 10.1371/journal.pbio.1001419.
  3. (en) Corliss, John O. (1984). The Kingdom Protista and its 45 Phyla. BioSystems 17 (2): 87–126. PMID 6395918. DOI: 10.1016/0303-2647(84)90003-0.
  4. (en) Cavalier-Smith, Thomas (2003). Protist phylogeny and the high-level classification of Protozoa. European Journal of Protistology 39 (4): 338–348. DOI: 10.1078/0932-4739-00002.
  5. (en) Cavalier-Smith T, Fiore-Donno AM, Chao E, Kudryavtsev A, Berney C, Snell EA, Lewis R (2015). Multigene phylogeny resolves deep branching of Amoebozoa. Molecular Phylogenetics and Evolution 83: 293–304. PMID 25150787. DOI: 10.1016/j.ympev.2014.08.011.
  6. (en) Zhulidov DA, Robarts RD, Zhulidov AV, Zhulidova OV, Markelov DA, Rusanov VA, Headley JV (2002). Zinc accumulation by the slime mold Fuligo septica (L.) Wiggers in the former Soviet Union and North Korea. Journal of Environmental Quality 31 (3): 1038–42. PMID 12026071. DOI: 10.2134/jeq2002.1038.
  7. volgens Adl et al. (2005)
  8. Holt, J.R. and C.A. Iudica (2013) Description of the Kingdom Amoebozoae. Gearchiveerd op 3 maart 2020.

Literatuur

  • (nl) Noordijk, J, Kleukers, R.M.J.C, van Nieukerken, E.J, & van Loon, A.J. (2010). De Nederlandse biodiversiteit. Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis; European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden. p. 98. ISBN 978-90-5011-351-9.
  • (en) Schilde C, Schaap P (2013). Dictyostelium discoideum Protocols, "The Amoebozoa", 1–15. ISBN 978-1-62703-301-5.
  • (en) Holt, J.R. & C.A. Iudica (2016). Diversity of Life. comenius.susqu.edu. Gearchiveerd van origineel op 25 mei 2021.
Mediabestanden
Zie de categorie Amoebozoa van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.